Geheim (deel 3)

‘Vertel eens verder jij,’ zei ik achterdochtig.
‘Wat moet ik zeggen? Ik had het pas door toen ik hem een hand gaf. Ik heb expres niks laten merken, maar hij moet me herkend hebben. Ik zie hem altijd bij de thuiswedstrijden, beetje stille jongen. Volgens mij vindt hij er geen bal aan.’
‘Ik heb hem er nog nooit over gehoord.’
Marnick schudde zijn hoofd. ‘Ik ken hem al lang. Hij komt er al zolang als ik speel. Hij heeft ooit in een jeugdteam gespeeld, maar dat werd niets. Zijn broer wel. Wereld van verschil die twee.’
Ik keek een beetje voor me uit. Dat paste allemaal wel bij wat ik van hem gehoord had.
‘Zijn vader is een fanatieke, doet alles voor de sport.’
‘Hoe is de verhouding tussen die twee?’
‘Friso en zijn vader? Weet ik niet. Ze staan nooit dicht bij elkaar. Er is altijd afstand. Ik zie het nog zo voor me, ik kan me nog herinneren dat hij in dat jeugdelftal speelde. Pa langs de lijn, en maar roepen. Je zag die jongen ongelukkig kijken. Ineens was hij er mee opgehouden, half in het seizoen. Ik vraag me af wat dat voor discussies heeft opgeleverd.’
‘Als ik jou zo hoor zal dat niet zonder slag of stoot zijn geweest.’
‘Ik kan me niet voorstellen dat pa dat zomaar goed gevonden heeft.’
‘Hij was blijkbaar wel enthousiast dat Friso ging klimmen.’
Marnick keek me met grote ogen aan. ‘Zijn vader weet van jouw bestaan?’
‘Nee, niet echt. Die denkt dat hij klimt met studiegenoten.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘ Ik zeg maar een ding; kijk uit.’
‘Alles rustig aan Marnick, komt allemaal wel in orde.’

Ik begon steeds meer van hem te begrijpen. Ik snapte nu ook wel waarom hij alles nog stil wilde houden, zeker bij zijn vader. Ik kreeg zelfs een beetje medelijden met hem. Ik had het wat dat betreft wel getroffen met mijn ouders. Dat zette me aan het denken. Hoe ging onze relatie zich ontwikkelen? Kon ik hem meenemen naar mijn ouders? Zag hij dat zitten? Ik moest maar eens voorzichtig beginnen.

Dat betekende een avondje drinken bij Simon thuis. Hij had ons na een avond klimmen gevraagd of we zin hadden op vrijdag bij hem thuis langs te komen om het weekend in te luiden. Friso keek me even schuin aan. Ik gaf hem geen ruimte, ik stemde meteen in. Als Friso het niet zag zitten dan besliste hij zelf maar. Hij trok niet terug, hij wilde mee. Het werd gezellig, die vrijdagavond. Floortje, de vriendin van Simon ontving hem hartelijk. Friso liet het allemaal tevreden over zich heen komen. Dit was duidelijk nieuw voor hem. Hij kon gewoon naast me zitten in de bank, terwijl Floortje er zelfs een vrolijke opmerking over maakte hoe gezellig dat er uit zag. Hessel keek een keer spottend naar me. Dat was Floortje nou eenmaal: “alles gezellig”. Ik had plezier die avond. Het voelde als jaren terug. Gezellig kletsen, muziekje en drankje erbij. Met mijn vriendje naast me. Lang geleden dat ik me zo voelde. Het voelde compleet, het gaf me rust. Hessel zal het aan me en knipoogde. Friso genoot. Het wende snel voor hem, zag ik. Hij werd steeds vrolijker, zelfs uitgelaten. Hij zat grappen te vertellen, gaf gevatte opmerkingen. Hessel voerde hem met dingen die hij zei, daagde hem uit. Friso gaf hem goed partij. Ze zaten samen flink te lachen. Dat deed me goed. Hessel kon het goed met hem vinden en dat was me heel wat waard. Ik had zijn goedkeuring wist ik, en dat voelde erg goed. Friso had het naar zijn zin, ontdooide. Voor zijn gevoel was de avond veel te snel voorbij. Hij zat bij mij in de auto terug naar mijn huis. Ik twijfelde, moest ik Marnick nog ter sprake brengen? Het was de eerste keer dat we alleen waren sinds ik die gezien had.
