Het verschil (deel 9)

Kevin

Hugo keek me lachend aan.
‘Gaat goed met je sinds dat bezoek, is het niet?’
‘Best wel,’ zei ik.
Het was ook zo. Op een of andere manier had ik ongemerkt een knoop doorgehakt. Marcel was nu niet meer dan een goede vriend. Ik had hem een hele week met Jonas gezien en wist dat hij er gelukkig mee was. Ik kon me er eindelijk bij neerleggen. Tussen mij en Phil ging het ook super. Vooral nu dat idee over het restaurant in Miami van de baan was.
‘Hoe moet ik dat interpreteren?’ bracht Hugo me terug naar de tafel van de personeelsbar.
‘Hoe bedoel je?’
‘Ben je blij dat je Marcel weer eens gezien hebt omdat je hem miste, of ben je blij dat alles nu op een rijtje staat en je verder kunt met Phil?’
‘Wat stel jij een klote vragen zeg,’ lachte ik. ‘Het laatste Hugo, het voelt goed zo.’
‘Mooi zo,’ zei hij.
‘Ik geef toe, ik heb Marcel nooit helemaal los kunnen laten, al hield ik me vaak voor de gek dat het wel zo was. Maar nu ik hem samen met Jonas gezien heb, ben ik er helemaal uit.’
Hij grijnsde. ‘Had ik het toch goed gezien aan je.’
Ik trok mijn wenkbrauwen op.
‘De manier hoe je tegen mij over hem praatte als je weer eens mail had ontvangen,’ lachte hij. ‘Je praatte tegen mij anders over hem dan tegen Phil.’
‘Viel het zo op?’
Hugo knikte lachend. ‘Je bent doortrapt, Phil heeft helemaal niets door gehad. Maar als hij weg was kon ik jouw echte gezicht zien.’
‘Nu nog?’
‘Nee, er is geen verschil meer, daarom vroeg ik er ook naar. Je bent veranderd sinds Marcel en die Jonas hier zijn geweest.’
‘Het was een leuke week,’ zei ik voor me uit kijkend.
Hugo sloeg een keer lachend op mijn schouder. ‘Verhelderend ook.’

We hebben er wel flink wat gesprekken over gehad. Phil had toegegeven, we bleven nog even een tijdje aan boord, dat idee van Miami was ook maar een bevlieging geweest van hem. Hij had het idee niet zomaar laten gaan, hij bleef maar volhouden. Ik was opgelucht, ik had het echt niet zien zitten. Ik had als oplossing voorgesteld dat hij zijn restaurant zou beginnen in Miami en dat ik zou blijven varen. De boot kwam er toch regelmatig. Eventjes dacht ik dat het zoiets zou gaan worden totdat hij ineens met de beslissing kwam om nog een tijdje te blijven varen. Hugo had onze discussie van een afstandje met een glimlach gevolgd, ik had het er vaak met hem over en wist wel zeker dat Phil dat ook heeft gedaan. Maar het gevaar was geweken, Miami ging niet door. Gelukkig. Steeds meer collega’s aan boord hadden door dat er meer was tussen Phil en mij. Niemand vroeg er naar. Niet aan ons in ieder geval, aan Hugo des te meer. Hij werd er af en toe gek van. Briefde alles door aan ons natuurlijk, maar liet aan de rest niets los. Hoefde ook niet, de meeste hadden hun juiste conclusie al getrokken. Het gaf verder geen problemen en wij vonden het allang best zo. Marcel stuurde af en toe een mail en voor zover ik kon lezen ging alles daar in Nederland zijn gangetje. Mijn zus had weer eens ruzie gehad met mijn moeder. Ik hield me er zo veel mogelijk buiten. Sinds mijn moeder de wonderen van e-mail had ontdekt stuurde ze me regelmatig een berichtje, maar over de onenigheden met mijn zus geen woord. Ze deed maar. Ik was blij dat ik er niet vlak bij in de buurt was. Op afstand kon ik haar goedbedoelde tips nog wel verwerken. Met een zucht en een muisklik was ze weer veilig op afstand. Bart had me trots een mail gestuurd met de foto’s van hun nieuwe serre die ze aan hun woonkamer hadden gebouwd en die nu klaar was. Met de uitnodiging om eens een keer te komen kijken. Ik glimlachte en zuchtte tegelijk toen ik dat las. Het werd inderdaad de hoogste tijd om weer eens naar huis te gaan. Ik had iedereen al zo lang niet meer gezien. Zelfs Hugo vond het niet meer normaal dat ik al zolang niet meer thuis was geweest. Het moest er inderdaad maar eens van komen. Gewoon een maand vakantie plannen en naar Nederland gaan. Phil had al vaker gezegd dat hij mee zou willen. Ondanks de slechte verhalen wilde hij mijn ouders een keer ontmoeten, maar vooral mijn zus. Daarnaast stond hij te springen om me voor te stellen aan zijn familie en wilde hij Marcel en Jonas ook weer eens ontmoeten. Phil had het er nog vaak over, hoe gezellig het wel niet was geweest die week dat Marcel en Jonas aan boord waren geweest. Ja, ik moest het maar een gaan plannen.

