Zwart (deel 4)

Ik weet niet hoe lang ik daar gestaan heb. Er kwamen leerlingen binnen en gingen weer naar buiten, tussen twee lessen in. Daarna was het stil. Ik zuchtte, spoelde door. Ik draaide me om, deed zachtjes de deur open en ging de gang op. Daar kwam ik onze klassenmentor tegen.
‘Hé, Duco, nog hier?’
‘Ja, even naar het toilet.’
Hij keek me vragend en onderzoekend aan. ‘Gaat het?’
‘Jawel.’
‘Als je er over wil praten dan kan dat hè?’
‘Nee,’ zei ik twijfelend. Ik keek hem even aan met een flauwe glimlach. ‘Later misschien.’
Hij glimlachte terug, blik van verstandhouding.
‘Het is zo onwerkelijk,’ zei ik terwijl ik eigenlijk door wilde lopen.
‘Dat is het, Duco. Voor iedereen.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘In de volgende pauze halen we de hele school bij elkaar. Wil je daar bij zijn?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Ga maar naar huis. Morgen zien we elkaar weer.’
Ik knikte, slenterde naar buiten. In de fietsenstalling keek ik naar de plek waar hij altijd zijn fiets neer zette. Ik had zin om te janken. Traag trapte ik naar huis. De overweg was weer open. Ik keek, maar er was niets te zien. Alsof er niets gebeurd was. Alsof het niemand wat uitmaakte.

Er was niemand thuis. Stil, leeg. Ik zette de waterkoker aan, trok mijn broodtrommel open. Ik werd onrustig. Alles maalde voor de zoveelste keer door mijn kop. Ik nam een hap maar had daar al meteen spijt van. Ik kauwde de melige bal weg en slikte. Ik pakte mijn telefoon. Ik moest praten. Nu. Daphne nam niet op, die zat nu in de les. Na het bericht van haar voicemail wachtte ik op de piep.
‘Daf, bel me terug.’
Ik drukte mijn telefoon uit en legde hem op tafel. Ik ging zitten met een mok thee en staarde de tuin in. Ik zat met vragen. Ik wilde zoveel meer weten. Waarom had hij het gedaan? Was het alleen school? Waren er meer dingen? Was het omdat hij homo was? Dat benauwde me. Had hij verder eigenlijk nog vrienden? Wat dachten die nu? Hoe was het met zijn ouders? Wisten die eigenlijk wel dat hij homo was? Ik keek achter me, naar de stille kamer. De bank, de tv. Mijn ouders wisten het van mij, ondersteunden me. Niet dat het echt nodig was, maar toch. Veilig gevoel. Wat moet Jordy gemist hebben allemaal? Ik dronk mijn mok verder leeg en zette hem op het aanrecht. Ik pakte mijn rugzak en ging naar mijn kamer. Ik haalde hem leeg, stopte alles voor de volgende dag er in. Jordy de hele tijd in mijn gedachten. Misschien had ik hem toch eens uit moeten nodigen. Gewoon om te praten. Ik zag hem weer naast me, onder de douche, zijn… Ik schudde met mijn hoofd. Zou hij echt met mij…? Ik zuchtte. Zou hij echt iets voor me gevoeld hebben? Had Daphne dan toch gelijk? Ik dacht aan alles terug. Zijn blikken naar me, weer die scene onder de douche. Die blik van hem toen hij uit de toiletten kwam. Ik zag alleen zijn piemel nog maar, kon me heel makkelijk een voorstelling maken van hoe dat er uit moet hebben gezien. Jordy die zichzelf aftrekt terwijl hij aan mij denkt. Ik schudde mijn hoofd. Dit ging de verkeerde kant op. Ik voelde me slecht. Hij was er niet meer, en het enige waar ik nog aan kon denken was zijn stijve piemel. Het liet me ook niet koud, voelde ik. Nee, ik ging nu niet… Mijn telefoon haalde me uit mijn gedachten.
‘Hey.’
‘Duuk! Wat is er?’
‘Dikke shit.’
‘Je klonk serieus net in mijn voicemail. Wat is er?’
‘Jordy is vanmorgen voor de trein gesprongen.’
‘Wat? Die jongen die…? Jezus, Duuk… Door die foto van gisteren?’
‘Ik denk het. Weet ik veel. Een hoop dingen bij elkaar denk ik.’
‘Ben je op school?’
‘Thuis. Voor onze klas zijn alle lessen afgelast vandaag. De rest is de stad in volgens mij.’
‘Tssk.’
‘Ja.’
‘Gaat het?’
‘Ik weet niet wat ik allemaal moet denken, Daphne. Alles maalt door mijn kop. Er is ook niemand thuis.’
‘Kut. Maar… Jezus, Duco. Wat erg dit. Heeft hij iets achter gelaten, een brief of zo?’
‘Geen idee. Het is vanmorgen gebeurd, we kregen het te horen en daarna konden we naar huis.’ Ik zuchtte. ‘Abel en ik vloekte nog vanmorgen dat we om moesten fietsen omdat de overweg afgesloten was. Wisten wij veel…’
‘Hoe is Abel er onder?’
‘Geen idee. Er zit één jongen in de groep, die John die ik ook verdenk van die foto op Facebook, die zat er wat grappen over te maken, en daar zei Abel wel iets van. Maar die zijn nu met de groep de stad in. Alsof ze het gaan vieren of zo.’
Daphne bleef even stil.
‘Ik had meer moeten doen, Daphne. Weet ik veel.’ Ik zuchtte. ‘Hoe laat ben je uit?’
‘Vroeg, om twee uur.’
Ik keek hoe laat het was. ‘Druk vanmiddag?’
‘Nee. Kom je naar hier?’
‘Als je tijd hebt. Ik heb geen zin om alleen te blijven.’

