Jeumig (deel 26)

Auke en ik waren nerveus. Auke’s vader kon ieder moment komen om alle spullen op te halen. Mijn tentje was al ingepakt, de bungalowtent lag al plat. Jelle en ik stonden te kijken naar Auke, Martijn en Kjeld die hem aan het opvouwen waren.
‘Veel te snel voorbij zo’n week.’
‘Veel te snel,’ lachte ik. ‘Ik heb geen zin om naar huis te gaan.’
‘Kan ik me voorstellen. Denk je dat ze moeilijk gaan doen?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Eigenlijk kan ik me dat niet voorstellen. Maar ik ga er geen weddenschap op zetten. Ik heb echt geen idee.’
Jelle keek even naar me. ‘Zouden ze Auke’s ouders gebeld hebben?’
Ik zuchtte en knikte naar de ingang van ons veldje.
‘Daar komen we zo achter, Jelle.’
Jelle keek dezelfde kant op en zag de auto van Auke’s vader het veld op rijden. Auke keek om en keek meteen een keer naar mij. Ik begon te zweten. Auke veegde een keer met de achterkant van zijn hand over zijn voorhoofd. Kjeld en Martijn propten de tent in de zak. Auke’s vader stapte uit en lachte.
‘Jullie zijn al een heel eind.’
‘Klaar om te vertrekken,’ zei Martijn.
‘Hoe is het geweest, jongens?’
We praatten allemaal door elkaar heen. Het was leuk geweest, dat was wel duidelijk.
‘Ik had wel verwacht dat ik koffie zou krijgen.’
Martijn keek zijn vader aan. ‘Alles is al ingepakt.’
Zijn vader lachte. ‘Ik had niet anders verwacht. We laden alles in en dan drinken we samen nog wat bij het restaurant. Ik betaal.’
Auke hielp mee de auto in te laden, hij keek af en toe met een schuin ook naar me. Hij keek zoals ik dacht; we hadden geen idee of hij het nou wist of niet. Alles lag snel in de auto, we reden onze fietsen naar het restaurant, Auke’s vader parkeerde op de parkeerplaats. Het was gezellig aan de tafel op het terras. Geen rare sfeer, geen rare blikken van zijn vader. Een half uur later gingen we op weg. We keken de auto na, liepen toen naar onze fietsen.
‘Die weet dus van niets,’ zei Martijn.
‘Dat idee heb ik ook,’ zei Auke een beetje opgelucht.
‘Hij had er anders vast wel iets van gezegd,’ zei Marloes. ‘Of toch in ieder geval iets laten merken.’
Auke en ik keken een keer naar elkaar en glimlachten. Dat viel allemaal weer mee.

Hoe dichter ik bij ons dorp kwam, hoe moeilijker ik keek. Ik werd er stil van. We reden eerst door het dorp van Lilian heen. Daar namen we al afscheid van haar en Kjeld. Kjeld wenste me succes, met een flinke klap tegen mijn arm. Ik glimlachte maar. Voor mijn gevoel ging ik steeds langzamer fietsen, maar Jelle en Linda zorgden er wel voor dat we in een flink tempo door reden. Eerst moest ik nog langs het huis van Auke, om mijn tas op te halen. Mijn tent kwam later die dag wel. Niets te merken; aan zijn vader niet, aan zijn vrolijke moeder ook niet. Auke liep weer met me mee naar buiten.
‘Wil je dat ik mee ga?’
‘Ik denk niet dat ze daar om kunnen lachen. Ze zullen wel met mij alleen willen praten.’
Auke knikte. ‘Succes. Bel me naderhand. Ik wil weten hoe het gegaan is.’
‘Ik kom vanmiddag toch nog even mijn tent halen.’
Auke knikte. We keken naar elkaar, stonden daar maar. We wisten niets meer te zeggen.
‘Ik ga maar eens,’ zei ik.
Auke knikte weer. Net toen ik weg wilde rijden kwamen Jelle en Linda weer naar buiten.
‘Succes, Mark,’ zei Jelle serieus. ‘Laat weten hoe het gegaan is.’
‘Doe ik,’ zei ik bijna fluisterend.
