En route (deel 4)

Beneden zagen we elkaar weer. In het centrum, ze waren een flink eind weg geland. De grijns op zijn gezicht sprak boekdelen. David glunderde niet minder. Hij grijnsde toen Olav naar me toe kwam gerend en me omhelsde.
‘Het was supergaaf, pap. Echt.’
‘Mooi zo,’ lachte ik, ‘het zag er ook super uit.’
‘Jij moet echt ook een keer. Ik weet zeker dat je het gaaf vindt.’
‘Vergeet het, kerel. Echt niet.’
Olsen verstond ons niet, maar lachte vrolijk mee. Krista keek opgelucht. Hij leefde nog. David kwam bij Olav en mij staan. Hij sloeg een arm om hem heen.
‘Morgen weer?’ vroeg hij met een grijns.
‘Mij best,’ glunderde Olav.
Ik wist het zeker, die grijns ging vandaag niet meer van zijn gezicht af. Ik moest toegeven, bij mij ook niet. Ik was trots op mijn jongen. David keek me aan en sloeg even een arm om me heen.
‘Ik heb hem onderweg nog even gezien, je had die grijns moeten zien op zijn gezicht.’
‘Zoiets als nu?’
David schudde zijn hoofd. ‘Nog breder.’
Ik grinnikte. ‘Zaten zijn oren er nog wel aan?’
‘Die zaten op zijn achterhoofd.’
Ik lachte, trok hem even dicht tegen hem aan.
‘Dank je wel.’
‘Waarvoor?’
‘Dat je hem meegenomen hebt. Dit vergeet ie nooit meer. En ik ook niet.’
David lachte alleen maar. Net zo’n grijns als Olav. Niet weg te branden. Ik keek Olsen aan. We knikten tegelijk. Ideaal moment om ergens te gaan eten.

Het werd een ronde tafel. Voor zes, zoals Olsen en ik beklonken hadden met een hoofdknik. De tafelzetting ging vanzelf, De Olsens naast elkaar, daarnaast Krista en Olav, Ik naast mijn zoon uiteraard, David zat aan de andere kant van mij. Ik voelde me goed, ben vrolijk. Olav at. Veel. De ontlading van alle spanning kwam los. Hij praatte veel, tegen mij, tegen Krista en zelfs tegen haar ouders. David praatte gezellig mee, alleen iets gereserveerder. Er werd gepraat over thuis, over de verdere vakantieplannen. Olsen vertelde dat hij over een dag verder wilde trekken. Eigenlijk niet verder, maar een klein stukje terug richting huis. Olav naast me keek me aan. Beetje kleine paniek in zijn ogen. Krista keek berustend. Ik begon te informeren, waar hij heen wilde. De plannen waren Zwitserland. Een dag of zes, daarna met een tussenstop in een hotel in Duitsland terug naar huis. Ik knikte, vertelde dat Zwitserland erg mooi was, maar prijzig. Olsen lachte dat weg. Voor Denen niet. Veelbetekenend tilde hij zijn glas op. Ik grijnsde. Als je op de drankprijzen afging, was bijna heel Europa goedkoop voor hem. Het werd een lacherige avond. Veel drank, alleen Krista bleef aan iets fris volgens mij. Druk pratend liepen we terug naar de camping. Olav en Krista voorop. Daarachter de Olsens, David en ik volgden. We zwegen, als we al praatten was het over de belevenissen van de dag. We dronken nog wat, daarna gingen de Olsens slapen. Olav ging mee met Krista, bek schrobben. En meer waarschijnlijk. Het duurde even voordat ze terug waren, David had nog een glas wijn ingeschonken. Ik had het kunnen voorspellen, Olav kwam er weer bij zitten. Deze keer niet zonder flesje, die had hij nu maar meteen gepakt. Hij vond dat hij hem verdiend had. Ik gaf hem groot gelijk.

