Jeumig (deel 12)

Auke liep voor me terug het huis in, trok de koelkast open en keek me vragend aan. Ik knikte en kreeg een flesje van hem. Ze tikten tegen elkaar, hij lachte naar me. Daarna ging hij de kamer in. Ik volgde, ging bij Kjeld op de grond zitten. Ik zat met mijn gedachten nog helemaal buiten, achter de garage. Het gloeide in mijn buik, mijn hoofd was licht. Mijn blik schoot iedere keer naar Auke, die af en toe stiekem terug keek. Ik kon niets van zijn gezicht af lezen. Het maakte me onzeker. Ik moest hem nog onder vier ogen spreken voor ik naar huis ging. Om me heen werd gelachen, ik lachte maar mee. Ik stond op, ging nog wat te drinken halen. Het was niet helemaal toevallig dat Auke al in de keuken was. Ik stond naast hem, wilde wat zeggen maar ik hoorde Jelle.
‘Lekker Mark, trek er voor mij ook maar een open.’
Auke keek even naar me. Lachte hij nou? Ik gaf Jelle zijn flesje, bleef tegen het aanrecht hangen. Auke ging weer.
‘Was jij net nou kwaad op Marloes?’
‘Beetje. Niet echt kwaad. Maar ze moet zich eens niet zo met mij bemoeien.’
Jelle glimlachte. ‘Ze bedoelt het goed.’
‘Kan wel zijn, ik heb er geen zin in.’
Jelle haalde zijn schouders op. Ik keek de keuken eens rond. Groot, zoals alles in dit huis. Ik liep achter Jelle aan de kamer weer in en zag op een prikbord een foto hangen van Martijn en Auke. Achter in de tuin genomen, zag ik. Ik glimlachte. Vlak voor ik verder wilde lopen zag ik nog een briefje hangen, met de telefoonnummers van Martijn en Auke. Ik kreeg het even warm, keek om me heen. Snel pakte ik mijn telefoon en zette zijn nummer in mijn toestel. Terwijl ik mijn telefoon weer in mijn broekzak liet glijden ging ik terug. Kjeld keek naar me en glimlachte.
‘Weer een berichtje uit Zwitserland?’ vroeg hij toen ik naast hem ging zitten.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee,’ zei ik voor me uit.
Ik keek op mijn horloge, het werd al laat.
‘Wat was er dan met jouw telefoon?’
‘Niks, ik keek gewoon even of er nog iemand gebeld had.’
Kjeld keek mee spottend aan. ‘Hoopte je dat?’
‘Kjeld, alsjeblieft.’
‘Ze lieten je net lekker alleen met Auke buiten, of niet?’ Kjeld grinnikte.
Ik grijnsde, het gloeide nog steeds van binnen. ‘Niet over hebben nu, iedereen luistert mee als we niet uitkijken.’
Kjeld knipoogde naar me.
‘Wat mogen wij niet horen?’ vroeg Marloes.
Te laat, ik keek betrapt. ‘Niets bijzonders,’ zei ik zo gewoon mogelijk.
‘Vertel op, Mark,’ bemoeide Linda zich er mee.
‘Er is helemaal niks,’ zei ik dwars.
Marloes lachte, stond op. ‘Ik kom er toch wel achter.’
‘Doe je best,’ zei ik uitdagend.
Ik zag Auke kijken, lichte paniek in zijn ogen. Meteen draaide hij zijn hoofd weer, hij wilde echt niets laten merken. Kjeld zag het, kon met moeite zijn gezicht strak houden. Die had een vermoeden. Of misschien wel niet, lachte hij alleen maar omdat ik alleen met Auke was geweest zonder dat er iets gebeurd was. Ik zuchtte, het was pas anderhalf uur geleden dat ik hem weer had gekust en nu gaf het al problemen. Jeumig. Kon er nou niets geheim blijven in dit dorp? Marloes kwam terug de kamer in en ging naast Kjeld zitten, dicht tegen hem aan.
‘Vertel het eens aan Marloes,’ lachte ze terwijl ze een arm om hem heen sloeg. ‘Waar is onze Mark allemaal mee bezig?’
‘Nergens mee,’ zei Kjeld lachend.
‘Ik geloof er niks van.’
‘Ik weet niets,’ grinnikte Kjeld terwijl ze hem kietelde.
Ze trok zijn hoofd tegen haar schouder, kuste zijn voorhoofd. ‘Lieve Kjeld…’
Kjeld lachte nu hard, keek naar Martijn. ‘Help, ze wordt wild.’