Ik reed weg, keek nog een keer om en stak mijn hand een keer op. Het gezicht van Auke sprak boekdelen. Ik reed traag, alsof ik daarmee de confrontatie kon ontwijken. Mijn tas met kleren zakte wat weg, de rol van mijn slaapzak had ik in mijn hand. Ik wist nou al dat ik me geen houding wist te geven als ik binnen zou stappen. Wat moest ik zeggen? Ik kende ze, die begonnen er niet meteen over. Dit ging een rare, ongemakkelijke situatie worden. Ik reed het pad op langs ons huis, ik zag ze zitten in de keuken. Ik zette mijn fiets tegen de muur en trok mijn tas er af. Met twee handen vol liep ik de keuken in.
‘Hoi,’ zei ik timide.
‘Mark!’ Dat was Evelyn.
Ik knuffelde haar. ‘Hey, zusje,’ glimlachte ik.
Mijn moeder stond op en gaf me een kus.
‘Alles goed gegaan onderweg?’
‘Ja hoor.’
We glimlachten. Typisch mijn moeder weer.
‘Lust je iets?’
‘Cola, lekker.’
Ze rommelde wat in de koelkast en zette een glas voor me aan tafel. Duidelijk. Dat werd zitten aan de keukentafel. Dat werd praten. Evelyn bleef er nog even bij zitten, ik moest alles vertellen over wat we allemaal gedaan hadden en hoe het geweest was. Het was een mooi uitstel, maar ik wou dat ze weg ging. Dit werd een beetje ondraaglijk. Schuine blikken, glimlach van mijn moeder. Eindelijk, Evelyn ging weg, naar buiten. Ik staarde naar mijn handen voor me op tafel.
‘Ik ben blij dat het allemaal zo goed is gegaan,’ begon mijn moeder.
‘Natuurlijk. Het was echt gaaf.’
‘Ik vond het toch wel spannend hoor. Jullie een week alleen.’
‘Ging goed hoor.’
Ze glimlachte. Het bleef weer stil. Ik wist niet wat ik moest zeggen of waar ik moest kijken. Ik wou bijna dat Evelyn weer terug kwam.
‘Alles ook goed met de rest?’
‘Tuurlijk,’ zei ik, ‘we hebben het echt leuk gehad.’
‘Met Auke ook?’
‘Ja hoor.’
Waarom zei mijn vader niets? Die zat maar in zijn koffie te roeren en keek me bijna niet aan.
‘We schrokken wel van dat telefoontje,’ zei mijn moeder toen.
‘Belachelijk dat ze dat gedaan hebben,’ zei ik. ‘Stelletje verraders.’
Daar had mijn moeder niets op te zeggen.
‘Niet dan?’
‘Misschien,’ zei ze. ‘Maar het is nou eenmaal gebeurd.’
‘Ja,’ zei ik kortaf.
Mijn moeder zuchtte. Ik werd hier gek van.
‘Wat wil je nou dat ik zeg?’ sprong ik maar in de verdediging.
‘Je hoeft niets te zeggen, jongen.’
‘Mooi,’ zei ik maar daar meende ik eigelijk niets van.
‘Mark…’
‘Mam, ik weet ook niet wat ik moet zeggen. Ik had liever zelf uitgekozen wanneer ik het jullie zou vertellen. Maar daar is het nou te laat voor. Maar het is nou eenmaal zo, ik kan mezelf niet veranderen.’
‘Dat hoeft ook niet, Mark.’
Ik wist even niets te zeggen.
‘Weet je het wel zeker, jongen?’
‘Wat is dat nou weer voor een vraag? Natuurlijk weet ik het zeker.’
‘Nou ja, je hoort zo vaak dat het maar een fase is.’
‘Hoop je daar op?’
‘Het is niet niks jongen. We maken ons een beetje zorgen.’
‘Het gaat goed tussen ons, mam, echt waar. Je hoeft je geen zorgen te maken.’
‘Dat is mooi jongen, Maar je weet hoe het hier kan gaan in het dorp. Verhalen gaan hier zo snel.’
Ik zuchtte. ‘Kun je nou niet eens voor één keer gewoon blij zijn met iets? Zonder meteen alleen maar naar de negatieve kanten te kijken?’ Ik werd fel. ‘Denk je dat Auke en ik daar zelf niet over nagedacht hebben? Dat wij daar niet bang voor zijn?’