Dat uur in de trein hielp niet veel. Ik bleef maar nadenken, twijfelen, piekeren. Ik was blij toen ik de trein uit kon, kwam tot rust toen ik door de hal naar buiten liep. Ik was weer op bekend terrein, mijn eigen stad waar nooit iets raars gebeurde. Het was bijna twee uur, Ik liep naar school, ik ving Daphne daar wel op. Ik had geen zin om buiten te wachten, liep naar binnen. Er kwamen al wat mensen naar buiten. Ik snoof de lucht op in de hal, mijn vertrouwde school. Nog steeds een beetje mijn thuis.
‘Hey, Duco!’
Ik keek om, lachte naar een oud klasgenoot.
‘Wat doe jij hier?’
‘Afgesproken met Daphne vanmiddag.’
‘Hoe is het daar?’
‘Kut,’ zei ik strak.
Hij lachte om mijn opmerking, maar schrok toen hij mijn gezicht zag.
‘Laat maar, wat dingetjes. Komt wel goed.’
Geen zin om het uit te leggen allemaal. Ik keek rond, zag Daphne om de hoek komen.
‘Zie je,’ zei ik met een klap tegen zijn schouder.
Ik liep naar haar toe, ze zag me en glimlachte. Ze pakte me vast, kneep me fijn, kuste me.
‘Kom, we gaan,’ zei ze meteen.
‘Dank je.’
‘Jij rijdt,’ wees ze resoluut naar haar fiets, ‘waar gaan we heen?’
‘Maakt me niet uit. Niet teveel mensen.’
We slingerden door de stad, zochten een rustig terrasje op.
‘O ja, ik moest je een knuffel geven van Owen. Die snapte wel dat je even met mij weg wilde.’
‘Zeg dat hij een schat is,’ glimlachte ik.
‘Vertel,’ zei ze toen we zaten.
‘Ik weet niet wat ik moet vertellen. Vanmorgen na de eerste pauze kwam de directeur de klas in en die vertelde dat Jordy verongelukt was. We werden de kantine in gedirigeerd en dat was het eigenlijk wel. Veel meer weten we ook niet. Abel had gevraagd of het dat ongeluk bij de overweg was en dat was zo. Hij vroeg ook nog of het geen toeval was,’ ik keek Daphne aan, ‘en dat was het dus ook niet. Hij is er bewust voor gesprongen.’
Daphne pakte mijn hand.
‘We hebben nog even in de kantine gezeten en toen zijn we gegaan. De rest dan, ik wilde naar huis. Ik ben nog even naar de toiletten gegaan en heb toen alles eruit gekotst.’
Ze wreef over mijn rug.
‘Waarom?’
‘Weet ik niet. Het raakte me allemaal, ik voelde me schuldig. Voel me schuldig. Ik had gisteren gewoon meer moeten doen, Daphne. Weet ik veel, die tas voor hem terug moeten pakken. Mijn bek voor hem open moeten trekken. Dan was het allemaal anders gelopen denk ik. Dan had John die foto niet geplaatst misschien, ik weet niet.’
‘Dat had die lul waarschijnlijk toch wel gedaan. Wat zei die gast vandaag?’
‘Vanmorgen begon hij over die foto, over wie hem op Facebook had gezet en zo. Toen we te horen kregen dat we naar huis konden gaan zei hij nog iets van dat Jordy mooi voor een vrije dag had gezorgd.’
‘Jezus, wat een lul.’
‘Daar kreeg hij ook commentaar op. Ik heb nog gezegd dat degene die die foto op Facebook had gezet nu wel trots op zichzelf kon zijn. Daar keek hij een beetje ongemakkelijk bij. Hoop ik.’
‘Mooi gezegd, wie het ook heeft gedaan. En de rest die de foto geliked hebben kunnen dat ook in hun zak steken.’
‘ Ja.’
Daphne keek voor zich uit. ‘En dan te bedenken dat ik nog met hem heb staan praten zaterdag.’
‘Ja. Raar.’
‘Zou dat er mee te maken hebben gehad?’
‘Wat?’
‘Dat hij homo was? Volgens mij was hij dat allemaal nog aan het ontdekken.’
‘Alles bij elkaar denk ik.’
‘Heeft hij daar eigenlijk nog iets over gezegd maandag?’
‘Nee. Blik van verstandhouding, meer niet.’
Ze schudde haar hoofd.
‘Meer dan dat eigenlijk wel. Ik heb je nog niet alles verteld toen ik je belde gisteren. Hij stond naast me onder de douche.’
‘O?’
‘Ja. Hij daagde me uit. Kijken, laten kijken, je weet wel.’
‘Ik zei toch dat hij verliefd op je was.’
‘Ja. Dat was te zien.’
‘Had hij…?’
‘Een stijve ja. Ik heb hem snel zijn handdoek toegegooid. Er waren toch mensen die in de kleedkamer gezien hadden dat ie een harde had onder zijn handdoek, daar werd hij ook mee gepest die middag. Met die foto op Facebook als hoogtepunt.’
‘Dus dat was de reden?’
‘Ik denk het.’
Ze schudde haar hoofd.
‘Het klinkt stom, maar ik zie de hele tijd die stijve piemel voor me. Alsof dat het laatste is wat ik van hem gezien heb.’
‘Het was ook het laatste persoonlijke dat je van hem gezien hebt.’
‘En die smekende blik toen zijn tas de gang in werd geslingerd.’
‘Je betekende op een of andere manier wat voor hem, Duuk.’
‘Ja, maak het nog ongemakkelijker. Het was niet genoeg in ieder geval. Ik had echt iets moeten doen.’
‘Duco, nee. Je bent halverwege het verhaal binnen komen lopen. Aan het einde misschien wel. Dat lost Duco niet ineens allemaal op.’
Ik zuchtte. ‘Weet ik ook wel.’
‘Nou dan.’ Ze keek naar me. ‘Of voelde je ondertussen stiekem toch wat voor hem?’
‘Nee,’ zei ik twijfelend.
‘Je twijfelt. Ik zeg je eerlijk, zo lelijk was hij niet. Beetje klein en iel, maar hij was best lief.’
‘Dat was hij ook wel denk ik.’
‘Dus?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee.’
‘Maar?’
‘Ik weet niet. Ik was nog niet klaar met hem. Zeggen dat hij oké was. Dat is het. Ik wilde hem nog zoveel zeggen.’
Daphne pakte mijn hand en kneep. ‘Ik snap je wel.’