‘Jouw probleem,’ zei Martijn lachend. ‘Je kunt het maar beter vertellen Kjeld, eerder houdt ze niet op. Ik kan het weten.’
‘Luister naar mijn vriendje, Kjeld.’ Ze lachte, kuste zijn hoofd weer en kietelde. Kjeld probeerde los te komen, duwde zich van haar af. Hij hing tegen me aan. Ik sloeg mijn arm om zijn nek, hield hem vast.
‘Laat ze maar doen, Kjeld.’
‘Mark,’ zei Marloes, ‘Kjeld is geen homo. Dat win je nooit.’
Iedereen lachte, ik lachte maar mee. Auke keek minder vrolijk. Ik liet Kjeld weer los, waardoor hij meteen weer in de greep van Marloes kwam. Hij lachte nog steeds, maar keek even in halve paniek naar mij. Ik trok mijn wenkbrauwen een keer veelbetekenend op. Marloes ging door met haar offensief, gaf niet op. De rest van de kamer volgde het al niet meer, behalve Jelle, Linda en Martijn. En Auke.
‘Je kunt het ons toch wel vertellen,’ kuste ze lachend.
Kjeld werd nu echt verlegen. Hij voelde zich knap ongemakkelijk. Niet alleen door de vragen die ze stelde, maar door de hele situatie. Dit was niets voor hem.
‘Oké oké,’ zei hij wanhopig.
‘Hij wordt verstandig,’ zei Marloes zuchtend.
‘Laat je me dan los?’
‘Natuurlijk.’
‘Doe dan.’
Ze liet haar arm ontspannen en van hem af glijden.
‘Dank je,’ zei Kjeld en stond meteen op. Grinnikend vluchtte hij naar de keuken.
‘Dat is niet eerlijk,’ protesteerde Marloes lachend.
Bij de opening naar de keuken draaide hij zich om en stak zijn tong een keer uit. Jelle keek een keer naar mij, zag dat ik opstond en Kjeld achterna ging.
‘Wat moet ik nou?’ vroeg Kjeld aan me toen we even alleen waren.
‘Zolang je maar niets verteld over wat er toen bij mijn huis gebeurd is tussen mij en je weet wel,’ zei ik.
Hij zuchtte een keer lachend. Jelle kwam er bij staan, Marloes volgde. Ze liet Kjeld niet gaan, sloeg haar armen weer om hem heen. Kjeld zuchtte weer.
‘Marloes,’ zei Jelle redelijk strak, ‘het is leuk geweest.’
Ik keek een keer naar hem, hij keek begripvol terug. Marloes ging gewoon door. Kjeld gaf op.
‘Wie is het?’ vroeg ze.
‘Niemand,’ zei Kjeld, ‘je zoekt er veel meer achter dan je denkt. Als ik het je vertel dan denk je meteen “was dat het nou”. Maar misschien is het juist wel leuker om je nieuwsgierig te laten.’
Jelle lachte. Marloes liet het er niet bij zitten.
‘Goed, ik vertel het je wel,’ zei Kjeld na nog een kus, op zijn oor deze keer toen hij nog net zijn hoofd weg had kunnen draaien. Ik schrok.
‘Ik zag hem net uit de keuken komen terwijl hij zijn telefoon wegstopte. Ik vroeg alleen maar of hij nog een sms uit Zwitserland had gehad. Da’s alles.’
Hij keek schuldig naar me, vroeg om begrip in zijn blik. Ik glimlachte alleen maar dankbaar terug. Ik had het niet beter op kunnen lossen.
‘Nog een? Je had er al eentje gehad?’ Marloes keek me vragend aan.
‘Ja, net na middernacht. Is dat zo gek? We zijn nog steeds gewoon vrienden hoor.’
Marloes nam er genoegen mee. Jelle keek glimlachend naar me. Marloes haalde een beetje teleurgesteld haar schouders op.
‘Dat had je net toch ook gewoon kunnen vertellen?’ vroeg ze verbaasd.
‘Jawel,’ zei Kjeld, ‘maar jij bent zo lekker snel op de kast te jagen.’
Voor ze hem kon pakken glipte hij lachend de kamer weer in. Jelle lachte, ik ook. Ik genoot van die jongen. Kjeld de stille, die af en toe lekker raak uit de hoek kon komen. Marloes keek me weer aan.
‘Leuk voor je,’ zei Jelle tegen mij.
Ik knikte.
‘Bloeit het toch weer gewoon op?’ vroeg Marloes.
‘Nee, Marloes, echt niet. Gewoon goede vrienden, dat is alles. Niet meer dan normaal om elkaar een berichtje te sturen met nieuwjaar.’