Ik schrok. Met ellebogen op tafel, mijn kin op mijn handen las ik alles nog een keer opnieuw. Hugo kwam binnen lopen, sloeg me een keer op mijn rug en nam plaats achter de computer naast die van mij. Ik reageerde bijna niet, mompelde alleen maar wat.
‘Is er iets?’ vroeg hij serieus toen hij naast me zat en me onderzoekend aan keek.
Ik zei niets en staarde naar mijn scherm.
‘Kevin?’
Ik ging achteruit zitten terwijl ik naar het scherm bleef kijken. ‘Lees maar,’ zei ik.
Hugo schoof zijn stoel dichterbij en begon te lezen.

Hey, Kevin.

Hoe gaat het met jou en Phil aan boord? Alles onder controle? Ik hoop het maar. Met Hugo ook alles goed?

Hugo glimlachte.

Hier gaat alles wat minder. Jonas en ik hebben een knallende ruzie gehad en als het aan mij ligt komt hij er ook niet meer in. Hij vertrouwd mij nog steeds niet en de vriendschap die jij en ik hebben al helemaal niet. Vanaf het moment dat we weer thuis zijn na de week bij jullie kan er geen goed woord meer over jou van af. Het liefst heeft hij dat we alle contact verbreken en dat kan hij mooi vergeten. Als klap op de vuurpijl heeft hij twee wijnglazen kapot gegooid. Die twee glazen waren van de laatste avond dat jij hier woonde, van de nacht voor je voorgoed vertrok. Ik heb ze altijd apart bewaard en dat wist hij. Ik moest ze van hem opruimen als bewijs dat je niets meer voor mij betekende en toen ik dat weigerde heeft hij ze laten vallen. Dat was voor mij de druppel. Geen idee wat er nu verder gebeurt. Hij had er meteen spijt van, maar ik hem er meteen uitgezet. Ik zal hem toch nog wel een keer onder ogen moeten komen, er liggen hier nog veel spullen van hem hier en veel van mij in zijn huis. Ik zie er als een berg tegenop om hem weer te moeten zien. Ik weet het allemaal even niet meer. Bart en Marion zijn een hele steun. Ik wou dat je hier was om eens met je te praten. Ik mis je. Ik hou je wel op de hoogte van wat er allemaal nog gebeurt.
Dikke kus,
Marcel.

‘Jezus,’ zei Hugo.
Ik knikte en keek hem aan. ‘Die Jonas kan me dus helemaal niet hebben.’
‘Heb je daar iets van gemerkt die week hier?’
‘Nee,’ zei ik, ‘helemaal niet. Hij was de gezelligheid zelf.’
‘Wat een rat.’
‘Zeg dat wel.’
Ik klikte op beantwoorden en wilde gaan typen.
‘Weet goed wat je terugschrijft. Echt labiel zal hij nu niet zijn.’
‘Hart onder de riem, Hugo, met de tip om niet alles meteen af te schrijven.’
Hugo knikte en keek naar zijn eigen scherm. Ik las de mail van Marcel nog een keer over en begon een berichtje terug te typen.

Mars!!

Hier schrik ik toch wel even van. Ik hoop dat je een beetje nuchter kunt blijven nadenken en niet te overhaast beslissingen neemt. Zorg dat Bart en Marion in jouw buurt zijn, maar dat weet je zelf ook wel. Als er twee mensen zijn die op je kunnen letten dan zijn zij het wel. Laat het een beetje bezinken en neem voorzichtig weer contact met hem op. Het kan toch niet zo zijn dat door zoiets kleins het helemaal over moet zijn tussen jou en Jonas. Jullie hadden het goed samen en dat moet je niet zomaar overboord gooien. Als je wilt kan ik hem wel een keer een mail sturen om hem gerust te stellen dat we gewoon goede vrienden zijn en dat hij zich nergens zorgen om hoeft te maken. Denk er maar eens over na. Ik hoop voor je dat alles weer goed komt tussen jullie. Over twee dagen zijn we weer in de haven en dan bel ik je. Tot die tijd; hou je strak, ik denk aan je.
Dikke knuffel,
Kev

Ik leunde achterover en las nog een keer wat ik geschreven had. Hugo kwam tegen me aanhangen en las mee.
‘Goed zo, versturen maar.’
Ik knikte een keer zijwaarts met mijn hoofd tegen die van hem en verstuurde de mail.
‘Goed idee om hem te bellen,’ zei hij.
‘Dat dacht ik ook.’