Ik zat pas laat in de trein. Beetje de tijd vergeten. Eerst maar naar huis bellen.
‘Mam? Ik ben wat later.’
‘Oké. Hoeveel?’
‘Uurtje.’
De conducteur begon wat om te roepen.
‘Waar ben je?’
‘In de trein. Beetje tijd vergeten, sorry.’
‘In de trein?’
‘Ja,’ zei ik half zuchtend terwijl ik me uitrekte. ‘Ben bij Daphne geweest.’
‘Oké. Duco? Is er iets?’
‘Vertel ik je straks wel.’
‘Wat is er?’
‘Heel verhaal. Met mij gaat het goed.’
Ik keek een beetje ongemakkelijk om me heen. Er zaten genoeg mensen die dit gesprek konden volgen.
‘Het is een beetje druk. Ik vertel je straks alles.’
‘Oké. Doe voorzichtig jongen.’
Ik glimlachte, wilde opeens snel naar huis. Daphne had me geholpen. Het praten had me geholpen. Niet dat het alles oploste, maar ik had iets meer rust in mijn kop. Ik wist wat me dwars zat. Ik wilde hem nog zoveel zeggen. Helpen. Ik hing met mijn hoofd tegen het raam, staarde naar de rails naast de trein. De bielsen en het grind een waas. Hij kon irritant zijn, maar hij was lief, aandoenlijk. Hulpeloos. Daphne had gelijk, echt lelijk was hij ook niet. En zijn piemel mocht er ook zijn. Niet groot, maar mooi, alles in proportie… Ik knipperde met mijn ogen. Ik wilde nu niet zo over hem denken.