Ze glimlachte. ‘Maar diep van binnen…’
‘Alleen maar goede herinneringen, ja,’ kapte ik haar af.
Jelle glimlachte, Marloes ging terug de kamer in. Hij keek me aan, sloeg even een arm om me heen.
‘Blij dat je de oude Mark weer bent,’ zei hij.
Dat raakte me. ‘Nieuw jaar, nieuw begin,’ zei ik voor me uit.
Ik dacht aan Peter. Had Marloes gelijk? Bloeide het nog steeds van binnen? Ik wist het niet. Ik moest gewoon vooruit. In de kamer zag ik Auke zitten. Ik wilde ook gewoon vooruit. Jelle en ik liepen terug, ze hadden het nog steeds over mij. Ik zag Auke kijken, die moest het gehoord hebben. Wat zou hij nu denken? Ik moest met hem praten, nog voor ik naar huis ging, deze nacht nog. Ik wilde het uitleggen, alles. Jelle en Linda gingen, vrienden van Auke vertrokken. We waren nog met zijn vijven over, Marloes en Martijn, Kjeld, Auke en ik. Hij was naast me komen zitten, zijn knie raakte af en toe onopvallend die van mij. De ouders van Martijn en Auke kwamen thuis, we wensten elkaar het allerbeste voor het nieuwe jaar, ze dronken nog wat met ons mee. Martijn en Marloes stonden op, hij ging haar naar huis brengen. Eigenlijk wilde ik ook gaan, ik wilde Auke spreken. Voor ik het wist had ik ineens een glas champagne voor me staan. Kjeld dronk langzaam, ik werd ongeduldig. Met zijn ouders er bij was praten ook onmogelijk. Ik begon te balen. Ik had mijn glas allang leeg, bedankte voor een nieuwe. Eindelijk, Kjeld had zijn glas leeg. Ik zat te denken hoe ik het moest aanpakken. Ik kon het eigenlijk niet maken hem alleen naar huis te laten rijden, niet op deze avond. Zou hij het begrijpen? We stonden op.
‘Wij gaan naar bed, Auke,’ zei zijn moeder, ‘we ruimen morgen wel op.’
‘Ik zet de glazen zo nog wel in de keuken,’ zei hij.
‘Even helpen?’ vroeg ik.
‘Nee, hoeft niet, is zo gebeurd,’ glimlachte hij.
Had hij nou haast? Ik zag aan hem dat hij naar buiten wilde, weg van zijn ouders. Kjeld en ik trokken onze jassen aan, Auke volgde ons meteen naar buiten. Kjeld stapte op zijn fiets, keek even naar ons.
‘Rij voorzichtig,’ zei Auke.
‘Bedankt, het was gezellig,’ zei Kjeld.
Ik treuzelde, wist niet wat ik moest doen. Auke had zijn handen diep in zijn broekzakken zitten met gestrekte armen.
’Koud zonder jas?’ lachte ik.
‘Beetje,’ zei hij bijna verlegen.
Kjeld keek en glimlachte. ‘Ik wacht voor het huis wel.’
Dank je wel Kjeld. Ik was hem zo dankbaar. Hij reed naar de voorkant van het huis. Ik keek naar Auke, half zittend op mijn fiets.
‘Wat weet hij van ons?’ vroeg Auke argwanend.
‘Hij was er toen bij,’ zei ik, ‘geen idee wat hij verder denkt.’
‘Auke…’ zei ik. ‘Mark…’ zei hij tegelijkertijd.
We lachten.
‘Auke, ik…’
‘Ha, Kjeld,’ hoorden we Martijn zeggen aan de voorkant van het huis.
Hij reed meteen door, hoorden we, na een paar tellen kwam hij de hoek om.
‘Markie,’ lachte hij.
‘Ha, Martijn,’ zei ik zo gewoon mogelijk.
Ik zag Auke naar me kijken. Martijn stapte af, zette zijn fiets binnen en kwam er bij staan. Dat praten kon ik nu wel vergeten.
‘Zijn pa en ma al naar bed?’
Auke knikte. ‘Je kunt mooi helpen met de glazen op te ruimen.’
‘Doen we zo even. Was een leuke avond, of niet, Mark?’
‘Zeker,’ zei ik.
Ik ging maar. Dit ging niet meer lukken. Kjeld stond voor het huis te wachten, en Martijn ging echt niet eerder naar binnen. Ik sloeg Auke maar een keer tegen zijn arm.
‘Welterusten straks,’ zei ik.
‘Welterusten, Mark,’ zeiden ze tegelijk.