‘Drink je nog wat bij mij?’ vroeg ik.
‘Natuurlijk,’ glimlachte hij.
‘Leuke avond gehad?’
‘Zeker. Hessel is een leuke gast.’
‘Moet ik uit gaan kijken? Hessel is hetero hoor,’ plaagde ik hem.
Friso lachte. ‘Nee, zo niet. Hij is gewoon aardig. Floortje is ook lief trouwens.’
‘Floor is een schat.’
Ik keek voor me uit toen ik dat zei. Ik reed mijn straat in en parkeerde. Floortje was inderdaad een schat. Ik had een hoop aan haar te danken. Aan Hessel ook trouwens. Friso stootte me aan in de lift.
‘Waar denk je aan?’
‘Niks bijzonders,’ glimlachte ik maar en gaf hem een kus.
Friso had verder niets in de gaten, kuste me terug en pakte mijn hand toen de liftdeur open gleed. Binnen pakte hij me vast en zoende me.
‘Ik heb een leuke avond gehad, Ruben.’
‘Mooi, dat was ook de bedoeling,’ glimlachte ik.
‘Waarom is zo’n vent als Hessel nog vrijgezel?’
‘Dat moet je hem zelf maar vragen,’ lachte ik. ‘Dat is zijn privéleven. Dat ga ik je niet vertellen.’
‘ Er zit een verhaal achter?’
‘Nee, niet echt hoor. Hessel is Hessel. Die doet zijn eigen ding, die moet je niet te snel willen binden. Kan ie niet tegen.’
Friso kroop tegen me aan, gaf me een kus en deed zijn ogen dicht. Zijn lichaam ontspande.
‘Moe?’
‘Beetje,’ fluisterde hij.
‘Drukke week gehad?’
‘Ook. Maar vanavond was…’
‘Was?’
‘Was leuk. Nieuw. Nog nooit meegemaakt zoiets. Jij en ik, gewoon bij elkaar, zonder dat ook maar iemand daar raar van opkijkt.’
‘Pas maar op,’ lachte ik. ‘ Dat went erg snel.’
‘Vind ik niet erg,’ glimlachte hij.
Ik trok hem dicht tegen mij aan. ‘Het voelde ook goed.’
Friso keek me aan en kuste me. ‘Niet naar bed,’ grinnikte hij, ‘straks vallen we weer in slaap.’
‘Ik wou dat je kon blijven.’
‘Ik ook.’
‘Bel op dan, dat het laat gaat worden en dat je kunt blijven slapen.’
‘Dat gaat niet, Ruben.’
‘Ik zou niet weten waarom niet.’
‘Omdat jij niet weet wat voor vragen ze gaat stellen.’ Hij keek naar me. ‘Sorry.’
Ik zei maar niets meer. Ook niet over Marnick. Dat kwam nog wel een keer. Ik wilde de sfeer niet op het spel zetten. Ik vond het jammer, dit moest niet ophouden deze avond. Het was leuk geweest, gezellig. Ik had hem graag bij me gehouden, dicht tegen me aan, huid tegen huid, zijn ademhaling gelijk met die van mij. Samen slapen, één zijn met zijn lichaam. Ik wilde met hem wakker worden, samen ontbijten. Maar hij kon niet blijven. Een half uurtje later was hij weg. Naar huis.

Friso keek bedrukt toen ik hem bij de klimhal zag.
‘Wat is er?’ vroeg ik toen we even alleen waren.
‘Jort wil een keer mee komen.’
‘Klimmen?’
Friso knikte. ‘Mijn vader begon er over toen we zaten te eten. Of het nog steeds leuk was. Of het gezellig was.’
‘En toen werd jouw broer nieuwsgierig?’
‘Ja, en hij wil een keer mee.’
‘Dan komt hij toch een keer mee?’ hoorde ik Hessel achter me zeggen.
Friso keek ongemakkelijk.
‘Zijn familie weet van niets, Hessel,’ antwoordde ik voor Friso.
Hessel keek van Friso naar mij. Ik haalde mijn schouders op. Ik had er verder ook niets over te zeggen.
‘Wij houden onze mond wel hoor,’ zei hij tegen Friso. ‘Geen zorgen over maken.’
‘Maar…’ Friso hakkelde, schaamde zich, leek het wel.