‘We maken ons gewoon zorgen om wat je tegen kunt gaan komen, Mark. Het is niet altijd makkelijk.’
‘Moet ik het daarom maar niet doen? Is dat wat je wilt zeggen?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Je hebt me nog niets eens gezegd hoe je het eigenlijk vindt. Wat je eigenlijk van Auke vindt. Je praat alleen maar over de rest in het dorp. Wat die er allemaal wel niet van gaan denken. Wat vinden jullie nou eigenlijk zelf?’
Ze keken elkaar een keer aan.
‘Hij is gewoon welkom, Mark,’ zei mijn vader. ‘Wat dacht je dan?’
Ik zuchtte. Zijn opmerking stelde me wel gerust.
‘Het gaat ook niet om wat wij denken, Mark,’ ging mijn moeder verder. ‘Maar we willen alleen maar zeggen dat het misschien verstandig is om het niet zomaar overal te vertellen.’
‘Schaam je je voor ons of zo?’
‘Zo moet je niet denken, Mark. Natuurlijk niet. Maar ze kunnen je het allemaal zo moeilijk maken.’
‘Ik ga voor de rest van het dorp er toch niet mee ophouden.’
Ze keek me alleen maar aan.
‘Je hebt nog één ding niet gezegd.’
‘Wat, Mark?’
‘Ben je blij voor me? Voor mij en voor Auke?’
‘Natuurlijk wel jongen, maar…’
‘Ho. Stop. De rest wil ik niet horen. Dat eerste is veel belangrijker.’ Ik stond op. ‘Ik ga mijn tas uitpakken. Of wil je nog iets zeggen?’
Mijn vader schudde zijn hoofd. Ik liep naar de kamer met mijn tas en slaapzak.
‘We zijn blij voor jullie,’ zei mijn moeder achter me. ‘De ouders van Auke ook.’
Ik stond meteen stil, liet mijn tas vallen. Ik draaide me met een ruk om.
‘Heb je hun gebeld?’
‘Dat heb ik je toch verteld?’
Ik bleef in de deuropening staan. ‘Je zou er over nadenken, zei je. Ik heb je nog zo gevraagd dat niet te doen. Om hem het zelf te laten vertellen. En toch bel je ze achter zijn rug om.’
‘Wij moesten ook ons verhaal kwijt, Mark. Dat zul je toch moeten begrijpen.’
‘Jij ons ook,’ zei ik kortaf en draaide me weer om.
Ik pakte mijn tas en stampte de trap op. Ik kon het niet hebben dat zij voor ons gingen beslissen hoe we het moesten doen. Auke schoot door me heen. Hij moest ondertussen hetzelfde gesprek hebben gehad. Tenminste, daar ging ik van uit. Zijn vader had zo normaal gedaan, zijn moeder ook toen we bij hem thuis waren om de bagage op te halen. Ze wisten het toen al, maar ze hadden niets laten merken. Mijn ouders hadden ze diezelfde avond nog gebeld. Ze hadden het niet mogen doen. Mooie jeumigstreek. Kwaad trok ik mijn tas open en gooide alle kleren op de grond. Ik pakte de hele berg op en klemde ze in mijn armen. Ik dumpte ze op de grond naast de wasmand in de badkamer en liep terug. Ik rolde mijn slaapzak uit en ging naar de zolder om hem op te hangen. Ik hoorde mijn telefoon gaan op mijn slaapkamer en stormde de trap af. Ik was nog net op tijd om op te nemen.
‘Mark,’ begon Auke meteen, ‘ze weten het.’
Ik zuchtte. ‘Dat vertelden ze me net. Mooie kutstreek.’
‘Jeumigstreek, Mark.’
‘Whatever. Hoe reageerden ze?’
‘Wel goed. Vonden het wel oké. En bij jou?’
‘Op zich wel goed, geloof ik.’
‘Lekker vaag, Mark.’
‘Dat zijn ze ook. Ze maken zich vooral zorgen over de rest van het dorp. Hoe die gaan reageren.’