Olav dook daarna zijn bed in, ik ging nog even naar het sanitairgebouwtje, samen met David.
‘Overmorgen de Olsens weg,’ zei David.
‘Ja,’ zei ik droog.
‘Zwitserland, staat nog op mijn lijstje.’
‘Niet bang om hem daar tegen te komen?’
‘Die trekt van hotel naar hotel. Bovendien, ik denk dat hij al weer thuis zit.’
Ik glimlachte.
‘Wat ga jij doen?’ klonk het toen voorzichtig.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Geen idee. Het bevalt me hier wel, maar ik denk dat mijn zoon me wurgt als ik hier wil blijven.’
David lachte.
‘Olav kan dat wel willen,’ zuchtte ik, ‘achter de Olsens aan, maar kan ik dat zomaar doen? Zitten de Olsens daar op te wachten?’
‘Goeie vraag.’
We waren al weer terug aan het lopen, bij zijn tent bleven we even staan.
‘Ik zal er eens een nachtje over slapen,’ grijnsde ik.
‘Groot gelijk. Welterusten, Alex.’
Ik glimlachte en sloeg zacht tegen zijn arm. ‘Welterusten.’
Ik slenterde terug naar de bus. Olav sliep al. De spanning was er uit, hij dreef nu op zijn roes. Ik glimlachte, sloot de deur voorzichtig. Ik kleedde me snel om, dook mijn slaapzak in. Olav murmelde wat, draaide zich op zijn zij. Ik kuste zijn voorhoofd en bleef nog even naar hem kijken in de flauwe schemer. Langzaam zakten mijn ogen dicht.

Olav was eerder wakker dan ik. Toch nog een restje adrenaline. Toen ik wakker werd zat hij al buiten, hij had water op het vuur gezet toen hij me hoorde rommelen in de bus. De broodjes lagen al op tafel. Ik bekeek het met een grijns.
‘Zo, jij hebt er zin in vandaag.’
Olav glimlachte alleen maar. Ik ging een keer met mijn handen door zijn haar.
‘Lekker jongen, dank je wel.’
Hij glimlachte een keer en begon te eten. Verder was hij stil, in gedachten. Ineens kwam het er uit.
‘Vertrekken wij morgen ook?’
Ik haalde mijn schouders op. Ik wist het ook echt niet. ‘Geen idee. Waar zou je heen willen?’
Kutvraag, ouwe. Hoe kon ik het mijn zoon aandoen. Ik zette hem wel erg voor het blok.
‘Zwitserland?’ vulde ik voor hem in.
Hij kon zijn glunderende glimlach niet inhouden.
‘Dacht ik al wel. Olav, even serieus, ik kan moeilijk zomaar beslissen om achter Olsen aan te gaan rijden. Ik ga me niet opdringen.’
Zijn gezicht betrok.
‘Snap je toch wel hoop ik?’
‘Je had het zelf over Zwitserland toen we gingen.’
‘Dit is wat anders Olav.’
‘Vinden ze vast gezellig. Weet ik zeker.’
Verderop kwam David zijn tent uit gekropen. Ik hield lachend de thermoskan koffie omhoog. Hij stak lachend zijn duim op en ging broodjes halen.
‘Olav, ik ga me niet opdringen.’
Opvallend dat ik zo vaak zijn naam gebruikte als ik iets echt duidelijk wilde maken. Hij voelde het. Ik meende het en hij hield zijn mond. David kwam er bij zitten en sloeg Olav een keer tegen zijn schouder.
‘Hey, vlieger. Goed geslapen?’
Olav glimlachte een keer.
‘Hoe vaak ben je nog gesprongen in je slaap vannacht?’
‘Niet. Ik heb nog nooit zo vast geslapen volgens mij.’
David lachte. ‘Ik ook niet.’
David sneed een broodje open en begon te eten. Krista liep met wat afwas van het ontbijt naar het gebouwtje. Olav stond op.
‘Denk je er nog even over na?’ vroeg hij me aan keek.
Ik knikte. ‘Maar ik blijf bij wat ik gezegd heb.’
Zijn schouders hingen toen hij weg liep. David keek even maar zei niets. Gelukkig maar. Ik wist zelf ook niet wat ik er mee moest.
‘Nog een bak?’ vroeg ik toen hij klaar was met eten.
‘Lekker.’
Ik schonk nog een keer vol, zag Olav met Krista terug komen. Ze verdwenen hun tent in. Niet veel later vertrokken ze weer, twee tennisrackets in hun hand. Olav hield hem even naar me omhoog, ik knikte en stak mijn duim op. Een kwartier laten kwam Olsen zijn tent uit. Hij glimlachte een keer en liep onze kant op.
‘Ik ga even douchen,’ zei David diplomatiek.
Ik glimlachte, Olsen pakte Olav’s stoel en ging zitten. Hij viel met de deur in huis. Olav had verteld dat wij ook nog naar Zwitserland wilden en hij zag ook wel dat Olav en Krista het goed met elkaar konden vinden. Hij had me door want hij snapte dat ik mezelf niet wilde uitnodigen dus vroeg hij het me maar. Of ik mee wilde. Ik zuchtte, vroeg of dit Olav’s idee was. Ik zag hem er goed voor aan. Hij lachte. Olav had het hem niet gevraagd, maar het was aan het gezicht van hem en Krista af te lezen geweest. Ik haalde mijn schouders op. Hoe kon ik nu nog nee zeggen. Met een grijns vroeg ik waar de reis heen zou gaan. Ergens in de buurt van Interlaken. Geen slechte keus. Ik wilde nog wat meer afspraken maken maar dat hoefde nog niet meteen. Hij stelde voor dat vanavond te doen, bij de barbecue misschien met zijn allen. Ik glimlachte. Goed idee. Olsen ging weer, brede grijns. David kwam weer terug en keek me aan.
‘Wat lach je?’
‘Mijn zoon heeft net bij de Olsens waarschijnlijk zijn zieligste gezicht opgezet.’
‘Ik kan me er iets bij voorstellen hoe dat er uit moet hebben gezien.’
Ik lachte. ‘Ik ook. Dus komt Olsen naar hier om te vragen of ik zin had om mee te gaan morgen.’
‘Doe je het?’
Ik lachte nu nog breder. ‘Heb ik een keus dan?’