Hessel legde zijn hand op Friso’s schouder. ‘Niet moeilijk over doen. Als ze het bij jou thuis nog niet weten dan is dat gewoon zo. Wij kunnen wel een geheimpje bewaren hoor.’
‘Hessel?’ vroeg ik.
Hessel keek naar mij.
‘Kunnen wij doorgaan voor rechtenstudenten?’
Hessel keek met een ruk naar Friso.
‘Ja, ik moest iets zeggen thuis,’ reageerde die geërgerd. ‘Ik kon toch moeilijk zeggen, “ik heb zaterdag een leuke vent ontmoet, daar ga ik mee sporten vanavond”?’
Hessel glimlachte. Meteen daarna keek hij serieus. Simon stond er bij, maar zei niets. Ik pakte een touw en gaf het aan Friso, om aan zijn gordel te knopen.
‘We lossen het wel op,’ zei ik.

Na het klimmen ging Friso meteen naar huis. Daar baalde ik van, maar ik begreep het wel. Hessel en ik zagen hem weg rijden buiten.
‘Leuk probleem heeft hij,’ zei Hessel droog.
‘Nogal.’
‘Dat zeg je ook niet echt vrolijk.’
Ik zuchtte. ‘Vind je het gek?’
‘Sorry dat ik het zeg, Ruben, maar wat moet jij hiermee?’
‘Meedenken, meer kan ik niet doen, hij zal zelf een oplossing moeten verzinnen.’
‘Zo bedoelde ik het niet.’
‘Hoe dan?’
‘Hij zit nog zo diep in de kast. Jij niet. Hoelang ga jij dit volhouden? Ik ken je.’ Hij keek me aan terwijl ik zweeg. ‘Laat je niet gek maken jongen. Hoe leuk hij ook is. Ik heb het idee dat hij in een ander soort wereld leeft dan jij. Daar moet je tegen kunnen.’
Ik zuchtte. ‘Wat een puinhoop.’
‘Dat bedoel ik.’
‘Zijn broer blijft natuurlijk volhouden dat hij mee wil.’
‘Ja, dat denk ik wel. En hij kan geen nee blijven zeggen, dat maakt het nog verdachter.’
Ik knikte. ‘En dat hoeft geen probleem te zijn, als hij maar niet had verteld dat hij met studiegenoten ging klimmen.’
Hessel schudde glimlachend zijn hoofd.
‘Verzinnen we wel wat op. Komt wel goed.’
Hessel kneep even in mijn schouder. ‘Kijk uit. Niet gek worden.’

Ik had er de hele dag aan zitten denken. Friso had me een sms gestuurd, hij wilde naar mij toe komen vrijdagavond. Dat vond ik ook wel nodig. Er moest gepraat worden. Dat gedoe met zijn broer moest opgelost worden. Ik deed mijn voordeur open en zag een vrolijke Friso voor me staan. Een beetje verbaasd gaf ik hem een kus terug. Uitgelaten was hij naar binnen gestapt en had me vastgepakt en gekust.
‘Alles goed?’ vroeg ik lachend.
‘Ja hoor,’ zei hij vrolijk. ‘Jort gaat volgend week mee.’
‘Vertel?’
Hij glimlachte en hield me vast. ‘Hij begon er net aan tafel weer over, dat hij een keer mee wilde. Mijn vader begon er meteen weer vragen over te stellen. Of het allemaal wel veilig was en zo. Nou ja, heel verhaal. Of mijn studiegenoten dat vaker hadden gedaan, en of er meer ervaren mensen bij waren,’ ratelde hij aan één stuk door. ‘Ik heb toen gezegd dat ik niet meer met mijn studiegenoten klom, omdat we dat zomaar voor een keer hadden gedaan. Dat ik daar jullie had leren kennen en dat ik het zo leuk vond dat ik nog eens met jullie had afgesproken.’
‘En wij nu jouw vaste klimmaten zijn?’
Hij knikte balorig.
Ik glimlachte. ‘Briljant.’
‘Vond ik ook. Ze slikten het meteen, Jort ook.’
‘Heb je je mooi uit weten te redden. Dus Jort gaat mee volgende week?’
‘Ja.’
Ik keek hem aan, hij zei het wel heel erg balorig.
‘Eindelijk eens een sport waarin ik beter ben dan hij.’
Ik lachte. Het gesprek met Marnick flitste door me heen. ‘Ik hoorde dat hockey je niet zo goed af ging, nee.’