‘Zoiets als mijn ouders dus. Ze hebben duidelijk met elkaar gepraat. Alsof wij ons daar geen zorgen over maken.’
‘Precies, dus dat hoef ik van hun niet nog een keer te horen.’
‘Ze weten het,’ zei Auke nog een keer zuchtend.
‘Ja. Ik wil bijna zeggen; eindelijk.’
Ik hoorde hem glimlachen. ‘Je hebt wel gelijk.’
‘Ik zie er nou wel vreselijk tegen op om de rest van mijn spullen te komen halen.’
‘Als je nog een uurtje wacht dan zijn ze weg.’
‘Dan zie je me dan wel.’
Auke lachte. ‘Dat dacht ik wel.’

‘Ik heb mijn kleren bij de wasmand gegooid,’ zei ik beneden een uur later, ‘en mijn slaapzak hangt op zolder. Ik ga nog even naar Auke, de tent ophalen.’
‘Is goed jongen,’ zei mijn moeder. ‘Zijn zijn ouders thuis?’
‘Geen idee,’ loog ik.
‘Ben je op tijd terug? Je moet je tent nog wel uithangen vandaag en we eten op tijd.’
Ik knikte. Ik keek ze een keer aan.
‘Wat weet Evelyn hier eigenlijk van?’
‘Niets,’ zei mijn moeder. ‘Daar hoeven we haar nog niet mee lastig te vallen. Doe je Auke de groeten?’
‘Doe ik,’ zei ik en liep naar buiten.
Ik liet onderweg de laatste woorden van mijn moeder nog eens door mijn hoofd gaan. Evelyn er nog niet mee lastig vallen? Wat was dat nou weer voor onzin? Als mijn moeder het echt allemaal accepteerde, dan had ze er toch een rare manier voor. Ik kende haar al langer, ze was zoals gewoonlijk weer overbezorgd.

Auke pakte me meteen vast toen ik binnenkwam. Hij zoende me wild.
‘Ik ben blij dat het er uit is hoor, maar dit was wat mij betreft wel even de laatste coming out voor de komende tijd,’ zuchtte hij.
‘Zeker weten,’ zei ik.
Hij zette zijn voorhoofd tegen die van mij, keek in mijn ogen. Even schoten zijn ogen naar de trap. Ik grijnsde.
‘Martijn komt straks al weer naar huis, dus we zullen het netjes moeten houden.’
‘Maakt niet uit,’ zei ik.
Hij trok me mee de trap op, we vielen op zijn bed en kropen dicht tegen elkaar aan. We kusten elkaar, knuffelden. Beneden hoorden we Martijn.
‘Shit, nou al?’
Ik lachte. ‘Het is jouw broer, jij kent hem beter dan ik.’
‘Hooi,’ hoorden we hem roepen beneden aan de trap.
We riepen terug en gingen weer zitten. Martijn kwam de trap op, hij zag dat de deur van Auke’s kamer open was en ging tegen het kozijn hangen.
‘Hoe was het bij jou thuis?’ vroeg hij.
‘Ging wel.’
‘Zoals hier dus?’
‘Was jij er bij dan?’
‘Nee,’ zei Auke.
‘Ik zat in de kamer, zij in de keuken. Ik heb zo het een en ander opgevangen.’
‘Vond je er van?’ vroeg ik.
Martijn haalde zijn schouders op. ‘Ik snap ze wel hoor. Maar om nou de nadruk te leggen op die zorgen…’
Auke glimlachte.

De volgende middag was Auke druk bezig met zijn vader om alles klaar te maken voor hun vakantie. Ik zat verveeld achter mijn computer. Ik had Jelle gebeld en Kjeld. Ik had tenslotte beloofd ze op de hoogte te houden. Met mijn ouders werd niet meer over het hele gedoe gepraat. Ze vroegen hoe het met Auke ging, maar daar bleef het bij. Ik dwaalde af met mijn gedachten, probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn om Auke’s ouders tegen te komen, hoe het zou zijn als hij weer hier kwam. Dat ging dezelfde avond gebeuren wist ik. Auke zou naar mij toe komen en mijn ouders waren gewoon thuis. Auke en ik hadden besloten dat we dat nog moesten doen voordat hij op vakantie ging. Hij ging woensdagochtend al heel vroeg weg, ik de zaterdag erna. Ik schrok op van het geluid van MSN. Er kwam rechtsonder een schermpje omhoog. Peter. Ik glimlachte.