Ik stapte op, reed weg en stak mijn hand nog een keer op. Jeumig, ik was er zo dichtbij. Ik vroeg me af wanneer ik hem weer alleen zou zien. Kjeld reed naast me verder.
‘Waar bleef je nou?’
‘Even nog met Martijn en Auke praten,’ zei ik.
‘Hij kwam net te vroeg thuis, of niet?’ grinnikte Kjeld naast me.
‘Dat kun je wel zeggen, ja.’
‘Had je niet met hem kunnen praten toen jullie met dat vuurwerk bezig waren?’
‘Daar wilde ik het juist nog met hem over hebben.’
‘Wat is er gebeurd dan?’
‘Vertel ik je allemaal nog wel een keer.’
‘Hetzelfde als bij jou thuis?’
‘Zoiets,’ zei ik.
Naast me keek Kjeld me lachend aan. We waren bij zijn huis aangekomen.
‘Sorry dat ik het verteld heb van dat sms-je.’
‘Je hebt het mooi opgelost, Kjeld. Dank je wel.’
Hij glimlachte verlegen.
‘Welterusten,’ zei ik.
‘Welterusten,’ zei hij. ‘Het was gaaf. Dank je wel.’
Even hield hij me vast, daarna ging hij naar binnen. Met mijn hoofd vol vragen reed ik naar huis. Thuis en bij de buren was het donker. Mijn ouders lagen dus al in bed. Ik deed zachtjes, sloop de trap op. In mijn slaapkamer deed ik mijn kleren uit en kroop in bed. Ik zocht mijn telefoon, dacht even na en vond dat ik het gewoon moest doen.

Welterusten, Auke. XXX Mark

Ik wist ook niet wat ik er verder in moest zetten. Maar ik wilde laten weten dat ik het allemaal meende. Dat ik hem gewoon leuk vond. Dat ik het niet zomaar gedaan had. Dat ik verliefd op hem was. Een paar minuten later kreeg ik er eentje terug.

Hoe kom je aan mijn nummer? Slaap lekker. XXX

Ik glimlachte. Prikbord keuken stuurde ik terug wat me een smiley opleverde een minuut later. Het werd weer wat rustiger in mijn hoofd. Het zou allemaal wel goed komen.

Ik sliep lang uit de volgende ochtend. Pas in het begin van de middag kwam ik mijn bed uit. Ik kreeg een paar kussen van mijn moeder en Evelyn, mijn vader gaf me een hand. Ze vroegen hoe het geweest was.
‘Het was gezellig,’ zei ik vrolijk.
‘Een goed begin van het jaar,’ zei mijn moeder.
Dat kon je wel stellen ja. Een super begin van het jaar zelfs.
‘Hoe was het met Kjeld?’
‘Hij had het even moeilijk,’ zei ik.
‘Is ook niet gek.’
‘Nee,’ zei ik. ‘Ik hoorde dat er veel mensen bij het monumentje waren vannacht.’
‘Daar is de politie nog bij geweest zelfs,’ zei mijn vader.
‘Politie?’
Mijn vader knikte. ‘Rond een uur of twee. Ze vielen fietsers lastig die langsreden, gooiden rotzooi naar auto’s.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Helemaal in de geest van Hendrik.’
‘Zoiets mag je niet zeggen, Mark,’ zei mijn moeder.
‘Dan denk ik het voortaan wel,’ zei ik dwars.
‘Da’s beter. Doen wij ook.’
Ik grijnsde naar haar, ze glimlachte veelbetekenend terug.
‘Hoe weet je dat trouwens?’ Ik keek naar mijn vader.
‘Ik zag de buurman van de andere kant vanmorgen nog even.’
Die zin was genoeg. Hij hoefde er niet bij te vertellen dat die het verteld had. Als je zei dat je iemand gezien had was het al duidelijk. Daar kon je meteen de conclusie uit trekken dat je alles weer wist. Gek werd ik er van. Iedereen wist alles van elkaar. Bijna alles dan, gelukkig. Ik moest er niet aan denken dat het van mij rond zou gaan hier. Dan kon ik wel gaan verhuizen volgens mij. Ik ging het rijtje af in mijn hoofd. Wie zou me steunen? Kjeld in ieder geval. Marloes? Vast wel. Jelle? Ik wist het niet. We waren goede vrienden, misschien daarom juist niet. Zou hij kwaad worden omdat ik het altijd geheim voor hem had gehouden? Linda? Geen idee. Martijn? Die had er ook nog eens mee te maken omdat het zijn broer was. Als het echt iets zou worden tussen ons. Ik twijfelde weer. Hij was zo afstandelijk, voorzichtig, wantrouwend. De vrienden van Auke? Hoe zouden die reageren? De rest van het dorp? Aan een vraag wilde ik niet denken; hoe zouden mijn ouders er mee omgaan?

