Uit beeld (deel 9)

Ik werd wakker toen hij bewoog. Echt wakker. Ik was me al bewust van zijn ademhaling, zijn hand, zijn lichaam, zijn geur. Even dacht ik in het park te liggen. Toen hij bewoog en ik mijn ogen een stukje open deed wist ik weer waar ik was.
‘Hoe laat is het?’ vroeg ik.
‘Geen idee. Uurtje of tien denk ik, als ik naar het licht buiten kijk.’
‘Het is warm.’
‘Nadeel van een zolderkamer.’
Hij klom over me heen en liep naar de balkondeur. Hij zette hem op een kier en draaide zich om.
‘Koffie aanzetten?’
‘Lekker.’
Ik keek naar hem, naar de zijkant van zijn lichaam, hoe hij naakt zijn koffiemachine met water vulde en aanzette. Daarna rommelde hij met een klein elektrisch oventje. Hij pakte een rol, sloeg die op de rand van het aanrecht en draaide het open. Croissants om zelf te maken. Hij keek opzij en grijnsde.
‘Niet kijken.’
‘Word je daar verlegen van?’
‘Nee, maar dit is eigenlijk heel erg. Deeg maak je beter zelf.’
‘Vakidioot.’
‘Het is het enige wat ik heb.’
Ik ging op mijn elleboog leunen en glimlachte. ‘Ik heb het nou toch al gezien.’
‘Nog niet wat ik er verder mee ga doen. Omdraaien of naar buiten.’
Ik keek door de open deur, heldere blauwe lucht. Ik stapte uit bed en ging op zijn balkon staan. Niemand die me verder beneden mijn middel kon zien. Er schuurde zand onder mijn voeten. Ik leunde op het muurtje, keek de straat in. Stijn stond ineens achter me, hij legde zijn handen even tegen mijn billen.
‘Wat sta je te denken?’
‘Vannacht,’ zei ik zonder om te kijken.
‘Spijt van?’ vroeg hij achter me.
‘Gek genoeg niet.’
‘Waarom niet?’
‘Ik zou het wel moeten hebben, en me schuldig voelen, maar dat is niet zo. En dat vind ik raar.’
Stijn leunde voorover, zijn handen stonden naast mijn ellebogen.
‘Dit was iets van voor Wijnand,’ zei ik, ‘iets wat ik nog af moest ronden. Klinkt dat raar?’
‘Nee.’
Ik haalde mijn schouders op en ging weer rechtop staan. Hij moest het muurtje loslaten, ik pakte zijn handen en hield ze tegen mijn buik.
‘Je was toen ineens weg, dit moest nog. Een laatste keer. Een soort van afscheid of afsluiting van wat we gehad hebben.’
Zijn duim wreef. ‘Het spijt me, wat ik toen gedaan heb.’
‘Mooi zo,’ zei ik. Ik keek half om en lachte. ‘Toen was toen. We zijn goed terecht gekomen.’
Stijn glimlachte en drukte zijn neus in mijn nek. Zachtjes kuste hij mijn schouder. Ik kneep in zijn handen. Hij trok me dichter tegen zich aan, ik voelde het langzaam wat harder worden tegen mijn billen. Zijn kussen in mijn nek werden langer, hij zocht mijn wang. Ik draaide iets opzij en liet hem mij zoenen. Eén hand had hij los, hij speelde met mijn ballen. Ik kroop langs zijn onderarm omhoog.
‘Stijn…’
‘Niet doen?’ grinnikte hij.
‘Nee,’ zei ik zachtjes.
Hij liet me los. ‘Je hebt gelijk.’
‘Kleren aan,’ zei ik, ‘anders loopt het helemaal uit de hand.’
Hij liep voor me de kamer in, en trok wat kleren aan. Ik vond mijn boxer pas na wat zoeken terug.