‘Hey,’ typte ik.
‘Hey hey. Ik heb niet veel tijd, kwam alleen mijn mail maar even checken. Hoe was de vakantie? Lekker veel seks in dat tentje?’
‘Wat dacht je? Iedere avond.’
‘Ik ben jaloers.’
‘Onze ouders weten het.’
‘Wat?! Heb je het ze verteld?’
‘Niet helemaal. Een oom en tante van mij hebben Auke en mij hand in hand zien lopen. Die hebben mijn ouders gebeld.’
‘Hoe vonden ze het?’
‘Ging wel goed.’
‘Cool. Ik wou dat die van mij zo zouden reageren.’
‘Komt vanzelf wel een keer.’
‘Misschien. Hey, ik moet weer verder. Het is druk hier.’
‘Spreek je.’
‘Later!’
En weg was hij weer. Ik hing even achterover in mijn stoel. Peter. Daar was alles mee begonnen. Ik glimlachte een keer. Mooie tijd. Spannend ook. Maar wat ik nu had was een stuk beter. Zeker weten.

We zaten buiten toen Auke het pad op kwam fietsen. Ik zag de spanning op zijn gezicht.
‘Hallo,’ zei hij een beetje verlegen.
‘Hallo,’ zeiden mijn ouders tegelijk.
Rare sfeer, hij was al zo vaak bij mij thuis geweest maar het leek wel of hij opnieuw voor het eerst met mijn ouders kennis maakte.
‘Beetje bijgekomen van de vakantie, Auke?’ vroeg mijn moeder.
‘Ik heb wel lang geslapen vannacht.’
‘Kan ik me voorstellen. Mark was ook pas laat zijn bed weer uit.’
Auke glimlachte.
‘Ik heb de foto’s gezien vanmiddag,’ zei mijn vader. ‘Flinke tent.’
‘Hebben we al jaren,’ zei Auke, ‘maar we gebruiken hem al twee jaar niet meer.’
Ontspannen kabbelde het gesprek verder. Ze hadden dus een nieuwere tent bij Auke, hoorde ik. Ik keek stiekem een keer rond. Het zag er uit zoals altijd. Niets raars eigenlijk. Mijn ouders waren al naar binnen, Auke en ik zaten alleen buiten. Hij keek naar me en glimlachte.
‘Ging goed toch?’
‘Best wel,’ zei ik een beetje opgelucht.
‘Volgens mij komt het allemaal wel in orde.’
‘Op den duur. Hoe gaat het nu bij jou thuis?’
‘Alsof er niets aan de hand is.’
‘Aan de ene kant word ik er gek van,’ zei ik, ‘maar aan de andere kant vind ik het wel best. Geen gedoe.’
Auke raakte even mijn hand aan en ging achterover zitten. Hij staarde naar de sterren in de heldere lucht.
‘Dat is precies wat ik wil,’ zei hij naar boven, ‘geen gedoe.’

De dag erna moest ik naar Auke toe. Ze zouden dinsdag midden in de nacht vertrekken en zijn ouders wilden een laatste barbecue. Marloes was uitgenodigd en ik. Dat voelde goed. Niet dat er wat over gezegd werd, maar ze lieten het ons wel voelen. Marloes hoorde er bij, dus ik ook.
‘Ik vond het apart,’ zei Auke op dinsdagmiddag.
‘Ik ook.’
‘Ik had nooit gedacht dat ze het allemaal zo goed zouden accepteren.’
Ik haalde mijn schouders op en herstelde mijn evenwicht op het hekje waar we al zo vaak gezeten hadden.
‘Martijn zei het vanmorgen nog tegen me, dat ze er goed mee om gingen.’
‘Nou die van mij nog,’ mokte ik.
‘Gaat toch goed? Dat heeft tijd nodig, Mark.’
‘Misschien. Ik weet ook wel dat ze het accepteren. Ze accepteren jou ook wel, maar ik wil dat ze er ook eens gewoon blij om kunnen zijn. Blij voor ons kunnen zijn, zonder al die negatieve bijwerkingen waar ze het iedere keer over hebben.’