Die avond zette ik verveeld mijn computer aan. We hadden de hele middag familie bezocht, saaier kon niet. Zelfs Evelyn baalde er van, en dat wilde wat zeggen. Peter plopte online. Ik glimlachte, zette mijn cam aan. Ik zag hem lachen, hij stak zijn hand op.
‘Laat geworden?’ vroeg ik.
‘Gaat wel. De volgende ochtend moesten we gewoon vroeg op, mensen willen ontbijten.’
Ik lachte. ‘Ik kwam pas om half 1 uit mijn bed.’
‘Ik ben jaloers.’
Ik glimlachte overdreven en uitdagend naar de camera.
‘Gezellig geweest vannacht?’
‘We hebben met vrienden bij elkaar gezeten tot een uur of vier.’
‘Gaaf. Veel gedronken?’
‘Viel wel mee. Jij?’
Hij grijnsde. ‘Best wel. Iets te veel champagne.’
‘Zuiper.’
Hij lachte. ‘Ik kreeg steeds een nieuw glas van gasten. Een gezin had een leuke zoon bij. Heb ik veel mee zitten praten. En dan drink je misschien wat meer.’
‘Nog iets spannends gebeurd?’
‘Nee, natuurlijk niet. Ik kijk wel uit.’
‘Dat was toen met mij wel anders.’
‘Dat was ook niet in een vol restaurant.’
We lachten.
‘Bij jou?’ vroeg hij ineens.
Ik wist even niet wat ik moest doen. Kon ik het hem vertellen?
‘Je kijkt raar,’ typte hij.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Is er iets gebeurd?’
Ik zuchtte, wilde eerlijk zijn. ‘Ik heb met een jongen gezoend.’
Zijn mond viel open.
‘Even maar hoor, toen we alleen buiten stonden.’
Hij keek alleen maar.
‘Sorry,’ typte ik.
Hij zei nog steeds niets. Dit kwam aan bij hem.
‘Ik vond dat ik eerlijk moest zijn. Jij vertelde me ook van die jongen gisteren.’
‘Ik ben ook niet boos. Het voelt alleen raar.’
‘Ik weet ook niet hoe het nu verder gaat hoor,’ probeerde ik alles een beetje te relativeren.
‘Ken je hem al langer?’
Ik knikte. ‘Broer van een goede vriend van mij.’
Hij zei niets, keek alleen maar.
‘Peter? Sorry. Het overviel me, had het ook niet verwacht.’
Ik kreeg een beetje hekel aan mezelf. Ik begon te liegen. Niet verwacht misschien, maar zeker wel gehoopt.
‘Nee, maakt niet uit. Je hebt gelijk. Als ik de kans had gehad met die jongen gisteren…’
Ik glimlachte een beetje. Dat deed bij mij dan weer zeer. Ik had er spijt van dat ik het hem verteld had.
‘Ik moet zo weer gaan helpen beneden.’
Ik knikte. ‘Is goed.’
‘Ik zie je komend weekend wel.’
Hij zwaaide, ik zwaaide terug. Ai. Dat was niet helemaal goed gevallen. Ik sloot alles af, ging op bed liggen en staarde naar het plafond. Ik dacht aan Peter, aan Auke. Ik wist het even niet meer. Met Peter werd het nooit meer iets, dat stond als een paal boven water. Maar toch voelde het alsof ik hem bedrogen had. En flink ook.