‘We kunnen meteen aan tafel,’ zei mijn moeder. ‘Of wil je eerst praten?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik lust wel wat. Heb niet veel gegeten vandaag.’
‘Vijf minuutjes. Wat was er nou?’
Ik zuchtte. ‘Een jongen uit mijn klas heeft zelfmoord gepleegd.’
Ze stond meteen stil, keek me aan. ‘Jeetje. Kende je hem goed?’
‘Een beetje.’
Ze bleef kijken, raakte mijn arm aan. ‘Gaat het?’
Ik slikte. ‘Nee. Ik trek dit erg slecht,’ zei ik met onvaste stem.
Ze pakte me vast en toen brak ik. Toch nog janken. Mijn vader kwam de keuken in en schrok.
‘Duco, wat is er?’
Ik voelde zijn hand op mijn rug, daarna op mijn schouder. Hij kneep. Ik haalde een keer diep adem.
‘Een jongen uit zijn klas heeft zelfmoord gepleegd,’ zei mijn moeder voor mij.
Mijn vader kneep nog een keer.
‘Kende je hem goed?’
‘Beetje,’ zei ik.
Ik maakte me los van mijn moeder, veegde met mijn mouw langs mijn ogen. Ze keken allebei bezorgd.
‘Ik wil wat eten,’ zei ik.
Mijn moeder knikte.