Rond de middag kwam Olav terug.
‘Honger?’
‘Beetje,’ zei hij en veegde een keer met zijn hand langs zijn voorhoofd.
‘Warm?’
‘Best wel.’
‘Wie gaat dan ook tennissen met deze warmte?’
Hij haalde lachend zijn schouders op. Ik zette wat dingen op tafel voor de lunch.
‘Poeiersoepie?’
Olav knikte.
‘Je weet waar het ligt. Ik wil wel een rundvleessoepje.’
Olav stond weer op en zocht de zakjes oplossoep. Hij pakte twee mokken en vulde ze met het poeder. Water kookte, ik schonk de twee mokken vol, hij roerde.
‘Straks het dorp in, foto’s halen.’
Hij knikte flink.
‘Ben benieuwd hoe ze er uit zien.’
‘Ik ook. Bij de landing hebben ze ook foto’s gemaakt.’
‘Kunnen we daarna meteen boodschappen doen, we gaan barbecuen met zijn allen vanavond.’
Hij keek even naar me met een glimlach.
‘En ik moet even naar de bank.’
Dat nam hij voor kennisgeving aan.
‘Even geld wisselen,’ zei ik er achteloos achteraan.
Zijn kop schoot met een ruk van zijn mok hete soep waar hij in zat te blazen omhoog en keek me aan. Ik knipoogde.
‘Krista’s vader en ik hebben vanmorgen even overlegd. We gaan naar Interlaken morgen, jongen.’
‘Gaaf!’
Hij werd ineens snel. Dat wilde hij Krista gaan vertellen. Terwijl hij door at keek hij me ineens vragend aan. ‘Gaat David ook mee?’
‘Weet ik niet. Dat is zijn keus.’
‘Vraag hem dan. Hoe komt hij hier anders weg zonder auto?’
Ik lachte. ‘Volgens mij hoef je jezelf daar geen zorgen om te maken. Die redt zich wel hoor. Verderop rijdt een trein.’
‘Is toch gewoon gezellig, pap?’
Daar had hij op zich wel gelijk in. Ik keek voor me uit, In de verte kwam David aan lopen, etend aan een broodje. Wat maakte het ook uit. Olav had het naar zijn zin, dus daar hoefde ik het niet voor te laten. Ik had me verheugd op een vakantie alleen met zijn zoon, maar dat kon de dagen daarna ook nog. Bovendien: had hij wel genoeg aan mij alleen? De komende week in ieder geval niet, daar zou Krista wel voor zorgen. En David was leuk gezelschap.