‘Hoe doe jij dit?’ vroeg ik even later aan tafel.
‘Wat?’
‘Die croissants.’
‘Beetje ham en kaas erin draaien.’
‘Ja, dat snap ik. Maar als ik dat zou doen dan heb ik afbakcroissant met ham en kaas.’
Stijn lachte. ‘Dat is dit ook.’
‘Dit smaakt anders. Beter.’
Hij grijnsde. ‘Hand van de meesterkok. Nee gek, dit smaakt precies hetzelfde, gewoon spul uit de supermarkt. Aanbieding zelfs.’
‘Deze week in de bonus…,’ deed ik de reclame na.
‘Precies.’
‘Het is lekker.’
Ik ging achteruit zitten en leunde met een arm op de rugleuning. Strekte mijn andere arm voor mijn mok.
‘Het was lekker Stijn.’
‘Dat vond ik ook,’ zei hij dubbelzinnig.
‘Ik had het over het ontbijt, Stijn.’
‘O. Dat andere was niet lekker?’
‘Jawel. Lang geleden dat ik het zo gedaan heb, maar daar hebben we het al over gehad.’
‘Lang geleden dat ik het zo gedaan heb, met iemand die ik leuk vond.’
We keken naar elkaar.
‘Jij bent de eerste sinds…Je weet wel,’ zei hij toen ik een slok koffie nam.
Ik keek op van mijn mok.
‘Vind je dat gek? Ik moest even een tijd niets van seks hebben.’
‘Kan ik me voorstellen.’
‘Laatste keer dat ik er plezier van had was eh… Met jou toen. De rest…’
Hij trok een soort vies gezicht.
‘Ik heb me vaak afgevraagd hoe je dat deed.’
‘Knop omzetten.’
‘Tot daar aan toe, maar een stijve kun je niet faken.’
‘Toch lukte me dat wel vaak. Knop omzetten.’
‘Hoe dan?’
Hij lachte verlegen. ‘Dat wil je niet weten.’
Ik glimlachte. ‘Nou maak je me nieuwsgierig.’
‘Terugdenken aan de leuke keren met jou,’ zei hij ineens.
Nu keek ik verlegen.
‘Ik moet ineens aan André denken,’ zei ik.
‘Die leeft niet meer, weet je dat?’
‘Niet?’
Hij grijnsde. ‘Kranten lezen Jarno. Ik zag de overlijdensadvertentie.’
‘Aparte vent ook.’
‘Hij was de enige die mij met respect behandelde. Ik ben er vaak thuis geweest. Hij heeft me nooit aangeraakt, dwong me tot niets. De rest dacht dat ze je konden bezitten als ze betaalden, dan vonden ze dat ze alles met je mochten doen. André nooit. Hij genoot en was dankbaar.’
‘Ja, dat is waar denk ik.’
‘Ik ben naar zijn begrafenis geweest,’ zei Stijn tegen zijn mok op tafel. ‘Ik zat net op kamers. Ik weet niet, ik moest er naar toe. Ik was weg uit dat wereldje, zag er niemand meer van. Ik heb hem nog eens opgezocht, verteld wat er toen in dat park gebeurd was en dat ik alles weer een beetje onder controle had. Hij feliciteerde me, echt. Aardige vent.’ Stijn keek me aan. ‘Ik heb hem nog één keer laten genieten. Stom hè?’
Ik glimlachte. Stijn stond op.
‘Nog koffie?’

Ik was nog bijna de hele middag gebleven. Samen lunch gemaakt. Samen nog wat gedronken. De laatste blikjes bier had hij me meegegeven. Die wilde hij niet in huis houden. Ik ben gegaan zonder afspraken. Geen vervolg, geen verplichtingen. Thuis ging ik meteen douchen. Voor mijn gevoel alles van Stijn van me af wassen voordat Wijnand thuis zou komen. Ik vond het een raar idee om te doen. Na de douche zette ik een knop om, even niet meer aan Stijn denken. Dat was nu geweest. Klaar. Afgerond. Ik was blij dat ik hem gesproken had, gezegd had wat ik altijd al had willen zeggen. De seks was bijzaak, deel van de afsluiting. Strak kwam Wijnand thuis, en daar keek ik naar uit. Ik zette de blikjes in de koelkast, op eentje na. Ik wilde nog even één biertje drinken van Stijn.