Vrijdag was de schuur gelukkig weer gewoon open. Verlaat nieuwjaarsfeestje, met opnieuw die smerige champagne. Ik dronk het op, het hoorde er bij en, toegegeven, het had ook wel wat. Kjeld was er niet. Geen zin. En, wat de rest niet wist maar ik wel, hij durfde ook niet. Er was wat gedoe geweest rondom het monumentje van Hendrik in de nieuwjaarsnacht, er was zelfs gevochten had ik later in de week gehoord. Jongens die langsfietsten hadden wat dingen achter zich aan zien gooien, maar toen dat vuurwerk werd waren ze afgestapt. Er waren wat woorden gevallen, waarbij een aantal lullige opmerkingen over Hendrik. Niet handig, maar ik kon me er iets bij voorstellen. Er hing wat spanning in het dorp, vooral omdat iemand de politie had gebeld en er een paar jongens waren opgepakt. Op dat soort momenten was Kjeld nergens te vinden, meed hij het dorp als de pest. Hij wist dat ze hem niet met rust zouden laten als er weer eens iets over Hendrik aan de hand was. Al waren het maar losse opmerkingen, hij kon en wilde er niet mee omgaan. Misschien had hij wel gelijk, maar ik vond het jammer dat hij er niet was. Kjeld had me gevraagd het niet tegen de rest te vertellen, hij kwam vaker niet naar de schuur dan wel dus ze moesten niet zeuren als hij er een keer niet was. Niets bijzonders. Dat deden ze dus wel. Juist op deze eerste avond van het nieuwe jaar had hij er bij moeten zijn, vonden ze. Niet dat er lang over gepraat werd, ze kenden hem, namen het hem verder ook niet kwalijk. Zo was Kjeld nou eenmaal. Auke was er ook, hij bleef opvallend bij Martijn in de buurt, in plaats van bij zijn vrienden. Deed hij dat nou omdat hij dan dichter bij mij in de buurt was? Ik had hem na die nacht geen berichtjes meer gestuurd, wist niet hoe hij daar op zou reageren. Had ik dat wel moeten doen? Geen idee wat hij er nu van vond allemaal. Jelle en Linda gingen naar de zolder, zoals gewoonlijk. Marloes keek naar Martijn, die verdwenen ook even later. Ik voelde me ongemakkelijk met Auke alleen, hij overduidelijk ook.
‘Kjeld er niet vanavond,’ zei hij om maar iets te zeggen te hebben.
‘Nee, geen zin volgens mij.’
‘Heeft dat iets met die flauwekul rond dat monumentje te maken?’
Ik keek hem even doordringend aan. ‘Jij hebt hem goed door.’
‘Ik dacht al zoiets.’
‘Weet jij wie het waren?’
‘Daar staan ze,’ zei hij zonder ook maar te kijken.
Ik wist dat hij de vrienden van Hendrik bedoelde.
‘Dat snap ik. Wie waren de anderen, die er langs fietsten?’
‘Vrienden van mij. Als ik mee was gaan stappen, had ik er middenin gezeten.’
‘Meen je niet.’
Auke knikte, keek naar zijn vrienden die er ook waren.
‘En dat gaat goed vanavond hier?’
Auke schudde zijn hoofd. ‘Ik ben bang van niet. Ik sta niet voor niets hier.’
Dat stak me aan de ene kant. Ik dacht toch echt dat hij dat voor mij deed.
‘Nou ja,’ zei hij lachend alsof hij mijn gedachten kon lezen, ‘da’s een van de redenen.’
Ik glimlachte verlegen, waar hij ook weer een kleur van kreeg.
‘Ik wil met je praten,’ zei ik ineens.
‘Ik ook. Maar niet hier.’
Ik knikte.
‘We verzinnen nog wel iets.’
Ik wilde nog wat zeggen, maar onze aandacht ging naar achter in de schuur. Er vielen wat woorden.
‘Dacht ik het niet,’ zuchtte Auke.
Er stonden twee jongens tegenover elkaar, wilde blik in hun ogen. Eentje herkende ik van oud en nieuw bij Auke thuis, een van de jongens die nog de stad in gingen. Er ging een meisje tussen staan, een vriendin uit de groep van Hendrik. Het leek er op dat ze alles wilde sussen maar ineens draaide ze zich om naar de vriend van Auke en gaf hem een grote bek. Ze schopte. Hij duwde haar weg, zei iets wat ik niet kon verstaan.
‘Godverdomme,’ hoorde ik Auke zeggen.
Hij liep er naar toe, ik volgde.
‘Daar blijven Mark,’ zei hij dwingend.
Ik bleef braaf staan.
‘Niet weer,’ hoorde ik Jeroen zuchten toen hij me voorbij kwam lopen.
‘Rustig blijven,’ hoorde ik Auke tegen zijn vriend zeggen.
Er werd geduwd, getrokken. Iedereen in de schuur keek er naar. De vader van Jeroen was ondertussen ook binnen. Ik kon niet helemaal zien wat er gebeurde. Jelle en Martijn kwamen naar beneden, gevolgd door Linda en Marloes.
‘Nee, he,’ zuchtte Jelle.
Ik schudde alleen maar mijn hoofd. Zocht naar Auke met mijn blik. Ik hoorde hem roepen, wist niet wat. Ineens schoot er iemand uit de groep weg, naar buiten. Vriend van Hendrik. Het werd weer wat rustiger. Jeroen dirigeerde iedereen naar buiten, de avond was afgelopen. Langzaam droop iedereen af, zocht buiten zijn fiets. Jelle ging met de rest mee.