Zij gezicht trok strak.
‘Ik heb met Marnick gepraat. Hij herkende je.’
‘Jullie hebben het over mij gehad.’
‘Ja. Ik wist niet dat jouw vader de voorzitter van de club was.’
Friso plofte in de bank. ‘Toen ik hem aan zag komen lopen op dat terras was ik al bang dat hij me zou kennen.’
‘Waarom heb je toen niets gezegd? Je deed naderhand zelfs net alsof je verbaasd was dat hij daar speelde, dat je hem helemaal niet kende.’
‘Ik hoopte stiekem dat hij me niet had herkend. Wat heeft hij allemaal verteld?’
‘Over jouw vader, jouw broer, dat jij nog een tijdje hockey hebt gespeeld.’
‘Nou, wat een succes was dat,’ zei hij spottend.
Ik keek naar hem en schudde mijn hand een keer door zijn haar. Daarna liep ik naar de keuken.
‘Mijn vader is een harde. Eist veel van ons,’ hoorde ik hem in de kamer verder praten. ‘Ik heb hem echt teleurgesteld. Maar ik vind het ook gewoon niks, dat hele hockey niet.’
‘Jij hebt hem niet teleurgesteld,’ zei ik terug richting de kamer, ‘dat heeft hij zelf gedaan door teveel te verwachten.’
‘Zou je denken,’ hoorde ik ineens vlak achter me.
‘Ja,’zei ik terwijl hij zijn armen om me heen sloeg. Ik keek naar zijn handen op mijn buik. Zijn neus drukte in mijn nek, zijn lichaam tegen mijn rug. ‘Hij is een hockey man begreep ik, in hart en nieren. Altijd al geweest zeker?’
‘Ja, als kind al volgens mij. Opa ook.’
‘Zie je. En hij maakt de fout door er maar van uit te gaan dat zijn kinderen dat automatisch ook leuk vinden. Dat is jouw fout niet, Friso. Dat is jouw schuld niet.’
‘Maar ik kan het wel, hockeyen. Dat heb ik van hem.’
‘Maar?’
‘Ik vind er gewoon geen reet aan,’ zei hij uitdagend.
Ik lachte.
‘Geen enkele teamsport trouwens. Ik ben geen vechter, Ruben. Ik wil het gewoon leuk hebben, geen competitiedrang.’
‘Ik moet dit weer terug in de koelkast zetten.’
‘Dan doe je dat toch,’ lachte hij.
‘Ik kan er zo niet bij als je me zo vast houdt.’
‘Ik loop wel mee.’
Lachend schuifelden we als een Siamese tweeling naar de koelkast, hij stond achter me en trok voor mij de deur open. Daarna schuifelden we weer terug.
‘Gek,’ lachte ik.
Friso pakte de twee glazen, hield ze naast me en draaide me naar de deur. ‘Lopen.’
‘Echt niet. Dat halen we nooit zonder te knoeien.’
Friso liet me los, gaf mij mijn glas en kuste me.
‘Dus niet schuldig voelen, jij,’ zei ik toen we tegen elkaar aan lagen op de bank.
‘Makkelijk gezegd. Hij blijft het me onder de neus wrijven. Het valt hem echt tegen.’
Ik glimlachte. ‘Laat Jort volgende week maar eens zien wat je allemaal kan. Als hij dat thuis vertelt…’
‘Misschien dat mijn vader dan eindelijk begrijpt dat ik niet helemaal een mislukkeling ben.’
Ik keek hem verbaasd aan.
‘In niets voldoe ik aan zijn verwachtingen. Ik doe rechten. Hij had me liever de financiële wereld in zien gaan.’
‘Net als hij?’
Friso knikte.
‘Alsof een rechtenstudie niks voorstelt zeg! Wat voor een sukkel ben ik dan wel niet, met mijn MBO baantje.’
‘Het is financieel wat je doet. Dat is alles wat telt.’
‘Ik ben blij dat hij me nou al leuk vind, zonder dat hij me kent,’ spotte ik.
‘Als je in de avonduren tenminste doorleert. Anders blijf je op dat lage niveau hangen.’
Hij lachte toen ik hem weer aan keek. Ik kreeg een kus van hem. Niet veel later schuifelden we naar mijn slaapkamer, zijn armen weer om me heen. Naakt trokken we het dekbed over ons heen, hij trok mijn lichaam meteen weer dicht tegen zich aan.