Wijnand merkte niets aan mij. Hij kwam binnen zoals altijd, we gaven elkaar een kus. Samen eten, nog wat drinken met Gijs en Karlijn. Zelfs Karlijn merkte niets aan mij volgens mij en dat was op zich best een compliment. Natuurlijk dacht ik er toch nog veel aan, zeker de eerste dag. Het had indruk gemaakt, het voelde ook raar. Alsof het opnieuw net uit was tussen Stijn en mij. Maar nu definitief. Dat was goed, maar ik moest er wel doorheen.
‘Nog één biertje?’
Ik lag al in bed en grijnsde. ‘Eentje dan.’
Wijnand trok de koelkast open en pakte twee flesjes.
‘Waar komen die blikjes eigenlijk vandaan?’
‘Zaterdag klasgenoot tegengekomen,’ zei ik zonder twijfel, ‘biertje mee gedronken. Ik heb de rest meegenomen.’
‘Euroshopper?’
‘Ja, het moest goedkoop.’
Wijnand lachte.
‘Hier,’ zei hij terwijl hij over me heen stapte en het dekbed over zijn benen trok.
‘Proost,’ zei ik met een slok.
‘Ik heb een vermoeden,’ zei hij ineens.
‘Een vermoeden?’
‘Dat er iemand stiekem een vriendje heeft.’
Daar brak me toch even het zweet van uit. ‘Vriendje?’
Wijnand knikte. ‘Floris.’
Ik keek hem meteen aan. ‘Hoe kom je daar bij?’
‘Gevoel.’
‘Gevoel?’ lachte ik schamper. ‘Maar waarom?’
‘Geen idee. Onderbuik.’
Ik nam nog een slok. ‘Leg uit.’
‘Even er van uit gaan dat hij homo is…’
‘Of bi.’
‘Of bi. Mee eens?’
‘Eens.’
‘Stel dat hij Jurre leuk vindt. Maar daar doet hij niets mee.’
Ik knikte.
‘Kan dat niet zijn omdat hij een vriendje heeft?’
‘Raar. Dat kan hij dan toch zeggen?’
‘Misschien wil hij nog niet uit de kast komen.’
Nu lachte ik echt. ‘Bij ons niet? Als er ergens een stel is dat zoiets oké vindt dan zijn wij het wel. Bovendien, als hij het zou vertellen dan weet Jurre ook genoeg. Win-win situatie. Sorry Wijn, maar dit is echt onzin.’ Ik lachte en pakte het lege flesje uit zijn hand. Ik zette het naast het bed en trok het dekbed over me heen. ‘Genoeg gedronken jij, je begint rare dingen te denken.’
Wijnand lachte en kuste me. Ik kroop tegen hem aan en zoende terug.
‘Spijt dat hij heeft liggen rotzooien met Jurre. Niet willen vertellen dat hij eigenlijk vreemd is gegaan. Dat is nogal wat om te vertellen. Ook tegen degene waar je vreemd mee hebt liggen gaan.’
Ik zei even niets. Wijnand lachte.
‘Zo gek is dat niet toch?’
‘Nee.’
‘Zie je nou wel, mijn theorie zou zo maar eens kunnen kloppen.’
‘Goed, goed, misschien. We zullen hem eens in de gaten gaan houden.’
Wijnand grinnikte en kuste me weer. Zijn hand gleed over mijn lichaam en trok me hard. Veel was daar niet voor nodig.

Ik wou dat Wijnand er nooit over begonnen was. Nu bleef ik Floris weer in de gaten houden. Af en toe vragen stellen, proberen te vissen. Hij had me niet door gelukkig. Nog niet. Jurre was al plannen aan het maken voor het weekend, we zouden gaan stappen. Daar mocht Floris niets over horen. Wijnand had nog als idee opgeworpen om hem toch mee te nemen maar daar wilde Jurre niets van weten. Hij wilde zonder hem op stap en dat snapte ik wel. Hij was ook redelijk uitgelaten toen we in de trein zaten. Eerst nog even langs Wijnand thuis en dan ging het los.