‘Ga je mee?’
Ík kom zo,’ zei ik. ‘Ga maar vast.’
‘We gaan naar mij thuis.’
‘Is goed. Ik zie jullie daar wel. Ik wacht even op Auke.’
Jelle knikte. ‘Ik zie jullie straks wel.’
Wat er ook gebeurde, ik bleef binnen. Ik ging niet zonder Auke weg.
‘Naar buiten, Mark,’ zei Jeroen even later. ‘Het is klaar voor vanavond.’
‘Ik wil weten waar Auke is.’
Even keek hij verbaasd, keek toen rond voor me.
‘Daar komt hij aan.’
Auke keek kwaad, had bloed op zijn hoofd. Voor ik iets kon zeggen pakte hij mijn arm.
‘We gaan.’
‘Maar jouw hoofd…’
‘Kan thuis ook. Kom.’
Ik zocht onze jassen, gaf Auke die van hem. Jeroen keek even.
‘Gaat het?’
Auke knikte.
‘Moet mijn vader er niet even naar kijken?’
‘Nee, ik kijk thuis wel. Komt wel goed.’
‘Bedankt, dat je er meteen tussen sprong.’
Auke haalde zijn schouders op. ‘Ze zijn gek. Allemaal.’
Jeroen knikte alleen maar. Auke liep naar buiten, ik volgde hem. Ik liet hem zo niet alleen naar huis fietsen. We waren een van de laatsten.
‘Geef me jouw fietssleutel maar, ik pak jouw fiets wel even.’
Auke liet het me doen, wachtte geduldig tot ik zijn fiets had gepakte en daarna de mijne.
‘Wat gebeurde er nou allemaal?’
‘Vertel ik je zo wel.’
‘Ik rij met je mee, ik help je wel met jouw voorhoofd.’
Hij keek even glimlachend naar me, knikte, daarna reden we weg. Niet veel later ging mijn telefoon. Jelle.
‘Waar ben je?’
‘Net onderweg.’
‘Is Auke bij jou? Komt hij mee naar hier toe?’
‘Ik denk niet dat ik nog kom, ik ga met Auke mee naar huis. Ze hebben hem geraakt.’
Jelle herhaalde mijn laatste zin vragend, verbaasd. Meteen hoorde ik Martijn op de achtergrond.
‘Zeg tegen Martijn dat het allemaal mee valt, het stelt niets voor. Ik ga alleen maar even mee voor de zekerheid.’
Auke keek me aan, schudde zijn hoofd. We stopten.
‘Geef hem maar even,’ strekte hij zijn arm.
Ik gaf hem de telefoon, Auke praatte op Jelle en daarna op Martijn in dat het een paar schrammetjes waren, dat ze zich nergens zorgen om hoefden te maken. Hij hing op, gaf mij mijn telefoon terug. Ik keek even naar hem. Het was wel wat meer dan een paar schrammetjes. Zwijgend reden we verder naar zijn huis. Hij hield een prop wc-papier tegen zijn voorhoofd, geen idee waar hij die nou weer vandaan had.
‘Stelletje idioten,’ mopperde hij.
‘Inderdaad.’
‘Ook die vrienden van mij. Ze moeten beter weten.’
Ik keek verbaasd.
‘Je weet hoe ze zijn, die vrienden van Hendrik. Laat ze doen, haal je schouders op. Nee, Wim moet zo nodig het laatste woord hebben, die moet ze zo nodig uitdagen om zijn gelijk te krijgen.’
Ik zweeg maar.
‘Als hij nou gewoon niet gereageerd had, was er niets gebeurd. Maar nu is er weer gevochten en is het maar de vraag of de schuur open blijft. Hij verneukt het voor iedereen.’
Ik knikte maar, wist ook niet wat ik moest zeggen. Het was donker in zijn huis.
‘Mooi, ze zijn vroeg gaan slapen.’
Ik lachte.
‘Dat scheelt weer een paar vragen.’
We liepen de keuken in, Auke zocht wat te drinken in de koelkast.
‘Ga zitten,’ zei ik, ‘ik schenk wel in.’
Hij liet het gebeuren, trok een kast open en zette een verbandtrommel op tafel. Ik maakte een nieuwe prop van keukenpapier en depte op zijn hoofd. Ineens pakte hij mijn pols vast.
‘Ben jij verliefd op mij?’
‘Dit lijkt me niet het moment…’
‘Ben jij verliefd op mij?’
Ik grinnikte. ‘Ja.’
‘Mooi. Dan doe je tenminste voorzichtig met me,’ grijnsde hij.