Olav was vrolijk, in de bus toen we naar het dorp reden. David zat achterin. Olav had hem meteen verteld dat we mee zouden gaan naar Zwitserland en vroeg hem ook maar meteen of hij mee zou gaan. David had koel gereageerd, zei dat hij er nog even over na moest denken. Ik sprak hem nog wel. Snapte zijn houding. In de sportwinkel kregen we de foto’s te zien met, tot mijn verbazing, een stukje film. Olav glunderde weer zoals de dag ervoor. Hier hoefden we niet over na te denken; inpakken en afrekenen. Ook David trok zijn portemonnee. Olav liep voor ons uit naar de bank.
‘Wat doe je morgen?’ vroeg ik.
David haalde zijn schouders op.
‘Plek zat in de bus,’ zei ik, ‘je kunt mee.’
David keek naar me terwijl we door liepen.
‘Waar twijfel je aan?’
‘Jij bent met je zoon op vakantie. Dat is speciaal voor jullie, zo ver heb ik het wel begrepen. Daar wil ik niet tussen gaan zitten, Alex.’
‘Waardeer ik van je, maar meerijden kan toch wel? Samen ontbijten, eten ’s avonds. Maakt mij echt niet uit, is toch gezellig?’
‘Ik pak dan wel mijn eigen plek voor mijn tentje. Ga ook dingen alleen doen, net als jullie.’
Ik knikte. ‘Zien we daar wel. Komt vanzelf goed toch?’
David grijnsde.
‘Dus je gaat mee?’
Dat had Olav gehoord, hij draaide zich meteen om. David lachte naar hem. Olav draaide zich weer om en liep door. David keek me even grijnzend aan.
‘Heb ik een keus dan?’

Die nacht in de bus kwam het er uit bij Olav. Hij kroop weer tegen me aan en hield me even stevig vast.
‘Gaaf dat we mee gaan, pap. Dank je wel.’
‘Is goed, jongen.’
‘Leuk dat David ook mee gaat.’
‘Zeker.’
Hij gniffelde een keer en drukte een kleine kus op mijn wang. ‘Gaaf.’

Rond negen uur reden we weg. De Olsens waren heel vroeg opgestaan om de tent af te breken, Olav en ik hadden het wat dat betreft een stuk makkelijker. Ook David had zijn tentje zo opgeruimd en in mijn bus liggen. Olsen had aangegeven dat ik maar voorop moest rijden met mijn bus. Ik had voorgesteld dat we elkaar wel weer op de plaats van bestemming zouden zien maar dat vond hij maar niets. Samen uit, samen thuis. Zo ver leek het ook niet, maar dat viel nog tegen. Halverwege de middag kwamen we aan in een dorpje niet ver van Interlaken. Het was even zoeken naar de camping, het was een behoorlijk steil weggetje omhoog. Ik vloekte binnensmonds. Ik vroeg me serieus af of de bus dat ging halen. Ik liet hem aan de kant staan, half in de berm. Olsen kwam achter me staan. Ik stapte uit en liep naar hem toe. Hij kon beter eerst gaan. Daarna zou ik wel zien of ik het ging halen. Olsen knikte en wenste me succes. Zat ie nou te lachen? Ik stapte weer in en Olav keek me een beetje bezorgd aan.
‘Komt wel goed,’ zei ik, ‘als ik het maar rustig doe.’
Ik koppelde, gaf wat gas. De motor maakte lawaai maar traag en zonder verder te schakelen kwam ik boven. Olsen stond grijnzend naast zijn auto te wachten. Ik stapte uit en lachte.
‘Als je had gekoppeld was je meteen stil gevallen,’ zei David achter me.
Ik knikte lachend, zag naast me Olav bij Krista staan. Ik volgde Olsen het gebouwtje in. David, Olsen en ik bogen ons over de plattegrond en besloten te gaan kijken. Met zijn allen liepen we rond en vonden achteraan op een veld een leuke plek waar me met zijn drieën konden staan. David had ruimte over met zijn kleine tentje en wees er naar. Als Olsen zijn auto op zijn plek zou zetten dan hadden zij ruimte genoeg voor hun tent. Ik zou in de hoek kunnen staan. Olsen knikte en keek naar mij. Ik vond het best. Wij in de hoek, David in het midden, de Olsens daarnaast.