In het begin keek hij nog even wat onwennig rond, maar hij had het al snel naar zijn zin. Hij dronk bier, praatte honderduit. Er kwam een jongen voorbij gelopen die hij nakeek. Ik zag het en grijnsde naar hem toen hij zijn wenkbrauwen naar me optrok.
‘Op jacht?’
Jurre lachte. ‘Nee, niet echt. Maar ogen open houden kan geen kwaad toch?’
Ik keek nog een keer om en zag de jongen zijn vriend een kus geven.
‘Hm,’ hoorde ik achter me, ‘da’s jammer.’
Ik draaide me lachend terug naar Jurre en Wijnand. Die stootte me aan.
‘Die jongen daar was de vorige keer met Ralf hier.’
‘En nu is hij alleen.’
‘Verbaast me niks.’
‘Het kan ook zijn dat hij er al is en dat Ralf later komt.’
‘Pfft, denk je dat echt?’
‘Nee,’ lachte ik, ‘maar het zou kunnen.’
Wijnand schudde zijn hoofd. Ik kreeg een elleboog van Jurre.
‘Pak aan.’
‘O, ja, dank je.’
Ik nam een slok van mijn beker en keek rond. Goed gevuld al. Aardig wat bekende gezichten ook. De jongen stond nog steeds alleen. Hij keek rond, hield de deur naar de foyer in de gaten. Ineens glimlachte hij en zwaaide. Meteen draaide ik mijn hoofd, zou het dan toch Ralf zijn? Er kwam een jongen binnen die ik niet kende, hij glimlachte verlegen en stak zijn hand op. Daarna liep hij naar hem toe. Ze stonden een beetje onwennig bij elkaar, vooral te glimlachen. Maar die manier van glimlachen sprak boekdelen. De verliefdheid spatte er van af. Ik glimlachte ook, leuk om te zien. Ze zeiden wat tegen elkaar en glimlachten weer. Ik moest me inhouden, ik kreeg bijna zin om wat te drinken voor ze te gaan halen.
‘Die is gered,’ zei Wijnand achter me.
‘Gelukkig wel.’
‘Ik zei het je toch?’
Ik grijnsde. De jongen keek mijn kant op en zag me grijnzen. Hij voelde meteen dat het over hem ging. Ik keek meteen onschuldig, alsof het toeval was. Hij bleef nog even kijken, ging wat dichter tegen de andere jongen aan staan. Ik draaide me maar om, niet meer kijken. Jurre leunde tegen de bar en stond met Wijnand te praten. Ik ging naast Jurre hangen en zette mijn lege beker op de bar. Ik voelde een hand op mijn schouder.
‘Iemand nieuws bij?’
Al had ik zijn stem niet herkend, aan de manier van vragen wist ik al dat het Ralf was. Hij had toch ineens het lef om ons weer eens aan te spreken. Lang geleden, eigenlijk al sinds het uit was met Wijnand. Aan de vraag van hem snapte ik wel waarom hij dat nu toch deed.
‘Ja,’ zei ik half omgedraaid, ‘jongen van school.’
‘Leuk.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Heel gezellig, aardige gast.’
Ik zag Wijnand al afkeurend kijken.
‘Hé, Wijnand,’ zei Ralf joviaal. ‘Hoe gaat ie?’
‘Goed hoor.’ Wijnand keek strak.
Ralf keek naar Jurre en stak zijn hand uit.
‘Ralf.’
‘Jurre.’
‘Wil je wat drinken?’
‘Ik heb nog, dank je.’
Ralf bekeek hem een keer van top tot teen, maar dat deed Jurre bij hem ook al. Ik probeerde zijn gezicht te lezen. Ik kon er niet uit opmaken wat hij van hem dacht. Ralf praatte ondertussen vrolijk door. Jurre lachte om zijn grappen, praatte vrolijk mee. Ongemerkt wist Ralf hem langzaam een klein beetje van ons weg te halen. Hoe deed hij dat toch? Hij was er wel handig in.
‘Moeten we nou ingrijpen?’ vroeg Wijnand.
‘Nee, lekker laten gaan. Als het echt fout dreigt te gaan dan zien we wel weer. Tot nu toe gaat er nog niets fout. Het blijft bij praten, let maar op. Straks even naar zijn vrienden, toevallig weer tegenkomen en dan wat te eten gaan halen. Werkt altijd.’
Wijnand schudde zijn hoofd. ‘Je kent hem goed.’
‘Jij toch ook?’ grijnsde ik.