‘Weet je,’ zei ik nadat ik wat happen op had, ‘eigenlijk kende ik hem niet.’
Mijn vader keek verbaasd. ‘Niet?’
‘Nee. Het was een rare jongen. Eigenwijs, een loner. Hij zonderde zich af, werd gepest.’
Mijn moeder schudde haar hoofd.
‘Gisteren moesten ze hem weer hebben. Daarna was hij naar huis. Volgens mij speelde dit al jaren.’
‘Erg.’
Ik knikte. Mijn vader keek me aan.
‘Praat eens verder. Volgens mij is er meer.’
Ik knikte. ‘Volgens iedereen was hij homo. Volgens mij ook. Nou ja, ik weet het wel zeker. Ik ben hem tegengekomen op dat feest afgelopen weekend. Volgens mij was ik de eerste van school die het zeker wist van hem. Ik heb nog even met hem staan praten.’ Ik nam nog en hap, dacht na wat ik allemaal wilde vertellen. ‘Op school zeiden we niets meer tegen elkaar, een blik van verstandhouding, dat was alles. We kenden een geheim van elkaar, dat was het. Tot ze hem zaten te treiteren. Ze hadden zijn tas afgepakt, zaten er in te zoeken. Ze kwamen een roze bandje tegen die ze uitdeelden afgelopen zaterdag. En toen ging het los. Tas door de gang geslingerd, dat soort dingen. Uitlachen dat hij homo was.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik had wat moeten doen.’
‘Doen?’
‘Ingrijpen. Tas terug pakken. Hij stond me smekend aan te kijken maar ik deed niets. Het ging allemaal zo snel.’
‘Verwijt je zelf niets, Duco.’
‘Vind ik niet makkelijk.’
Mijn moeder keek me lang aan. ‘Was er iets tussen jullie?’
‘Nee, ik kende hem amper zei ik toch?’
Ze glimlachte. ‘Weet ik. Maar wat nog niet was kon toch komen?’
‘Nee, echt. Dat is het ook niet. Maar… Ik heb met Daphne zitten praten vanmiddag, die heeft hem dit weekend ook gezien. Hij zat nog zo in de kast… Daar had ik hem wel mee willen helpen. Ik had nog zoveel tegen hem willen zeggen… Dat zit me dwars. Hij was misschien wel een irritante betweter af en toe, maar het was wel een lieve jongen.’
Ze keken begripvol naar me.
‘Maar dat kan nu niet meer,’ zuchtte ik.
Mijn vader strekte zijn arm naar me toe, pakte mijn hand. We zeiden niets meer.

Ik wilde vroeg gaan slapen, maar ik wist niet of me dat ging lukken. Ik was benieuwd wat ik de volgende dag aan zou treffen op school. Hoe iedereen zou zijn, wat iedereen zou zeggen. Na het eten hebben we nog even door zitten praten. Over mij. Over mijn positie nu. Ik was nog niet uit de kast en ik ging dat nog even zo houden. Daar maakten ze zich zorgen om, maar ik heb ze gerust kunnen stellen. Ik vroeg me maar één ding af. Hadden ze Jordy nou gepest omdat ze dachten dat hij homo was, of omdat het Jordy was? Was het een combinatie? Was zijn homo zijn een handig handvat om hem nog meer aan te pakken? Ik wist het niet. Ik zat nog even achter mijn computer voor ik in mijn bed ging liggen. De foto stond er nog. Er waren wel wat reacties onder gekomen. Daphne stond er ook tussen zag ik. Ze vond dat de foto weggehaald moest worden. En ze was niet alleen. Gelukkig. Ik zag het roze armbandje liggen op mijn tafel. Ik had het thuis gelaten, hij niet. Misschien in zijn tas laten zitten zonder er bij na te denken. Ik pakte het, speelde er mee. Deed hem om mijn pols. Jordy. Ik zag zijn glimlach weer, het afgelopen weekend. Zijn grijns. Ik zuchtte, deed het bandje af en stopte het toen in het zijvakje van mijn rugzak. Geen idee waarom. Dom eerbetoon.