‘Wekker zetten, voor het geval dat?’
Hij gniffelde. ‘Doe maar.’

Hij was er, de volgende donderdag. Ik had Hessel gebeld, om hem op de hoogte te brengen van de situatie. Hij had schamper gereageerd, en ergens had hij wel gelijk misschien. Maar wat moest ik anders? Friso stond buiten met hem te wachten. Ik kreeg een hand van Jort. Samen liepen we naar binnen. Na een kop koffie gingen we beginnen. Ik nam Jort onder mijn hoede, legde hem wat dingen uit en liet hem wat proberen. Friso bleef in de buurt, en gaf hem aanwijzingen. Jort was fanatiek, dat had ik al snel in de gaten. Hij was gehaast, licht geprikkeld als iets niet meteen lukte. Friso stond het allemaal met een glimlach te bekijken. Zag ik nou iets van een soort wraak in zijn ogen? Toen Jort weer beneden was glimlachte hij.
‘Valt nog niet mee.’
Ik lachte. ‘Nee, maar op een gegeven moment krijg je wel door hoe het werkt.’
Friso pakte het touw. Hij was zelfverzekerd, wat ik bij het klimmen nog niet eerder van hem gezien had. Geen vragen naar tips aan mij deze keer. Hij begon, zette zijn voet op een greep en klom rustig naar boven. Beheerst, elegant bijna. Ik genoot van het zicht op zijn lichaam, de spanning in zijn benen. Naast me stond Jort met bewondering naar zijn broer te kijken. Vast op een andere manier dan ik. Ik zag de spanning in zijn lichaam, genoot van het zicht in de broekspijp, het zachte vlees van zijn been, waar ik de week ervoor nog mijn lippen op had gedrukt. Op blijven letten nu. Hij was bijna boven. Na een laatste stap rekte hij zich uit en tikte het plafond aan. Hij keek naar beneden, ik hield het touw strak en knikte. Hij ging in het touw hangen en zakte langzaam naar beneden. Brede grijns. Beneden haakte hij het touw los, en sloeg even tegen mijn arm.
‘Gaaf,’ zei Jort.
Friso keek trots. Hij glunderde bijna.
‘Doe je goed,’ zei zijn broer.
‘Moet je hem maar eens zien,’ zei Friso met een knik naar mij.
Ik glimlachte maar een keer.
‘Welke ga je doen?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Die is wel gaaf,’ wees Friso naar de hoek.
Die was nog best ingewikkeld. In een hoek, stukje overhang. Ik knikte. We liepen er naar toe, Jort stond met zijn hoofd in zijn nek te kijken.
Ik maakte het touw vast, Friso het andere eind aan zijn gordel.
‘Moet je maar eens opletten, hij is echt goed. Dat lukt mij ook nog lang niet hoor.’
Hij zei het weer op een trotse manier.
‘We zullen zien,’ zei ik droog. ‘Hij is nog best ingewikkeld.’
‘Kun jij wel,’ zei Friso vol vertrouwen.
Ik lachte een keer naar hem en zag Jort kijken. Het ophemelen door Friso, mijn glimlach naar hem… Zou hij wat door hebben? Nu al? Niet aan denken. Ik moest naar boven. Ik begon rustig, bekeek de wand boven me om een paar stappen vooruit te kunnen denken. Halverwege rustte ik even, greep een keer in het zakje aan mijn gordel voor wat magnesiumpoeder. Ik keek naar beneden. Jort keek vol ontzag, Friso keek nog steeds trots. Of naar mijn benen net zoals ik bij hem, dat kon ook natuurlijk. Het zou me niets verbazen. Rustig klom ik verder, had moeite met het laatste stuk maar liet me niet kennen. Ik haalde het, wat me een goed gevoel gaf. Friso liet me zakken, en keek me glunderend aan. Beneden sloeg hij even zijn arm om me heen, maar herstelde zich snel. Jort lachte naar me.
‘Jij nu?’ vroeg ik lachend.
‘Laat ik maar even wat makkelijker proberen.’
Ik wees naar een andere wand. ‘Die is leuk. Ziet er spectaculair uit, maar toch goed te doen.’
Jort keek er bedenkelijk naar.
‘Lukt jou wel,’ moedigde Friso hem aan.
Ik glimlachte. Het klonk bemoedigend, verzorgend. Echte broers. Jort keek even naar hem, haalde een keer zijn schouders op.