‘Tsja…’
‘Ik ben ook wel blij dat ik er niet de hele tijd over hoef te praten hoor, maar net zoals zondag, ze doen alsof er niets gebeurd is. Alsof ze het verzwijgen. Af en toe denk ik dat ze het niet willen weten.’
‘Zo moet je niet denken, Mark.’
‘Weet ik ook wel…’
Auke gniffelde en gaf me snel een kus.
‘Niet doen,’ zei ik met een hoofdknik naar de kerktoren in de verte, ‘straks ziet de dominee het nog.’
‘Je hebt gelijk,’ zei hij en ging een eindje van mij af zitten. ‘Stel je eens voor.’
Ik keek hem aan en we lachten.
‘We kunnen inderdaad beter in het gras gaan liggen,’ grijnsde hij.
Hij sprong van het hek en trok me naar zich toe. Achter de struiken vielen we in het hoge gras en zoenden. Ik voelde hem hard worden. Ik kreunde zacht en keek even ondeugend in zijn ogen. Mijn hand verdween tussen ons in en kneep zachtjes. Hij glimlachte.
‘Niet hier.’
‘Ik weet het.’
‘Ik ga je missen.’
‘Ik jou ook.’
‘Maar ik ben over drie weken weer terug.’
‘Ik ook.’
Hij lachte om mijn antwoorden. De rest van de middag lagen we daar in het gras, knuffelend, zoenend en pratend. Over alles. De rest van de vrienden, onze ouders, de mensen in het dorp. We hadden geen zin om ons zorgen te maken. We hadden het al lang genoeg geheim kunnen houden dus dat kon ook nog wel een tijdje langer. Alles op zijn tijd. Aan het einde van de middag gingen we weer naar huis. Ik ging nog even met hem mee naar binnen om zijn ouders een fijne vakantie te wensen. Ze waren vrolijk, vriendelijk. Ze waren gewoon. In de schuur nam ik afscheid van Auke. Raar gevoel. Ik hield hem stevig vast, liet me kussen.
‘Tot over drie weken,’ fluisterde hij.
‘Ruim drie weken,’ mopperde ik.
‘Gaat vast snel voorbij.’
‘Ik bel je als ik terug ben.’
Hij glimlachte. ‘Niet met vreemde mannen meegaan in Engeland.’
‘Jij ook niet,’ lachte ik.
We hoorden zijn moeder roepen. Hoorde ik nou een spottend lachje in haar stem?
‘Etenstijd,’ kuste Auke.
‘Fijne vakantie,’ kuste ik terug.
‘Jij ook.’
Nog een laatste zoen. Zijn lippen lieten traag mijn mond los. We keken elkaar aan en gaven elkaar nog een laatste kus. Mijn handen gleden onder zijn shirt uit, zijn vingers knepen een laatste keer in mijn huid. Ik pakte mijn fiets en stapte op.
‘Ik denk aan je.’
‘Ik ook aan jou.’
Ik reed weg, zwaaide naar zijn moeder die even naar buiten keek. Ze zwaaide lachend terug en gaf een knipoog.

Ik werd wakker van mijn telefoon en keek op mijn wekker. Halverwege de ochtend, Auke was al een eindje in Frankrijk waarschijnlijk. Ik nam op met een slaperige stem en hoorde Marloes lachen.
‘Bel ik je wakker?’
‘Nee hoor,’ spotte ik.
‘Gaan wij elkaar troosten vandaag, omdat onze vriendjes weg zijn?’ grinnikte ze.
Ik lachte om de manier waarop ze het zei. ‘Is goed.’
‘De rest komt ook, we gaan naar Jelle.’
‘Hoe laat?’
‘Vanaf een uur of twee. Kom je me ophalen?’
‘Is goed, ben ik rond die tijd wel bij jou. Ben je niet zo alleen.’
Ze lachte en hing op. Ik bleef nog even liggen, rekte me uit en stapte mijn bed uit. Traag ontbijtje, waarna ik even voor de tv ging hangen voor ik naar Marloes toe ging. Ze deed meteen de deur open toen ik aan kwam rijden.
‘Meteen gaan?’