Tot zover had ik gelijk, Ralf ging even naar zijn vrienden. Hij had nog geprobeerd of Jurre mee wilde gaan dansen maar daar had Jurre voor bedankt. We keken hem met zijn drieën na.
‘Oké,’ zei Jurre, ‘zeg het maar.’
‘Hoe zeg ik dit netjes? Hij is best aardig en gezellig, maar we hebben er ook een beetje slechte herinneringen aan.’
‘Zoiets,’ beaamde Wijnand.
Jurre keek me half lachend aan. ‘Dat is jouw ex?’
‘Nee, die van hem. Al moet ik toegeven dat ik er ook wel eens… Laat maar, kun je wel raden.’
Hij keek met een ruk naar Wijnand.
‘Ja, ik weet het. Domme zet van me.’
‘Hij lijkt me wel aardig.’
‘Is hij ook. Hij heeft er alleen moeite mee een relatie langer vol te houden dan een maandje, hooguit een paar.’
‘Een jager dus.’
‘Kun je wel stellen.’
‘Maar jij hebt er ook iets mee gehad?’ vroeg Jurre aan mij.
‘Het is maar hoe je het wil noemen. Ik heb hem hier leren kennen. Mee gezoend, later is hij nog een keer bij mij thuis geweest. Dat liep wat minder goed af.’
‘O?’
‘Betrapt door mijn vader. Daar is de hele rotzooi zo’n beetje mee begonnen thuis.’
‘Ai.’
‘En daarna heeft hij Wijnand ingepakt. Ik heb hem er nog even van weerhouden door zelf met Wijnand te gaan zoenen, maar dat mocht op de lange duur niet helpen.’
‘Want?’
‘Ik had ondertussen iets met Stijn.’
Jurre schudde een keer met zijn hoofd. ‘Lekker wereldje weer dit.’
‘En toen het tussen Stijn en mij fout ging,’ praatte ik verder alsof er niets aan de hand was, ‘was hij net weer van Ralf af, dus toen zijn we met elkaar verder gegaan.’
Jurre lachte.
‘Ik wil maar zeggen: kijk uit voor hem. We gunnen je een vriendje hoor, zolang het maar niet Ralf is. Dat gaat zeer doen bij je.’
‘Ik heb de boodschap begrepen.’
‘Straks komt ie nog wel een keer, vraagt hij of je zin hebt om wat te gaan eten hier in de foyer.’
‘Altijd lekker toch?’
‘Als je het daar maar bij laat.’
Ik keek langs Jurre af en zag de jongen weer naar me kijken. Hij had ons met Ralf gezien, dus waarschijnlijk trok hij nou de verkeerde conclusies.
‘Ik vreet hem leeg en verder niets dus?’ hoorde ik Jurre zeggen.
Wijnand lachte. ‘Kijk uit is alles wat ik zeg.’
Ik dwaalde af met mijn gedachten. De eerste keer dat ik hier was. Met Ralf. Ik kon niet zeggen dat ik er spijt van had. Wijnand had meer haatgevoelens tegen hem dan ik. Ralf had me geholpen, zijn ouders zelfs, door met die van mij te praten. Af en toe kon ik me nog moeilijk voorstellen dat ik toen van huis was weggelopen en in dat park was gaan leven. Stijn. Ik was nog vaak met hem hier geweest, tot het weer slechter met hem ging. Rare tijd was dat geweest. Hij woonde niet eens zo ver hier vandaan. Straks kwam hij nog binnen, wat moest ik dan zeggen? Jurre stootte me aan.
‘Zo, waar was jij met je gedachten?’
‘Herinneringen.’
Jurre lachte.
‘Waar is Wijnand?’
‘Toilet. Jij nog een biertje?’
‘Lekker,’ zei ik timide.

Daar was hij weer, we hadden het voorspeld. Hij wilde wat gaan eten. Wijnand kaatste het meteen af. Jurre had wel zin. Met een dikke knipoog naar ons ging hij met hem mee. Wijnand keek ze na.
‘Moeten we die nu niet in de gaten gaan houden?’
‘Nee, Jurre kan heel goed voor zichzelf zorgen.’
‘Maar….’
‘Wijnand, kappen nou. We hebben Jurre gewaarschuwd, hij kent de verhalen. Kom op zeg, hij weet vast wel wat hij doet.’
‘Ik hoop het maar.’
Ik lachte en wreef hem op zijn rug.