‘En anders zit er altijd nog een touw aan je vast,’ zei ik. ‘Een keer door de lucht zweven is ook altijd leuk.’
Hij glimlachte, en knikte toen. Hij begon voorzichtig. Friso gaf aanwijzingen, maar die begonnen al snel op de zenuwen van Jort te werken merkte ik. Ik glimlachte er om. Echte broers. De ware aard van Jort kwam langzaam boven. Winnaarmentaliteit. Fanatiek, een streber, geen genoegen nemen met een nederlaag. Halverwege kwam hij vast te zitten, hij zag niet hoe hij verder moest. Hij stond niet gemakkelijk. De pezen in zijn arm stonden strak, zijn linker voet stond op een klein greepje en trilde. Friso riep nog wat maar daar luisterde hij niet naar. Ik had het touw al strak staan. Mijn vermoeden was juist. Met een vloek liet hij los, kon het niet meer houden. Hij zwaaide door de lucht, toen hij vlak bij de wand was schopte hij een keer. Ik liet hem een stukje zakken en wachtte. Jort keek even naar beneden. Friso schudde zijn hoofd.
‘Nog een keer proberen vanaf daar?’ vroeg ik.
Jort knikte.
‘Rustig aan,’ zei ik.
Jort pakte een greep vast, trok zich naar de wand en stond weer. Hij keek weer wat hij moest doen, hing zwaar aan zijn armen.
‘Niet de linker, probeer de rechter voet eerst. Dan kun je verder,’ zei ik.
Hij keek, deed wat ik zei, en werd weer rustiger. Langzaam klom hij verder.
‘Dat zei ik net ook al de hele tijd,’ zei Friso geërgerd.
Ik lachte.

Halverwege de avond zaten we op de grond, te kijken naar een andere klimmer. Ik zag hem wel vaker in de hal, volgens mij was er geen route die hij niet kon klimmen. Altijd mooi om naar te kijken. Simon bekeek het met gespannen gezicht. Dat deed hij altijd, Simon klom mee in gedachten. Als het wat zwaarder werd keek Simon ook moeilijker. Jort zat het te bekijken.
‘Niet vallen, Simon,’ zei Hessel.
Simon schrok op uit zijn gedachten en lachte toen. Hij tikte een keer met zijn hand tegen het hoofd van Hessel. ‘Lul.’
‘Leuk groepje hebben jullie zo,’ zij Jort tegen mij.
Ik knikte. ‘Sporten is leuk, maar het moet wel gezellig blijven.’
Jort glimlachte.
‘Er is wel competitie hier in de hal hoor, maar bij ons onderling gelukkig niet.’
Hessel lachte. ‘Niet?’
‘Nee. Dat jij je zo nodig wilt bewijzen moet je zelf weten. Ik snap dat je andere zaken moet compenseren vergeleken met ons, maar we zijn nog steeds niet onder de indruk.’
Hessel lachte, Jort lachte vrolijk mee. Friso keek tevreden, het ging goed zo.
‘Je moet altijd wel met een even aantal zijn eigenlijk,’ constateerde Jort.
‘Hoeft niet, is wel makkelijker,’ zei ik. ‘We hebben een tijdje met zijn drieën geklommen, nadat er eentje afgevallen was.’
Jort keek me even aan.
‘Verkeerde woordkeus in een klimhal, sorry. Hij hield er gewoon mee op,’ lachte ik.
‘Niet dat we er rouwig om waren, dat hij er mee ophield,’ zei Hessel langs zijn neus weg.
Dat had hij nou weer niet hoeven zeggen. ‘Maar nu we weer met zijn vieren zijn is het wel weer handiger ja,’ probeerde ik af te leiden.
‘Ja, was een goede daad van je,’ zei Simon terwijl hij omhoog bleef kijken, ‘om ineens met Friso aan te komen zetten.’
Friso keek me met een ruk aan. Jort keek ook verbaasd. Dat klopte niet met wat hij gehoord had. Ik kreeg het warm. Kreeg even geen woord uit mijn mond. Mijn hoofd draaide op volle toeren.
‘Ja,’ zei Hessel. ‘Jij haalde hem er bij, alleen was hij nooit op ons af gekomen.’
‘Dat is waar,’ zei ik.