Twee dagen later zat ik in een kamertje in de terminal van de haven met een telefoon voor me. Ik zuchtte. Dit ging geen leuk gesprek worden. Ik keek op de klok, het was al laat voor hem. Dan belde ik hem maar wakker. Dat moest dan maar. Ik tikte zijn nummer in op de telefoon en wachtte tot hij opnam.
‘Marcel,’ zei hij gapend.
‘Hey, met Kevin,’ zei ik.
‘Hey!’ zei hij enthousiast.
‘Bel ik je wakker?’
‘Ik sliep net,’ zei hij, ‘maar dat geeft niet.’
‘Sorry, ik ben net van boord maar ik wilde niet wachten tot morgen.’
‘Geeft niet, geeft niet, lief dat je belt.’
‘Hoe gaat het nu,’ probeerde ik voorzichtig.
‘Kut,’ was het korte antwoord.
‘Gewoon of zwaar met peren?’
Ik hoorde aan zijn stem dat hij glimlachte. ‘Dat laatste.’
‘Heb je hem nog gesproken?’
‘Nee, hij heeft me een paar keer proberen te bellen maar ik heb de hoorn er op gegooid.’
‘Marcel…’
‘Ik heb er gewoon geen zin in, Kevin. Ik heb het gewoon gehad met hem. Die hele week bij jullie heeft hij gewoon schijnheilig toneel gespeeld, hij bleef er maar over doorzeiken. Hij vindt je gewoon een lul, en kan het niet hebben dat we nog contact hebben. Dat ga ik echt niet voor hem opgeven. Ik kan zelf heel goed bepalen met wie ik om ga en met wie niet. Hij moet gewoon niet zo moeilijk doen.’
‘Zal ik hem eens mailen of bellen?’
‘Nee, doe maar niet. Het is gewoon voorbij.’
‘Marcel, kom op. Laat het eens bezinken. Dit hoeft toch niet het einde te betekenen?’
‘Kevin, dit was niet het enige. Hij is gewoon enorm bezitterig en daar kan ik niet meer tegen.’
Ik schudde een keer mijn hoofd. ‘Niet alleen naar de negatieve kanten kijken, Mars.’
Hij zei niets.
‘Jullie zagen er gewoon gelukkig uit, Marcel. Ik vind het gewoon zonde om dat allemaal maar in één keer weg te gooien.’
‘Op zich heeft Jonas nog gelijk ook.’
‘Hoezo?’
Ik keek een keer naar de tijd. Dit ging geld kosten. Het maakte me geen bal uit.
‘Nou…’ zei hij veelbetekenend, ‘helemaal netjes zijn we niet gebleven, toch? Iedere keer als we elkaar zien hebben we gezoend. In Engeland hebben we samen geslapen. Dat klopt toch ook niet helemaal?’
‘Nee, dat is ook zo, maar er is toch niet echt veel gebeurd? Was dat niet gewoon een stukje verwerking nog van ons? Het blijft toch iets aparts wat wij gehad hebben en hebben meegemaakt. Maar ik geef toe, het klopte niet, nee.’
‘Firma List en Bedrog, BV.’
Ik lachte, hij lachte mee.
‘Je maakt me vrolijk,’ zei hij zacht.
‘Gelukkig maar,’ zei ik. ‘Je krijgt een kus van Phil.’
‘Heb je het hem verteld?’
‘Wat dacht je dan? Hij vindt het net zo erg voor je als ik.’
‘Bedank hem maar.’
‘Doe ik.’
‘Ik ga zo toch echt maar weer slapen, als je het niet erg vindt. Morgen weer vroeg op.’
‘Is goed, jongen. Doe je wel voorzichtig?’
‘Doe ik, Kevin, weet je ook wel. Ik ben niet gek.’
‘Dan is het goed. Hou je me op de hoogte?’
‘Doe ik. Welterusten voor straks.’
‘Jij ook, Marcel.’
Ik hoorde een kus en gaf er een terug. We hingen op en ik staarde nog een tijdje naar het toestel. Ik hoopte maar dat alles goed zou komen. Ik voelde een kus in mijn nek en draaide me verschrikt om. Phil lachte naar me.
‘Ik had je niet binnen horen komen,’ zei ik.
‘Hoe was het met hem?’
‘Hij houdt zich groot,’ zei ik.
‘Wat moet hij anders? Komt dat nog goed tussen die twee?’
‘Geen idee, Phil, maar als ik hem zo hoor heb ik er een hard hoofd in.’
‘Jammer,’ zei hij en sloeg zijn arm om me heen.
Ik zuchtte en staarde voor me uit. Ik kon het ook niet laten rusten. Diezelfde avond heb ik een mail gestuurd naar Bart en vertelde daarin over mijn idee om Jonas een mail te sturen. Bart gaf snel antwoord en vroeg zich af of dat nut had. Hij kende Jonas en het zat diep bij hem. Maar ik kon het altijd proberen natuurlijk. Hij had Jonas zijn mailadres er bij gezet en wenste me succes. Als laatste de vraag of ik hem op de hoogte wilde houden. Ik besloot meteen een mail naar Jonas te sturen. Het kon er maar uit zijn. Geen idee wat ik wilde zegen eigenlijk, maar het moest kort zijn. Ik zuchtte en begon te typen.