David had zijn tentje zo staan, terwijl mijn bus al stond. Helemaal vlak was het niet. Ik had twee schuine kunststof blokken bij me waar ik achteruit op moest rijden. Olav gaf aanwijzingen. Ik keek een keer en knikte goedkeurend.
‘Hier doen we het mee, Olav.’
Olav knikte. David trok de rest van zijn spullen van de achterbank en richtte zijn tent verder in. De Olsens waren al een heel eind. Dat viel me nog niet tegen. Binnen een uur zaten we onder mijn luifel, glas op tafel. Olav en Krista waren de camping aan het verkennen. Olsen stelde voor om in het restaurantje te gaan eten dat aan het begin van de camping stond. David en ik stemden toe. Ik had echt geen zin om nog te gaan koken. Ik was moe. Het was bloedheet geweest in de bus onderweg. Ramen konden ook niet echt open want dan was David van de achterbank gewaaid. We praatten over de rit en over de douche die we eigenlijk nodig hadden. Olsen ging met zijn vrouw de tent verder inrichten, David schonk de glazen nog een keer vol.
‘Proost,’ zei hij.
‘Proost,’ zei ik, ‘op de rest van de vakantie.’
‘Ja.’
Ik keek hem vragend aan. Hij zei het ook wel erg raar. David keek alleen maar terug.
‘Had je hier liever met hem willen zitten?’
‘Dat heb ik wel afgesloten.’ Kleine stilte. ‘Weet je, ik vraag me af of het niet mijn schuld is. Ik had mijn tentje al meegenomen terwijl we samen in hotels zouden gaan zitten. Dat moet hij ook gezien hebben. Maar dan nog, ik heb vooraf al zitten kijken hoe het openbaar vervoer geregeld was hier in Zwitserland, ik ging er al vanuit dat ik hier alleen naar toe zou gaan. Ik heb het ook niet echt een eerlijke kans gegeven.’
‘Je kunt ook de conclusie trekken dat je misschien helemaal niet samen op vakantie had moeten gaan. Ik krijg het beeld dat het daarvoor ook al niet echt goed ging.’
‘Misschien wel.’
Ik tilde mijn glas op. ‘Niet teveel over piekeren. Je zit nu hier.’
Hij glimlachte flauw, tilde zijn glas op en nam een slok.

De volgende dag gingen we het dorp verkennen. “We”, dat waren Olav en ik. De Olsens gingen naar boven, David ging in zijn eentje op stap. Olav en ik hadden nog aangedrongen om met ons mee te gaan, maar daar wilde hij niets van weten.
‘Laat mij maar,’ had hij gezegd, ‘ik ga even zelf een eindje lopen.’
Olav had mij verbaasd aan gekeken, ik snapte het wel. Kort na het ontbijt was David weg. Olav en ik vertrokken een uur later. Op ons gemak liepen we het dorp in. Er was minder te doen dan in het dorp in Frankrijk, dat viel ons meteen op. Maar hoe dan ook, ik genoot van de dag alleen met mijn zoon. Olav had eigenlijk met Krista mee willen gaan maar ik merkte dat het hem ook wel beviel, achteraf gezien. Het sfeertje tussen ons van de eerste dagen was er weer. Hij was weer aanhankelijker, trok me souvenirwinkeltjes in en uit. Af en toe keek hij me glimlachend aan. Dat gaf me een goed gevoel. Ik sloeg af en toe een arm om hem heen, trok hem even dicht tegen mij aan. Iedere keer voelde ik zijn arm en zijn hand op mijn rug. Vader en zoon op stap. En daar kwam niemand tussen.

Ik moest weer aan de camping in Frankrijk denken toen ik met twee plastic tassen terug naar boven liep. Ik was blij dat ik er was. Het was warm, de zon brandde. Snel deden we alles wat gekoeld moest worden in de koelbox en trokken daarna een biertje open. Ik nam net mijn eerste slok toen David aan kwam lopen. Ook hij had een tas met boodschappen bij zich. Hij pakte zijn stoel, ging zitten met een zucht.
‘Biertje?’ vroeg ik.
‘Lekker.’
‘In de koelbox, kun je meteen jouw spullen er bij leggen die koud moeten blijven.’
Olav grijnsde. David keek naar hem en grijnsde terug.
‘Waar ben je geweest vandaag?’ vroeg ik toen hij weer zat.
‘Waar niet?’ zuchtte hij. ‘Ik ben tot het volgende dorp gelopen. Daar wat gegeten en weer terug. Boodschappen gedaan. Wat een kuitenbijter is dat weggetje hier naar de camping zeg.’
‘Lekker hè?’
‘Ik ga zo even douchen.’
‘Ga ik met je mee,’ zei ik.
David keek me spottend aan met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Spannend.’
Olav lachte, ik kreeg een rode kop, dronk mijn flesje verder leeg.
‘Ga jij zo ook mee douchen?’ vroeg ik Olav.
‘Ik pak wel een eigen douche, pap.’
David schoot in de lach, ik boog voorover om hem een klap tegen zijn hoofd te geven die hij handig ontweek.
‘Rotjong.’
Zijn ogen glinsterden, we glimlachten naar elkaar. Ik stond op.
‘Ja, ik ga douchen,’ zei ik beslist.
David zocht zijn spullen in zijn tentje, Olav dook achter in de bus. Met zijn drieën liepen we weg. Zonder wat te zeggen pakte iedereen zijn eigen douche. Ik hoorde Olav naast me bezig, David aan de andere kant van mij hoestte een keer. Ik dacht terug aan zijn opmerking. Had hij het gemeend? Was ik er op in gegaan als Olav er niet bij was geweest? Ik wist het niet. Waarom maakte ik die opmerking ook? Ik had hem niet eens zo bedoeld, ik had nog niet eens in de gaten wat ik zei. David maakte de grap, niet ik. Zou hij er iets mee bedoeld hebben? Ik spoelde de shampoo uit mijn haren en stapte onder het water uit. Ik droogde me af en hoorde naast me dat Olav net klaar was. Straks nog even scheren, daar had ik vanochtend geen zin in gehad. Ik stond al bij de wastafel toen David naast me kwam staan.
‘Zo, dat scheelt,’ zei hij droog terwijl hij zijn haren kamde. Achter ons haalde Olav de deur van het slotje en kwam naar ons toe. Ik zag hem in de spiegel, grijnsde. Olav wilde zich scheren.