Jort zijn gezicht stond weer op normaal. Friso keek opgelucht en dankbaar naar Hessel. Die knipoogde een keer snel. Simon keek even met een schuldige blik naar me. Ik haalde maar mijn schouders op. Hij kon er ook niet de hele tijd rekening mee houden. Ik bleef Jort een beetje in de gaten houden, vroeg me af wat hij dacht. Ik had nog steeds het gevoel dat hij zijn bedenkingen had. Wij waren duidelijk ouder dan Friso. Iets klopte er niet. Ik moet naar hem hebben zitten staren, ineens zag ik hem terug kijken. Ik glimlachte maar.
‘Het is wel wat anders dan hockey, of niet?’
Hij knikte. ‘Heel wat anders. Veel rustiger ook.’
‘En leuker,’ zei Friso er achter aan.
Jort lachte. ‘Dat hoor je me niet zeggen.’
‘Ieder zijn ding,’ zei ik.
‘Zo jammer dat hij niet meer speelt,’ zei Jort. ‘Hij had er aanleg voor.’
Friso haalde zijn schouders op.
‘Echt waar,’ zei Jort tegen mij. Daarna keek hij weer naar zijn broer. ‘Maar je wilde er niets mee doen.’
‘Ik vind er gewoon niets aan.’
Jort haalde zijn schouders op.
Weer eens wat gaan klimmen?’ vroeg Simon.
De klimmer had zijn route gehaald, hij zakte behoedzaam aan zijn touw naar beneden. Friso stond als eerste op. Die wilde weer aan de gang.

Aan het einde van de avond begon Friso wat overmoedig te worden. Hij liet wel heel erg merken dat Simon en Hessel meestal samen klommen en dat hij en ik bij elkaar hoorden. Jort bekeek het en zei niets. Hessel kon een verbaasde blik niet onderdrukken toen we na het klimmen nog wat zaten te drinken. Een kort schopje tegen Friso zijn enkel van mij was genoeg om hem weer terug te laten keren op aarde. Hij ging weer wat rechter zitten, verlegde zijn aandacht ineens ook wat meer naar Simon en Hessel, in plaats van de hele tijd tegen mij en Jort te praten. Ik voelde me ongemakkelijk, ik vertrouwde de blik van zijn broer niet. Jort zei niet veel, bekeek alles op zijn gemak. Friso kreeg het ook in de gaten en schoof een keer ongemakkelijk op zijn stoel. Maar hij praatte door tegen Hessel alsof er niets aan de hand was. Het werd tijd om te gaan. Met zijn allen liepen we naar buiten. Dit voelde vreemd. Friso behandelde me net zoals Hessel en Simon en daar baalde ik van. Dat hij nu naar huis ging en niet met mij mee daar kon ik nog mee leven, maar ik wilde een kus van hem, hem even vasthouden. Dat ging uiteraard niet gebeuren. Jort gaf ons allemaal een hand en bedankte ons voor de avond. Mij als laatste.
‘Mocht je nu besmet zijn met het klimvirus, dan zie ik je volgende week wel weer.’
Jort glimlachte. ‘Ik heb het al druk genoeg.’
‘Zie maar,’ zei ik.
Daarna liep ik weg, naar mijn auto. Friso kwam me achterna. Bij de auto bleef hij staan.
‘Ik kom morgen naar je toe.’
‘Graag,’ zei ik.
Hij keek vragend.
‘Ik wil je vasthouden, een kus.’
Friso glimlachte. ‘Morgen.’
Jort stond bij de fietsen en keek.
‘Hij kijkt,’ zei ik. ‘Ik vraag me echt af wat hij allemaal denkt.’
‘Hij heeft niets door.’
‘Jij kent hem beter dan ik.’
‘Ik zie je morgen.’
Ik knikte maar. Zonder hem verder aan te raken.

Ik was er onrustig van geworden. Ik wilde hem, ik had hem nodig. De hele avond had ik hem in mijn buurt gehad, maar mocht hem niet aan raken, niet kussen. Langzaam ebde dat gevoel bij me weg, het was weekend en hij kon ieder moment voor de deur staan. Ik veerde op toen mijn intercom zoemde. Ik drukte snel op het knopje voor de deur van de hal beneden en deed mijn voordeur alvast open. Voor hij ook maar iets kon zeggen had ik hem al vast en mijn lippen op die van hem. Hij lachte om mijn onstuimigheid.