‘Is goed,’ knikte ik.
‘Ik mis ‘m nou al,’ zei ze toen ze naast me reed.
‘Ik ook.’
We lachten nog toen we bij Jelle de tuin in liepen. Iedereen was er al.
‘Ahh,’ lachte Linda, ‘wat kijken ze triest.’
‘Doe normaal,’ zei Marloes lachend. ‘Ik hoor jou over een week wel, als Jelle weg is.’
Linda glimlachte.
‘Jullie hebben elkaar altijd nog toch?’ zei Jelle.
‘Zeg, ik ga niet vreemd hoor,’ zei Marloes.
‘Ik ook niet,’ zei ik.
‘Nee?’ vroeg Jelle spottend.
‘Met een meid zeker? Doe effe normaal.’
Iedereen lachte, Kjeld knipoogde naar mij.
‘Hoe is het thuis?’ vroeg hij.
‘Gaat wel. Ze vinden het prima hoor, maar ze maken zich zorgen om de problemen die we tegen kunnen komen.’
‘Niet gek toch, op zich?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘En bij Auke?’
‘Beter, heb ik het idee.’
‘Ik vond het wel gaaf maandag,’ zei Marloes. ‘Ze hadden al een tijdje geleden afgesproken dat we zouden gaan barbecuen, voor ze op vakantie zouden gaan. Ik hoorde er ook bij vonden ze, maar nu ze het weten van hun hadden ze Mark ook uitgenodigd.’
‘Gaaf,’ zei Jelle.
‘Zeker weten,’ glunderde ik.
‘Wanneer ga jij op vakantie?’
‘Zaterdag,’ zei ik.
‘Net als ik,’ zei Jelle. ‘Ik heb er zin in.’
‘Wie heeft er nou geen zin in vakantie?’ lachte ik.
Kjeld lachte en wreef een keer over de hand van Lilian die naast hem zat. Marloes keek op haar horloge.
‘Ze zijn al een heel eind denk ik.’
Automatisch keek ik ook hoe laat het was en knikte.
‘Vrijdag de laatste avond in de schuur voor de zomervakantie,’ zei Jelle. ‘Jeroen gaat volgende week op vakantie. Ga je ook?’
‘Weet ik nog niet,’ zei ik. ‘Ik denk dat ik wel even ga, maar ik maak het niet te laat. We vertrekken belachelijk vroeg, we moeten de boot halen.’
‘Drinken we de vakantie in,’ grijnsde Jelle.
‘Alsof we dat nog niet gedaan hebben vorige week,’ lachte Kjeld.
Mijn telefoon piepte. Toen ik hem uit mijn broekzak haalde piepte die van Marloes ook.
‘Volgens mij zijn ze er,’ zei Lilian droog.
Ik glimlachte en klikte het berichtje aan.

We zijn er! Tent staat, eerste biertje is open. Kus!

Ik lachte en keek naar Marloes die naar haar telefoon zat te kijken.
‘Hij ook zijn eerste biertje?’
Ze knikte. ‘Had je iets anders verwacht?’
‘Neuh, niet echt.’

Ik ging toch maar even naar de schuur, ik kon het niet laten. Jelle en ik praatten over de vakantie, enigszins opgewonden. Ik dacht terug aan de vorige zomervakantie.
‘Hoor je nog wel eens wat van die Ulrike?’
Ik lachte. ‘Ulrike?’
‘Peter bedoelde ik. Ik ben nog steeds aan die naam gewend.’
‘Af en toe spreken we elkaar op MSN. Niet vaak meer. Het gaat wel goed met hem volgens mij.’
‘Grappig dat jullie nog contact hebben.’
‘Het is via de computer, lekker veilig op afstand,’ grijnsde ik.
‘Nou ja, dan nog.’ Jelle keek naar me. ‘Vind je het nog jammer, dat het toen uit is gegaan?’
‘Nee. De afstand was veel te groot.’
‘Maar als jullie wel dicht bij elkaar hadden gewoond?’
‘Dan nog niet. Hij is veranderd.’
‘Misschien was hij dat niet als jullie bij elkaar waren gebleven.’
‘Als, als…’
Jelle lachte.