Ik maakte de prop papier nat en depte zijn gezicht. Het bleek maar een klein gaatje boven zijn wenkbrauw te zijn.
‘Het valt mee,’ zei ik.
‘Dat dacht ik al,’ zei hij, ‘zo hard ging het niet, en eigelijk voel ik ook bijna niets.’
‘Het is een klein gaatje, het bloedt alleen flink.’
‘Kutwijf met haar scherpe nagels.’
Ik lachte. ‘Heeft zij dat gedaan?’
‘Lach niet,’ knikte hij grijnzend.
Ik trok een doekje met alcohol uit de verpakking en depte er mee op het wondje. Hij siste lucht tussen zijn tanden naar binnen.
‘Bijt het?’ vroeg ik spottend.
‘Beetje.’
‘Teken dat het ontsmet.’
‘Zal best. Bloedt het nog?’
Ik stond voor hem, beetje gebogen, depte voorzichtig zijn voorhoofd en keek in zijn vragende ogen, schuin omhoog naar die van mij.
‘Het stopt al,’ zei ik.
Ik zocht een pleister in de trommel, plakte het op zijn hoofd. Ik streek zijn haren wat naar achteren en kuste zijn voorhoofd, vlak naast het wondje. Hij glimlachte, legde zijn hand op mijn heup. Ik bleef in zijn ogen kijken, ging op zijn benen zitten.
‘Auke, over afgelopen maandagnacht…’
‘Ja,’ zei hij langs mij af starend.
‘Ik meen het, wat ik deed.’
Hij knikte. ‘Maar jouw vriendin in Zwitserland dan? Ik snapte er niets meer van.’
‘Dat is voorbij,’ zei ik. ‘Bovendien was het geen vriendin maar haar broer. En dat hoeft verder niemand te weten hier in het dorp.’
Hij keek me met grote ogen aan.
‘Maar… weet Kjeld dit?’
Ik knikte. ‘Waarom dacht je anders dat hij zo reageerde toen ik je zoende bij mijn huis?’
‘Hij weet alles? Ook van nieuwjaar?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, maar toen die eerste keer bij mij thuis wist hij al wel hoe ik over jou dacht.’
‘Sinds wanneer is dat eigenlijk?’
‘Jouw verjaardag,’ zei ik. ‘En jij?’
Hij glimlachte, schudde zijn hoofd. ‘Al zo lang. Dat wil je niet weten.’
We keken elkaar aan, staarden in elkaars ogen. Deed hij het, of werd ik als vanzelf naar hem toe getrokken? Ik kuste hem, hij kuste terug. Mijn lichaam tintelde, ik drukte mijn lippen op zijn mond. Ik zocht zijn lippen met mijn tong, probeerde er tussen te komen. Veel weerstand gaf hij niet, zocht snel terug. We zoenden, rustig, traag bijna. Zijn handen waren op mijn rug, mijn armen hingen rond zijn nek. Ik verschoof wat, drukte mijn lichaam een beetje tegen die van hem, zo ver als dat ging.
‘Maar…’ zei ik.
‘Sst,’ fluisterde hij. ‘Niet praten. Kan later ook nog. Martijn komt zo thuis.’
Hij kuste me weer, begon te zoenen. Mijn hoofd tolde, ik trok hem nog dichter tegen me aan. Mijn hand kneep in zijn haren achter op zijn hoofd, hij kreunde zachtjes. Ik voelde zijn vingers drukken in mijn onderrug, zijn tong speelde langzaam met die van mij. Af en toe trok hij een stukje terug, liet onze lippen met elkaar spelen, likte langs mijn tanden om mij daarna weer helemaal toe te laten met een wilde zoen. Ik graaide door zijn haar, aaide langs zijn wang. Ik voelde mijn erectie klem zitten in mijn broek, wilde voelen hoe het bij hem was. Ik hapte naar adem, keek hem aan en kneep in zijn borst. Langzaam gleed ik naar beneden.
‘Eigenlijk kan dit helemaal niet,’ zei hij ineens.
‘Wat niet?’
‘Dit, wat wij nu doen.’
‘Waarom niet?’
Hij zuchtte. ‘Mark…’
Buiten piepte de deur van de schuur. We lieten elkaar tegelijk los, keken even naar elkaar. Ik kuste hem nog een keer snel, ging toen staan. Hij had mijn hand vast, trok me naar zich toe. Hij kuste me nog een keer, liet toen mijn hand gaan.

Toen we elkaar net los hadden gelaten kwam Martijn binnen.

© 2007 Oliver Kjelsson