Jurre kwam na een half uurtje terug. Alleen. Ralf kwam een minuutje later de zaal in. Jurre keek balorig. Ik grijnsde, die blik van hem zei niet veel goeds. Wijnand keek nieuwsgierig, maar Jurre liet niets los. Het enige wat hij zei dat er niets gebeurd was. Ik geloofde hem wel, ondanks die blik van hem. Ik ging nog wat te drinken halen. Het was druk bij de bar, Jurre en ik stonden naast elkaar, Wijnand stond op een klein afstandje. Ik wachtte tot ik aan de beurt was.
‘Wat een voorspelbare slijmbal is het,’ zei Jurre in mijn oor.
‘Ik weet het.’
‘Hij bood me een hapje aan en toen wist ik al dat hij me wilde voeren. Echt doorzichtig.’
Ik lachte. Jurre kwam nog wat dichter tegen me aanhangen, zijn hand pakte even mijn vingers vast, tussen mij en de bar.
‘Maar hij zoent wel lekker.’
‘Wat?’
Ik keek opzij en zag hem balorig kijken.
‘Je zit me te fucken.’
‘Nee, we hebben gezoend. Had ik zin in.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘En nu?’
‘En nu niets. Nou ja, hij werd een beetje hangerig, zeker toen ik zei dat ik terug de zaal in ging. Hij wilde nog even blijven.’
‘Wat heb je gezegd? Hij kwam later terug dan jij.’
‘Dat ik gewoon even zin had om te zoenen, dat hij er verder niets achter moest zoeken.’
Ik schoot in de lach.
‘Volgens mij vond hij het niet zo erg. Beetje teleurgesteld misschien.’
‘Vooral omdat jij het eerder zei dan hij. Drie bier.’
De barman knikte.
‘Zou kunnen,’ zei Jurre. Hij keek me aan en lachte. ‘Waarschijnlijk wel ja.’

‘O, nee,’ zei Jurre ineens na een half uur.
‘Wat?’
‘Ralf staat daar met een jongen te praten. Zijn lichaamstaal zegt me genoeg.’
‘Waar?’
Wijnand en ik speurden de zaal af. We zagen hem al snel staan.
‘Volgende slachtoffer,’ zei Wijnand.
‘Dat dacht ik toch niet,’ zei Jurre heel beslist. ‘Ik heb die jongen al een tijdje zien staan. Die is van mij.’
Ik lachte. Jurre keek me aan en knipoogde.
‘Hij staat er al een tijdje alleen, beetje onwennig om zich heen te kijken.’
‘En dan nu Ralf.’
Jurre sloeg tegen mijn rug. ‘Ben zo terug.’
Wijnand en ik keken hem na. Ralf stond nog steeds met de jongen te praten, Jurre ging er in een rechte lijn op af. Hij legde even zijn hand tegen de rug van Ralf, hij lachte. Ze stonden met zijn drieën bij elkaar, we zagen alleen maar de rug van Jurre. Ralf keek een beetje verstoord. Ik kende Ralf goed genoeg, hij deed gewoon gezellig, maar dat hield hij niet lang vol. Die ging nog wel bijdehand doen. De jongen lachte, Jurre maakte volgens mij de goede opmerkingen. Ralf werd ongeduldig. Jurre wees met zijn vinger naar Ralf en daarna naar de jongen. Ze knikten. Jurre legde even zijn hand tegen de arm van de jongen en draaide zich om. Hij liep naar de bar, keek naar ons en grijnsde. Hij stak zijn tong uit, lachend. Ralf was wat dichter bij de jongen gaan staan, praatte tegen hem met zijn mond vlak bij zijn oor. Hij raakte even zijn arm aan. Trok de jongen nou terug, om wat afstand te bewaren? Nee, hij lachte naar Ralf. Jurre kwam weer terug, ging zo bij ze staan dat Ralf weer iets meer afstand moest nemen. Hij gaf eerst Ralf zijn beker, daarna de jongen. Hij proostte, tikte tegen zijn beker aan. Jurre bleef maar praten, Ralf kwam er bijna niet meer tussen.
‘Jurre is gek,’ zei Wijnand.
‘Jurre is goed,’ antwoordde ik.
Wijnand lachte. Ralf begon op te geven zag ik. Hij stond naast ze, keek rond terwijl hij een slok nam. Een paar van zijn vrienden kwamen er bij staan. Ralf zei wat tegen Jurre en de jongen, Jurre wachtte af. De jongen haalde zijn schouders op, Jurre schudde nee. Ralf kneep even in hun schouders en ging toen weg. Met zijn vrienden naar de dansvloer.