Abel stond al te wachten aan het eind van de straat.
‘ Hey.’
‘Hey,’ zei ik terwijl ik langzaam doorfietste.
Hij kwam naast me rijden.
‘Hoe is het?’
‘Raar,’ zei ik. ‘Hoe was het in de stad gisteren?’
‘Ik ben maar kort gebleven.’
‘Is het ondertussen tot John doorgedrongen wat er gebeurd is?’
Hij keek naar me, beetje verbaasd om mijn felle toon.
‘Geen idee,’ zei hij toen.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Hij was raar, beetje irritant misschien, maar…’
‘Maar?’
‘Ik weet het ook niet.’
De rest van de groep stond al bij elkaar, er werd gepraat, gelachen.
‘Morgen,’ mompelde ik.
‘Hé, Duco. Wat heb jij gisteren nog gedaan?’ vroeg Hans.
‘Afgesproken met vrienden van mij. Oude school.’
‘Was het gezellig?’
Ik knikte maar. Ik wou dat de lessen begonnen. Ik wist toch niet wat ik moest zeggen.
‘Dat is toch best een eindje weg?’ vroeg Hans.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik had ineens tijd genoeg.’
Ik hoorde de bel, eindelijk. Naar binnen. Even niets hoeven te zeggen. We liepen het lokaal in, er zat nog iemand bij de leraar in het lokaal. Ik had het kunnen weten. We gingen het over Jordy hebben.

De vrouw werd niet voorgesteld, iedereen scheen haar al te kennen. Ik kreeg al snel in de gaten dat zij de vertrouwenspersoon op school was. Opgeleid voor dit soort dingen. Kon je hier wel op voorbereid zijn eigenlijk? Ik bleef voor me kijken, naar mijn handen, mijn schrijfblok, de pen in mijn hand, streepjes trekken, poppetjes tekenen. Er werd gepraat maar het kwam maar half bij me binnen. Ik zag hem alleen maar voor me, zijn smekende blik wisselde steeds met zijn lach het afgelopen weekend. Hoeveel mensen hier hadden hem wel eens echt zien lachen? Ik keek rond, iedereen keek serieus. De begrafenis was zaterdag, hoorde ik. Er werd door de school vanuit gegaan dat we daar allemaal naar toe wilden. Dat gaf wat geroezemoes. In een nis op de gang werd een plekje ingericht, ter nagedachtenis. Je kon daar jouw persoonlijke bericht voor hem achter laten. Het ging mij benieuwen wat daar opgeschreven ging worden. Ik zou het zelf nog niet eens weten. De leraar ging de groep langs, of mensen nog wat wilden zeggen. Er kwam niet veel uit. Verbaasdheid, gespeelde geschoktheid leek het wel.
‘Hoe beleef jij dit Duco?’
Ik keek op naar de lerares die onze vertrouwenspersoon was. ‘Huh?’
‘Jij bent net nieuw hier, en dan gebeurt zoiets.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Ik vind het raar. Ik kende hem verder niet. Beetje stille jongen.’
Er werd wat gefluisterd, ik zag John grinniken. Ik kon wel raden waarom. Ik werd kwaad, nou kon hij het hebben.
‘Hij lag niet echt goed in de groep,’ zei ik ineens. ‘Dat ken ik niet van mijn oude school. Ik vond het wel jammer voor hem, ik weet niet. Ik had af en toe wel eens medelijden met hem.’
‘Medelijden?’ vroeg de lerares.
John keek net zo vragend.
‘Ja, hij viel overal buiten.’
‘Deed hij dat ook niet zelf?’ vroeg een meisje.
‘Misschien,’ zei ik twijfelend. ‘Ik weet niet wat er allemaal speelde bij hem, waarom hij dit gedaan heeft. Komen we denk ik ook nooit meer achter. En dat vind ik raar. Hier kon hij er in ieder geval ook niet mee terecht.’
Ik haalde mijn schouders op. De lerares knikte.