Ik was vroeg wakker, zag door het gordijntje da het weer een zonnige dag zou worden. Olav lag weer tegen me aan, arm half over me heen. Ik glimlachte, tilde voorzichtig zijn arm van me af en kroop de bus uit nadat ik mijn kleren had aangetrokken. Met een zucht ging ik in mijn stoel zitten om verder wakker te worden. David was vroeg deze ochtend. Ik zat nog geen vijf minuten toen hij uit zijn tentje kwam gekropen. Hij glimlachte, kwam er bij zitten. Ik zette koffie, David ging broodjes halen.
‘Wachten we op Olav of beginnen we alvast?’ vroeg ik toen hij terug was.
Voor hij iets kon zeggen rommelde er wat in de bus.
‘Wachten,’ glimlachte hij.
Niet veel later kwam Olav de bus uit met een slaperige kop. Hij had het laat gemaakt de avond ervoor. Geen idee waar hij met Krista was geweest, maar de Olsens wilden al gaan slapen toen ze terug kwamen. Olav krabde een keer aan zijn hoofd en slenterde nar zijn stoel. Hij wenste ons een goede morgen met een erg krakerige slaapstem. Hij had zijn boxershort aan en ik zag David kijken. Niet raar, dat deed ik ook. Olav had weer niets in de gaten, in zijn kruis was nog niet alles tot rust gekomen. Ongegeneerd ging hij zitten, David trok zijn blik er maar met moeite van af. Ik liet niets merken, voelde me er ook een beetje ongemakkelijk bij. Olav stond weer op, slenterde naar het toilet. David keek hem na, iets verderop deed Krista dat ook. Niet veel later was hij terug, we konden gaan eten. Op Olav’s vraag wat we gingen doen vandaag had ik maar één antwoord; “Geen moer”. Ik was moe, ik was lui. Ik wilde gewoon lekker onderuit zitten, met een boek en wat te drinken. Olav wilde dan wel het zwembad in dat bij de camping lag. Goed idee, misschien dook ik daar ook nog wel een keer in vandaag. Naast ons zag ik een discussie ontstaan bij de Olsens. Zij wilden weg, Krista wilde blijven. Het zwembad, dat was wel duidelijk. Ik liet het maar gaan, daar konden ze zelf goed uit komen. Ze bleef volhouden zag ik, ook zag ik de gespannen blik van Olav. Olsen keek even onze kant op. Ik zag hem twijfelen. Niet veel later kwam hij mijn kant op, vroeg of ik op de camping bleef. Toen hij dat wist ging hij overstag. Ze mocht blijven, zeker nadat ik had beloofd voor eten te zorgen. David knipoogde nadat zowel Olav als Krista breed zaten te glunderen. Hadden de Olsens nou helemaal niets in de gaten? Ik vroeg het me hardop af aan David toen Olav was gaan douchen.
‘Laat ze toch,’ was zijn reactie.
‘Is het ook niet een beetje mijn verantwoordelijkheid?’
‘Zij hebben ook ogen in hun kop, Alex. Bovendien, Olav is een goeie jongen toch?’
‘Tuurlijk,’ grinnikte ik.
‘Nou dan. En je bent in de buurt, ze kunnen niet stiekem de tent of bus in glippen.’
‘Heb je gelijk in.’
David rekte zich uit.
‘Wat ga jij doen vandaag?’
‘Ik rij met de Olsens mee. Ze zetten me af in Interlaken.’
Ik knikte. Olav kwam terug en ging zitten.
‘Ik pas de bus terug. Daarna ga ik boodschappen doen en jullie eten mee.’
Ik keek hem aan met een vragend gezicht.
‘Als ik gebruik mag maken van jullie gaspitten en barbecue.’
‘Nou,’ zei ik nadenkend met een schuine blik naar Olav, ‘wat vind jij?’
‘Dan moet het wel heel lekker zijn,’ speelde hij serieus mee.
‘Ik zal mijn best doen,’ zei David schuldbewust met een lach, ‘echt.’
Ik grijnsde. ‘Komt goed. Ik reken daarna wel met je af voor het eten.’
‘O nee,’ protesteerde hij meteen. ‘Mijn kosten. Jullie hebben al genoeg voor mij gedaan. Ik kan meerijden, mee ontbijten. Ik betaal.’
Ik zuchtte. ‘David, doe normaal.’
‘Dan geen eten.’
‘Pap, hou je je mond?’ zei Olav.
‘Oké, oké, ik zeg al niets meer.’
We lachten. Olav stond op, dook de bus in en kwam na een hoop gerommel in zijn zwemshort weer naar buiten. Hij had een grote handdoek vast die hij over de rugleuning van zijn stoel hing. Hij rekte zich nog een keer uit. Hij was bruin geworden al. Zijn armen wat meer dan zijn borst en buik, maar hij kleurde goed bij. Zijn short zat wat laag, er liep een lijntje haar naar zijn navel. Hij trok zijn armen omhoog achter zijn hoofd, zijn heupen duwden naar voren. Ik zag Krista kijken in mijn ooghoek. David zocht zijn spullen bij elkaar, de Olsens wilden vertrekken. Niet veel later zat ik alleen, mijn zoon die in de verte naar het zwembad liep met zijn vakantievriendinnetje. Ze had haar bikini aan, met een groot lang T-shirt er overheen. Ik glimlachte en sloot mijn ogen. Rust.