We waren ze kwijt. Ik zag ze nergens meer. Wijnand en ik waren even wat te drinken gaan halen bij de bar, toen we omdraaiden en terug de zaal in keken was Jurre weg. De jongen ook.
‘Hij pakt het snel aan.’
Ik knikte terwijl ik nog door de zaal zocht. Nergens meer te zien.
‘Missie geslaagd?’
Ik lachte. ‘Daar ziet het wel naar uit.’
Wijnand sloeg een arm om me heen en gaf me een kus. Ik kuste terug. Ik keek hem aan en grijnsde.
‘Nee, Wijnand, we gaan ze niet zoeken.’
Hij pakte mijn hand en trok me mee naar de dansvloer.

Dat zoeken moest toch. Het liep tegen sluitingstijd. We kwamen hem tegen in de foyer. De jongen had zijn jas al aan. Ze lachten naar elkaar. Jurre zei iets, de jongen lachte en kreeg een kus op zijn wang. Even hielden ze elkaars hand vast, daarna ging de jongen naar buiten. Jurre draaide zich om, zag ons staan en glimlachte. Hij kwam naar ons toe.
‘Zo maar eens gaan?’ zei hij alsof er niets aan de hand was.
Ik lachte. ‘Is goed. Maar daarna vertel je ons alles.’

‘Goed,’ zei Wijnand op zijn slaapkamer, ‘hij heet Tom, jullie hebben nog wat gegeten in de foyer en wat gedronken en het is een heel gezellige jongen.’
Jurre lachte vanaf zijn matras op de grond. Ik keek half over Wijnand heen naar hem. Hij glunderde. Wijnand trok het dekbed nog wat strakker om zich heen.
‘Maar wat is er verder gebeurd?’ vroeg hij daarna.
‘Niet veel. Gewoon zitten praten.’
‘Waarover dan?’
‘Zijn school, mijn studie.’
‘Hoe oud is hij eigenlijk?’
Jurre grijnsde. ‘Vijftien. Beetje jong dus.’
‘Eerste keer dat hij er was?’
‘Ja, dat kon je ook wel merken. Voorzichtig, beetje nerveus. Het lullige was, hij had er afgesproken met iemand die hij kende, maar die is dus nooit op komen dagen.’
‘Flauw.’
‘Ja, dat vond ik ook. Hij baalde, eigenlijk wilde hij wel weer gaan, maar toch blijf je dan wachten. Je weet nooit of ie toch nog komt.’
‘Dan bel je toch,’ zei Wijnand half verbaasd.
‘Had ie gedaan, maar die jongen zijn telefoon stond uit.’
‘Wat vond hij van Ralf?’
Jurre lachte. ‘Hij vond hem wel aardig.’
Wijnand siste afkeurend tussen zijn tanden.
‘Kom op Wijnand, dat is hij ook best wel. Goed, met een dubbele agenda, maar hij is wel aardig als je hem verder niet kent.’
‘Oké, oké…’
Jurre lachte. ‘Je had zijn gezicht moeten zien toen ik er bij kwam staan.’
‘Dat hebben we.’
‘O ja, jullie stonden de hele tijd te kijken ja, ook toen Ralf eindelijk afdroop.’
‘Vind je het gek?’ vroeg ik verontwaardigd.
‘Nee hoor, daarom ging ik ook even iets met hem te eten halen in de foyer, toen jullie naar de bar liepen.’
‘De Ralf-truc?’ vroeg Wijnand.
‘Nee, hij wilde niets eten, zelfs geen hapje.’
Ik grinnikte.
‘En wat is er toen nog gebeurd?’ vroeg Wijnand nieuwsgierig.
‘Niets.’
‘Niet gezoend?’
‘Nee.’
Ik keek naar zijn gezicht, dat stond behoorlijk strak.
‘Wilde hij niet?’
‘Geen idee. Hij begon er niet mee in ieder geval.’
‘Jij dus ook niet.’
‘Nee,’ zuchtte Jurre.
‘Je vindt hem wel leuk.’
‘O, zeker wel.’
‘Maar?’
Jurre zuchtte nog een keer.
‘Weet je,’ zei hij, ‘hij wilde wel, maar durfde niet goed. Hoe hij keek naar me… Ik wist genoeg. Ook na zijn hand tegen mijn arm en mijn been en zo.’
‘Klinkt goed.’
‘Te goed. Ik vond dat ik het niet moest doen. Hij vond me wel heel erg leuk geloof ik.’
‘Dat was te zien.’
Jurre ging verliggen. ‘Ik vond dat ik het niet kon maken.’
Ik keek naar hem. ‘Floris?’
Jurre lag op zijn rug en draaide zijn hoofd naar me toe. Hij knikte.
‘Daar heb je toch geen verantwoording aan af te leggen?’ vroeg Wijnand verbaasd.
‘Nee, maar die blijft leuker. Dat kan ik Tom niet aan doen.’ Hij keek naar ons. Hij zocht bevestiging. ‘Kom op, dat is toch zo? Stel dat het iets zou worden, wat dan? Heb ik iets met hem terwijl Floris nog steeds niet uit mijn kop is. Dat kun je gewoon niet maken, dat snappen jullie ook wel.’
Ik glimlachte. ‘Je hebt wel gelijk denk ik.’
‘Stom, maar wel gelijk. Ik moet die Floris toch eens uit mijn kop zien te krijgen.’
‘Misschien,’ zei ik.
Jurre draaide zich weer op zijn zij.
‘Welterusten.’
‘Slaap lekker,’ zei ik naar zijn rug toe.
Wijnand deed het licht uit. Ik kroop tegen hem aan, gaf hem een kus in zijn nek die hij beantwoordde met een zachte kneep in mijn kruis achter zich. Jurre draaide, ik heb hem niet meer in slaap horen vallen.