‘Ik zou met niemand willen ruilen. Ik heb het super zo.’
‘Het ziet er ook leuk uit, jullie zo samen.’
Ik keek verlegen.
‘Dat ik dat niet veel eerder door heb gehad, dat snap ik nog niet.’
Ik lachte. ‘Had je beter moeten kijken.’
‘Misschien wel. Nou ja.’
Een jongen uit de oude vriendenkring van Auke kwam voorbij.
‘Leuke week gehad?’ hoorde ik hem zeggen terwijl hij door liep.
Ik keek hem na. Zei hij het nou spottend? Ik zag Jelle ook kijken. De jongen draaide zich om en keek terug.
‘Of je een leuke week hebt gehad?’ zei hij nog een keer uitdagend.
‘Hoe bedoel je?’
‘Jij, met Auke.’
Ik voelde mijn hoofd rood worden. Ik kon wel raden wat hij bedoelde.
‘We hebben een leuke week gehad met zijn achten, ja,’ zei ik verdedigend terug.
Hij lachte spottend. ‘Kan ik me voorstellen, met vier stelletjes.’
Ik hield me dom. ‘Wat bedoel je?’
Nu lachte hij hard. ‘Ze hebben jullie gezien, samen, hand in hand weet je wel. Doe nou maar niet alsof je niet weet waar ik het over heb.’
Ik zweeg maar. Jelle naast me stond te koken, dat zag ik aan zijn blik op zijn gezicht. Linda wenkte Marloes, die kwam er meteen bij staan. Ik keek ze even aan, probeerde met mijn blik ze te vragen om er niet op in te gaan. De jongen keek me nog steeds spottend aan.
‘Het verklaart wel veel over Auke,’ zei hij en ging.
Hij liep terug naar zijn vrienden. Ik zag dat hij wat zei en ik zag ze naar me kijken.
‘Kut,’ zei ik voor me uit.
‘Hoe kan dat nou?’ vroeg Marloes.
‘Als mijn oom en tante me hebben kunnen zien, waarom zij dan niet?’
‘Ik heb ze niet gezien. Waar zouden ze ons dan gezien moeten hebben?’
‘Weet ik veel,’ zei ik geërgerd. ‘Maar ze hebben het gezien, dat is wel duidelijk.’
Jelle zuchtte. Hij keek ineens naar de deur en knikte een keer naar Kjeld en Lilian die binnen kwamen. Ik zuchtte een keer.
‘Klaar voor de vakantie?’ vroeg Kjeld vrolijk.
‘Zo snel mogelijk weg,’ zei ik kortaf.
Kjeld keek naar me en daarna naar Jelle.
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg hij toen verbaasd.
Ik zuchtte weer een keer, had geen zin om het te zeggen.
‘Vrienden van Auke weten het van ze,’ zei Jelle kwaad voor zich uit.
Kjeld’s mond viel open. ‘Meen je niet.’
Ik keek hem aan en knikte. ‘D’r kwam er net eentje naar me toe.’
‘En?’
‘Hij klonk niet echt positief,’ zei ik spottend.
‘Jeumig.’
‘Ja, behoorlijk,’ zei Jelle.
‘En nu?’
‘Niks,’ zei ik. ‘Wat kan ik doen?’
Niemand zei wat. Ik keek op mijn horloge. Het werd al laat. Ik moest zo naar huis, beetje op tijd naar bed. Alsof ik nu kon slapen.
‘Ik ga gewoon op vakantie,’ zei ik voor me uit.
‘Misschien waait het wel over, dan is iedereen weer drie weken verder,’ zei Kjeld.
Ik glimlachte flauw. ‘Misschien wel ja.’
Ik pakte mijn jas en groette iedereen. Ik wenste Jelle een fijne vakantie, hield Kjeld even vast, gaf Lilian, Linda en Marloes een kus.
‘Gewoon proberen om er niet aan te denken,’ zei Marloes.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Weet je,’ zei ik voor me uit, tegen iedereen tegelijk, ‘als Auke terug komt, zeg maar niets.’ Ik keek naar Marloes. ‘Laat Martijn ook maar niks weten als hij belt. Ik vertel het Auke zelf wel als we terug zijn.’
© 2007/2008 Oliver Kjelsson