Beste Jonas,

Ik heb een paar dagen geleden en mail gekregen van Marcel en daar ben ik toch wel van geschrokken. Vooral toen ik er achter kwam dat ik toch een beetje het probleem blijk te zijn. Ik stuur je deze mail om aan je uit te leggen dat er tussen Marcel en mij niets meer is dan een gewone goede vriendschap, net zoals Marcel dat heeft met Bart en Marion. Minder nog zelfs, Marcel en ik mailen af en toe en dat is het ook. Bart en Marion ziet hij tenslotte veel vaker. Ik hoop dat je het idee dat er nog steeds iets tussen Marcel en mij zou zijn uit je hoofd kunt zetten. Het is ondertussen 4 jaar geleden en we zijn allebei een heel stuk verder in ons leven. Denk er eens rustig over na, zowel Phil als ik zouden het erg jammer vinden als dit het einde van jullie relatie zou betekenen. Marcel weet niet dat ik je deze mail stuur, ik heb jouw adres via Bart. Laat hem ook maar niet merken dat ik je dit gestuurd heb. Ik wens je wijsheid toe de komende tijd,
Groetjes, ook van Phil,
Kevin

Binnen een dag had ik antwoord.

Jij bent wel de laatste waar ik iets van wil horen. Bemoei je er niet mee.

Phil zat naast me toen ik het las.
‘Da’s duidelijk,’ zei hij droog.
‘Inderdaad,’ zei ik en stuurde het door naar Bart met een korte uitleg er bij.
‘Wat een sukkel,’ zei Phil.
‘En daar kunnen we helemaal niets aan veranderen vanaf hier.’
‘Als we daar waren geweest wel dan?’
‘Nee,’ zei ik nadenkend.
‘Ik krijg steeds meer het gevoel dat Marcel beter af is zo.’
‘Ik ook, maar ik gunde het hem zo. Dit verdient hij niet.’
Phil bladerde snel door zijn mail heen en sloot alles weer af.
‘Ik ga wat drinken, loop je mee?’ vroeg hij.
‘Is goed,’ zei ik en zette de computer voor me uit.
Samen namen we de lift naar beneden en ploften op een stoel. We dronken wat en Phil werd steeds baloriger. Na een paar glazen liepen we naar onze hut toe, bij die van mij bleven we staan. Ik hing met mijn rug tegen de deur, Phil opende mijn hut en duwde me naar binnen. Ik viel bijna achterover toen het slot losschoot en lachte. Phil sloot de deur weer en duwde me op mijn bed. Hij kuste me.
‘Ik blijf hier vannacht,’ zei hij.
‘Ik moet morgen weer vroeg op, jij kunt uitslapen,’ zei ik.
‘Jouw probleem,’ grijnsde hij en hield me stevig vast. Langzaam kleedden we onszelf uit en kropen naakt dicht tegen elkaar aan. Zijn hand gleed over mijn lichaam en greep mijn kruis. We zoenden en lieten ons gaan. Naast ons snurkte iemand. Phil grinnikte.
‘Fluistersex,’ lispelde hij in mijn oor.
Ik beet zachtjes in zijn nek en trok hem langzaam af. Hij zuchtte en stootte langzaam mee in mijn hand. Hij kreunde.
‘Ssst,’ grinnikte ik.
Hij zweeg en bewoog door. Hijgend in mijn oor kwam hij klaar. Hij kuste me en trok met zijn tong een lijn over mijn borst en mijn buik. Ik voelde de vochtige warmte om mijn kruis heen sluiten. Zijn tong draaide trage rondjes, zijn hoofd ging langzaam op en neer. Mijn handen klauwden in zijn haar. Ik ademde zwaar en ontlaadde in zijn mond. Hij liet los, kuste me en liet me proeven van mezelf. Zoenend kropen we nog dichter tegen elkaar en vielen in slaap.