Rond een uur of een kwamen ze terug. Olav grijnzend, Krista verlegen glimlachend. Na nog geen half uur waren ze al weer weg. Terug naar het zwembad. Na een uur ging ik een rondje lopen. Bij het zwembad bleef ik staan. Ik zag ze nergens. Ik speurde het grasveldje af maar zag ze ook nergens liggen. In mijn hoofd ging een lampje branden. Mijn vermoeden bleek juist. In het sanitairgebouw was één douchedeur dicht. Ik stond op een afstandje, ik zag hun voeten. Het was stil. Of ik wilde of niet, ik bleef staan. Hun voeten stonden dicht bij elkaar, ze stonden te zoenen, dat was duidelijk. Olav’s voeten zetten een kleine stap achteruit. Ik zag zijn zwemshort op zijn voeten vallen. Ik wist waar ze nu naar keek, wat ze nu zag. Ik knipperde met mijn ogen. Ik moest weg hier. Vlak voor ik ging zag ik Olav door zijn knieën zakken en zijn handen zijn short weer optrekken.

Geniepig ventje heb ik toch als zoon. Met het meest onschuldige gezicht kwam hij een uur later bij de bus om wat te drinken te halen voor hem en Krista. Ging ik wat zeggen? Nee, nog niet. Hij nam de blikjes mee en vertrok weer. Nagestaard door mij. Wat moest ik ook zeggen? Ik stond op, zocht in mijn tas tot ik ze gevonden had. Ik pakte een paar condooms en stopte ze in zijn toilettas. Dat gesprek kwam later wel.