‘Dit doen we zo nooit meer,’ zuchtte ik.
‘Wat?’
‘Zoals gisteravond. Ik werd gek. Ik wilde je vasthouden, je zoenen. Maar ik moest de hele tijd doen alsof er niets aan de hand was.’
Friso keek uitdagend in mijn ogen. ‘Je deed het anders heel goed gisteren.’
‘Zei hij nog iets naderhand?’
‘Hij vond het heel leuk, was er enthousiast over. Vond jullie leuke mensen, al had hij verwacht dat jullie jonger zouden zijn.’
‘Jonger?’
‘Hij is 17, Ruben.’
Nu lachte ik. ‘Je klinkt oud ineens. Alsof er jaren tussen jullie zitten.’
Friso glimlachte.
‘Maar geen dubbelzinnige vragen?’
‘Nee.’
‘Verbaast me, om eerlijk te zijn. Ik zag hem af en toe kijken op een manier dat ik dacht…’
‘Wat dacht?’
‘Weet ik niet. Ik had af en toe het idee dat hij door had dat er iets niet klopte.’
‘Hij heeft niets in de gaten.’
‘Mooi,’ kuste ik.
‘Waar had Hessel het gisteren eigenlijk over?’
‘Gisteren?’
‘Die vierde man, die mee heeft geklommen met jullie.’
‘O dat. Niets bijzonders.’
‘Wie was dat dan?’
‘Gewoon, iemand die altijd mee ging, maar hij hield er mee op.’
Friso keek naar me en geloofde me niet. En terecht. Maar ik had geen zin om er over te praten. Dat moet hij gevoeld hebben, want hij vroeg niet verder. Ik leidde hem af door hem lachend op de bank te duwen en boven op hem te gaan zitten. Ik kuste hem, streelde onder zijn shirt.
‘Eindelijk,’ zuchtte ik.
Friso glimlachte maar, ging verder niet op mijn opmerking in.
‘Dit moet niet te lang zo blijven duren,’ zei ik.
‘Wat?’
‘Dat geheimzinnige gedoe. Ik kan er slecht tegen.’
‘Ik kan nog even niet anders, Ruben.’
‘Weet ik, weet ik. We hebben ook alle tijd. Maar het frustreert me.’
‘Ik kan het niet zomaar thuis vertellen.’
‘Stap voor stap, komt vanzelf goed,’ zei ik. ‘Jort heeft me nu gezien, vond me een aardige gast blijkbaar. Dat hebben we alvast gewonnen.’
Friso kuste me en keek langs me heen.
‘Niet in een dip schieten jij,’ fluisterde ik in zijn oor.
‘Dat doe ik wel.’
‘Friso… Sorry. Ik had het zo ook niet moeten zeggen.’
‘Ik wil het ook wel. Ik baalde er gisteren ook van.’
‘Wat is er dan zo op tegen om het thuis te vertellen?’
Friso zuchtte. ‘Jij kent mijn ouders niet.’
‘Zo erg kan het niet zijn volgens mij. Ik heb Jort nu gezien, en het lijkt me een redelijke jongen.’
‘Is hij ook wel.’
‘Nou dan.’
Friso bleef strak kijken.
‘Je kunt het moeilijk je hele leven verborgen houden,’ zei ik.
‘Ja, dat weet ik ook wel.’ Dat klonk wanhopig, geërgerd zelfs.
‘Sorry.’
‘Nee, ik moet sorry zeggen. Jij wilt verder en ik hou het tegen.’
Ik kuste hem, voelde me een beetje schuldig.
‘Zal ik je opvrolijken? We gaan iets doen waar je gewoon jezelf kunt zijn. Jij. Friso. Mijn vriendje.’
‘Wat ben je van plan?’
‘Mijn vader is volgende week jarig. Je bent uitgenodigd.’
Friso keek me met grote ogen aan.
‘Ja, ik heb over jou verteld thuis,’ grinnikte ik. ‘En ze willen je graag eens ontmoeten.’
‘Dus gooi je me maar voor de leeuwen, met de hele familie er bij?’
Nou ja, rustig aan beginnen. Mijn ouders, mijn zus en mijn zwager. Irritante ooms en tantes komen later wel een keer,’ lachte ik.
Friso keek niet vrolijk.
‘Wat is er?’
‘Ik weet niet of ik daar wel klaar voor ben, Ruben.’
© 2009 Oliver Kjelsson