Jurre was een stuk vrolijker de volgende ochtend. Hij zat rechtop op zijn matras toen ik mijn ogen open deed. Hij grijnsde naar me.
‘Twee sms’jes van hem.’
Ik glimlachte terug. ‘Van Tom?’
Hij knikte. Wijnand werd wakker. Hij kreunde.
‘Hé,’ zei ik zachtjes, ‘ook al wakker?’
‘Nee.’
Ik lachte. ‘Kom, wakker worden, ik heb zin in een ontbijtje.’

Wijnand was mee opgestaan, zijn ouders waren al lang beneden. We zaten met zijn drieën aan tafel.
‘En nu?’ vroeg Wijnand.
Jurre keek vragend. ‘En nu?’
‘Ja, na gisteravond en de sms’jes vanmorgen. Ga je er nog wat mee doen?’
Jurre haalde zijn schouders op. ‘Daar denk ik nog even over na.’
‘Je moet ze wel beantwoorden vind ik.’
‘Heb ik al gedaan hoor.’
‘Heel goed,’ glimlachte Wijnand. ‘Ga je dit aan Floris vertellen?’
Jurre keek op met een ruk van zijn hoofd. ‘Nee. Jongens, alsjeblieft, we gaan hem hier nog even niets over vertellen. Floris proberen jaloers te maken met een andere jongen. Dat is zó goedkoop…’
Ik hield mijn twee handen op. ‘Ik zeg niks.’

Het was raar om Floris maandag weer te zien, zeker met de opmerking van Jurre erbij in mijn hoofd. Ik hield mijn mond, maar het voelde toch ongemakkelijk toen hij vroeg hoe ons weekend was geweest. Maar Jurre wilde hem echt niets laten weten. Niet jaloers maken. Halverwege de dag kwam ik hem nog een keer tegen, alleen. Hij zag me, kwam meteen op me af en hield me staande.
‘Jarno.’
‘Hé.’
Hij keek strak.
‘Zijn jullie uit geweest zaterdag, bij jou in de stad?’
‘Wijn en ik?’
‘En Jurre.’
‘Hoe ben jij daar achter gekomen?’
‘Gehoord.’
Ik knikte. Wat kon ik anders? Dit was ongemakkelijk. Dit voelde als verraad. Dat was het ook natuurlijk. Ik keek hem aan. Floris was jaloers.
© 2012 Oliver Kjelsson