Meer niet. Ze knikte. Na de eerste les gingen de lessen weer gewoon door. Ik vond het niet erg, dit moest ik zelf oplossen. Aan de rest in de klas had ik toch niets. Na de tweede les zocht ik het lokaal van de lerares op. Ze zag me en glimlachte.
‘Hebt u even?’ vroeg ik.
‘Natuurlijk.’
De laatste leerlingen gingen het lokaal uit, ik deed de deur dicht.
‘Zeg het eens Duco.’
‘Dat van vanmorgen… Weet u wat er allemaal speelde in de klas?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Dat hij buiten de groep lag. Hij werd gewoon gepest, en niet te zuinig. Ik was daar zo verbaasd over, dat had ik nog nooit zo meegemaakt. Er werden ook grappen over hem gemaakt in een groep op Facebook, dat soort dingen. Deze week nog een foto. Het ging echt ver.’ Ik haalde mijn schouders op. ‘ En nou is hij er niet meer.’
‘Ja, die foto op Facebook… Daar waren we al mee bezig. Weet jij daar meer van?’
‘Nee. Vermoeden, maar zeker weten doet niemand dat.’
Ik keek schuin voor me. ‘Ik weet het verder ook niet. Maar ik baal er wel van.’ Ik keek haar aan. ’Is hij wel eens bij u geweest?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Het moet hier echt niet leuk voor hem zijn geweest. Heeft hij daar ooit hulp bij gezocht?’
‘Dat is allemaal privé, Duco. Ik ga niet vertellen met wie ik allemaal praat en waarover.’
‘Snap ik ook wel.’
De bel ging in de gang.
‘Ik moet weer verder,’ zei ik.
Ze keek me nadenkend aan. ‘Als je nog eens verder wil praten, je weet me te vinden hè?’
Bij de deur draaide ik me even kort om en knikte.

‘Waar was je?’ vroeg Abel in de gang naar het lokaal waar we les hadden.
‘Bij… Hoe heet ze eigenlijk? Die lerares?’
‘Schouten? De vertrouwenspersoon?’
‘Ja, die.’
‘Wat moest je daar nou?’
‘Praten,’ zei ik. ‘Wat anders?’
Abel lachte, snapte mijn opmerking wel. De deur van het lokaal ging open, ik keek nog even om en zag John vlak achter me staan. Had ik mijn vermoeden uit moeten spreken? Nee, zolang ik niets zeker wist… John keek nog een keer om toen hij zat, ik staarde alleen maar terug.

‘Wat moest jij eigenlijk bij Schouten?’ vroeg John meteen in de volgende pauze.
‘Hoe weet jij dat ik daar ben geweest?’ vroeg ik terug.
‘Waar kun je anders geweest zijn in de vorige pauze?’
Ik begon op mijn hoede te zijn.
‘Even praten, meer niet,’ zei ik toen.
Geen zin om te ontkennen, dat zou alleen maar raarder hebben gestaan.
‘Waarover?’
‘Jordy, en het hele gedoe eromheen,’ zei ik, ‘wat anders.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik het raar vind dat iemand zoiets doet. Waar we eigenlijk allemaal omheen staan. Zonder dat iemand over hem nagedacht heeft. Geef toe, echt vrolijk maakten we het niet voor hem hier.’
‘Hij had gewoon geen ruggengraat.’
‘En dat is een reden om dan maar gewoon door te bashen? Je hebt die foto op Facebook ook gezien, die ging toch gewoon te ver, John? En niet alleen die foto. Dat weet jij ook.’
‘Dat was toch gewoon lachen? Hij vroeg er zelf ook wel om.’
‘Hij vroeg er zelf om? Na wat hij gisteren gedaan heeft denk ik van niet. En waarom vroeg hij er zelf om? Omdat hij homo was?’
John keek me even vragend aan. ‘Hoe bedoel je?’
‘Precies wat ik zeg John. Waarom werd Jordy zo in de zeik gezet iedere keer?’
‘Gewoon…’
‘Gewoon? Hij is dood John. Ik vind dat niet gewoon.’
‘Hij… Weet ik veel. Hij… Ik snap jou niet. Hij stond steeds naar je te gluren onder de douches, hij zat zich te rukken in de toiletten daarna… Vind jij dat normaal?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Van mij mocht hij. En als ik er een probleem mee had gehad dan had ik dat zelf wel geregeld.’
‘Je bent een rare Duco. Echt.’
‘Ik niet. De situatie is raar. Weet je, ik heb het idee dat ik misschien wel het meeste normale contact met hem had van allemaal.’
Het ging hem vervelen. Dat merkte ik aan hem, aan zijn hele houding. Hij wilde verder.
‘Was lekker met hem gaan zoenen dan,’ klapte hij er uit. ‘Was lekker met hem aan een tafeltje gaan zitten.’
‘Misschien had ik dat wel gewoon moeten doen ja. Was hij er nog gewoon geweest.’
John liep al van me weg toen ik dat zei. Ik keek hem na. Wat een lul. Ik liep een stuk achter hem aan, beende naar de toiletten toe. In mijn ooghoek zag ik mevrouw Schouten kijken. Kut.