David was laat. De Olsens waren al weer terug, Krista zat bij ze. Olav zat bij mij onderuit in een stoel.
‘Ik ga zo even douchen, even het chloor er af.’
‘Is goed jongen.’
Hij zocht in de bus zijn spullen bij elkaar, handdoek, toilettas. Moest ik hem zo laten gaan? Hij schrok zich misschien kapot als hij daar pas in zijn toilettas zou kijken.
‘Ik heb hem even aangevuld,’ zei ik ineens met een knik naar zijn spullen.
Olav keek verbaasd.
‘Je toilettas.’
‘Wat is daarmee.’
‘Heb ik aangevuld. Kijk maar.’
Olav trok de rits open en keek er in. Meteen zag hij wat ik bedoelde. Met een rode kop bleef hij er in staren. Nu moest ik iets goeds zeggen.
‘Zomaar, voor de zekerheid,’ zei ik.
‘Hoezo?’
Ik glimlachte. ‘Olav…’
Even keken we naar elkaar.
‘Ik heb wel door wat er tussen jou en Krista is. Leuk meisje.’
‘Pap…’ zei hij ongemakkelijk.
‘Je hoeft niks te zeggen jongen. Mocht er iets gebeuren dan heb je ze bij je.’
‘We zijn gewoon gaan zwemmen.’
Ik trok mijn wenkbrauwen omhoog. ‘Olav, de manier waarop jullie naar elkaar kijken zegt me al genoeg. Ik zeg ook niet dat je ze moet gebruiken, ik geef ze gewoon voor de zekerheid.’
‘Maar…’
‘Laat maar. Je hebt ze nu. Olav, je bent zestien. Ik weet ook nog wel hoe dat voelt. Voor je het in de gaten hebt zit je in een situatie dat het gebeurt. Laat het je niet verrassen, doe geen domme dingen. Gebruik ze als het er van komt.’
Hij voelde zich ongemakkelijk, maar waardeerde aan de andere kant ook wel de openheid die ik gaf.
‘Ik weet ook niet of je ze zelf bij je hebt, of je ze al ooit een keer gebruikt hebt of nodig hebt gehad.’
‘Ik heb het nog nooit gedaan, pap.’
Dat kwam er serieus uit, maar niet schamend. Gewoon een mededeling, een constatering. Zo kende ik hem weer.
‘Had toch gekund,’ zei ik.
Dat streelde hem. ‘Misschien wel.’
Hij herstelde zich met een grijns. ‘Dank je wel pap.’
Dat was niet alleen voor de condooms zelf, dat begreep ik wel.
‘Heb je er nou nog wel genoeg voor jezelf?’
Ik grijnsde terug naar zijn lachende gezicht.
‘Maak je geen zorgen, ik heb er nog genoeg.’
Hij stond op om te gaan douchen. Moest ik nog iets zeggen over de afgelopen middag? Hij gaf zelf de opening.
‘Dank je wel, pap. Maar ik heb ze denk ik toch niet nodig. Zo ver zijn we nog helemaal niet.’
‘Dat zag er vanmiddag toch anders uit.’
Hij keek me verschrikt aan.
‘In de douches, Olav. Jullie voeten staken onder de deur uit.’
Zijn ogen werden groter. Ik grijnsde.
‘Heb je ons gezien? Ben je nog gaan douchen dan?’
‘Ik was altijd mijn handen na het pissen, jongen. Jij toch ook?’
Hij glimlachte, maar voelde zich toch betrapt.
‘Waarom denk je anders dat ik over die condooms ben begonnen?’
Hij glimlachte op een goede manier. Ik knipoogde, daarna ging hij weg. Hij liep expres in de weg toen hij David tegen kwam. Die pakte hem vast en draaide hem lachend om. Olav glipte uit zijn handen en liep snel door naar de douche. David kwam lachend op me af gelopen. Ik pakte een biertje voor hem en mezelf.
‘Leuke dag gehad?’
‘Mooie stad, moet je zeker gaan kijken.’
Hij legde een stapeltje folders en tijdschriften op tafel.
‘Leesvoer voor morgen,’ verduidelijkte hij.

Olav kwam terug, vroeg aan David wat hij allemaal gedaan had. Hij pakte een biertje voor zichzelf en zette er ook twee voor ons neer. Hij bladerde door het stapeltje heen en keek in een folder.
‘Kan dat hier in de buurt?’ vroeg hij aan David.
David knikte. Ik kon niet zien waar Olav in zat te kijken, het lag plat op zijn benen, voor mijn zicht net achter de tafel.
‘Ga je dat doen?’ vroeg Olav.
‘Misschien,’ zei David.
Olav en hij keken elkaar met een veelbetekenende grijns aan. Dat was dus geen “misschien” meer vanaf dat moment.
‘Wat?’ vroeg ik achterdochtig.
Olav hield de folder omhoog. Voorop een foto van een bungyjumper die vanuit een gondel naar benden sprong. Daar boven de grote letters “ABENTEUER”. Avontuur, wat anders? Ik zuchtte.

‘Nee hè?’ zei ik voor me uit.

© 2008 Oliver Kjelsson