Ze zaten gewoon aan tafel toen ik de kantine binnen kwam. Ik keek nog steeds strak, trok mijn stoel naar achteren, klapte mijn broodtrommel op tafel en trok het flesje water uit het zijvak. Abel keek onderzoekend, Hans naast me lachte.
‘Alles goed, Duco?’
‘Ja hoor,’ zei ik zo gewoon mogelijk.
Ik zag John kijken maar gaf het geen aandacht. Ik pakte een boterham en begon te kauwen. Om me heen begon langzaam het gesprek weer op gang te komen.

‘Ik ben even naar buiten,’ zei ik tegen Hans na een kwartier. ‘Even bellen.’
Hij stak zijn duim op en grijnsde. ‘Neem je tijd, we hebben hierna toch een tussenuur.’
Ik lachte, gooide mijn rugzak over mijn schouder en griste mijn flesje van tafel. ‘Tot zo jongens.’
Buiten pakte ik mijn telefoon, zocht Daphne en klikte op haar. Ze nam meteen op.
‘Hé, Duuk! Hoe is het?’
‘Raar. Vanmorgen met de klas een gesprek gehad met de vertrouwenspersoon hier maar daar kwam niet veel uit. Het lijkt wel of het niemand raakt hier.’
‘Heb jij nog wat gezegd?’
‘Wilde ik niet, maar ik moest wel. Ze vroeg aan mij wat ik er van vond, omdat ik pas net in de klas ben. Ik heb gezegd dat ik het raar vond allemaal, dat ik dat niet kende van mijn oude school.’
Ik hoorde haar glimlachen.
‘Ik ben nog even met haar gaan praten naderhand.’
‘Kwam daar nog iets uit?’
‘Niet echt. Die foto op Facebook was al bekend, daar waren ze al mee bezig.’
‘Mooi te laat.’
‘Ja. Ik heb die John nog even gesproken.’
‘En?’
‘Hm. Hij snapt het allemaal nog niet. Snapt niet waarom ik er zo moeilijk over doe.’
‘Zo dom zal hij dan wel zijn. Doe rustig Duco.’
‘Ja…’
Ze lachte. ‘Ik ken je.’
‘Komt goed,’ zei ik.
‘Ik moet de les weer in.’
‘Doe Owen een knuffel van mij.’
‘Doe ik! Doei!’
Ik lachte toen ze op hing. Ik sloot even mijn ogen, keek daarna omhoog. Half bewolkt, zo slecht was het allemaal nog niet buiten. Ik bladerde door mijn telefoon. Andere dingen dan school. Ik bekeek Facebook en was verbaasd. De foto was weg. Ik was er blij mee, maar toch ook wel nieuwsgierig wie dat ineens gedaan had. Ik keek verder, maar niemand had verder iets op die pagina gedaan. Ik zuchtte, daar kwamen we nooit meer achter. Ik zag Abel naar buiten komen. Ik was verbaasd dat hij alleen was. Hij kwam recht naar me toe.
‘Hey,’ zei hij terwijl hij voor me kwam staan.
‘Hey,’ zei ik terwijl ik omhoog keek.
‘John zat net op zijn telefoon op Facebook.’
‘Dat dacht ik al.’
‘Huh?’
‘Die foto van Jordy is ineens weg.’
‘Dat bedoelde ik niet. Hij zei dat… Ben jij homo?’
Ik zuchtte en keek weer omhoog.
‘Dat heeft nog even geduurd voordat jullie daar achter zijn gekomen.’

© 2015 Oliver Kjelsson
Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!