Phil schrok wakker van een harde bonk tegen mijn deur. Ik glimlachte en gaf hem een kus.
‘Yo!’ riep ik richting de gang.
Ik stond op en dook even snel onder de douche. Phil lag naar me te kijken toen ik mijn kleine douchecel uit kwam en me afdroogde.
‘Je bent mooi,’ zei hij.
Ik hing mijn handdoek op in de douche en ging naakt op bed zitten. Ik kuste hem en trok de dekens van hem af.
‘Jij ook,’ kuste ik.
Hij trok me tegen zich aan en zoende me.
‘Ik moet gaan, ik ben al laat,’ zei ik terwijl ik opstond.
‘Werk ze, ik blijf nog even lekker liggen,’ grijnsde hij en trok zich weer onder de dekens.
‘Lul,’ lachte ik en trok mijn kleren aan. ‘Kom je straks mijn sleutel brengen?’
‘Doe ik,’ zei ik en draaide zich lekker warm onder de dekens. Ik was jaloers. Ik was graag nog even bij hem blijven liggen.
‘Tot straks,’ zei ik en vertrok.
Die was binnen een paar minuten weer in slaap, wist ik. De ontbijtzaal zat al redelijk vol, Hugo zat met een slaperige kop te eten toen ik naast hem ging zitten.
‘Wilde nacht gehad?’ vroeg hij.
Ik grijnsde alleen maar.
‘Laat ook maar,’ lachte hij, ‘ik wil de details niet weten.’
‘Jijzelf ziet er anders ook niet echt fris uit.’
‘Te lang in de bar blijven hangen.’
‘Nog speciale roddels?’
‘Nee, zelfs dat niet. Gewoon te gezellig.’
Ik rekte me een keer uit en ergerde me aan mijn uniform.
‘Nog iets gehoord vanuit Nederland?’ vroeg Hugo ineens.
‘Nee, die leuke reactie van Jonas was het laatste. Morgen zijn we weer aan wal, ik zal weer eens bellen.’
‘Ik zie die twee niet meer bij elkaar komen, als ik alles zo hoor.’
‘Ik heb er ook een hard hoofd in.’
We stonden op, ruimden onze dienbladen op en liepen naar de lobby.
‘Aan de arbeid,’ zuchtte Hugo, ‘werk ze.’
Ik lachte en klopte hem op zijn schouder. Hij liep even met mij mee het kantoor in en bekeek een paar lijsten. Ik ging achter mijn bureau zitten en hoorde hem zuchten.
‘Veel?’
‘Ik kan me weer een dag bezighouden,’ glimlachte hij en vertrok.
Ik zette me aan mijn werk, er was nog wat werk te verzetten voor we de haven in zouden lopen de volgende dag. Ik bekeek alle bestellingen nog een keer en stuurde de lijst door. Het was flink wat. Hugo had een flinke bestelling achter gelaten met onderdelen die hij moest hebben. Tegen de middag kwam Phil binnenlopen.
‘Ben je eindelijk wakker, slaapkop?’
Phil lachte en gooide mijn sleutel op mijn bureau. ‘Ik schrok er zelf van toen ik wakker werd.’
Ik schudde lachend mijn hoofd.
‘Lach niet, jij,’ zei hij gespeeld serieus.
‘Je bent gewoon een slaapkop, da’s alles.’
Hij grijnsde een keer. ‘Ik ga even kijken of ik nog mail heb, hoe laat ga jij eten?’
‘Over een half uur.’
‘Zie ik je daar wel.’
‘Heb je nog niet gegeten dan?’
‘Nee, doe ik straks wel. Uitgebreide brunch.’
Ik schudde mijn hoofd weer een keer en lachend verliet hij het kantoor.

Ik was wat later dan de bedoeling was, Phil zat al aan een tafel te eten toen ik het personeelsrestaurant binnenkwam. Hij grijnsde naar me toen ik langs het buffet liep en mijn dienblad vol zette met eten. Ik rekende af en ging bij hem aan tafel zitten.
‘Smakelijk,’ zei ik.
‘Dat lukt aardig,’ zei hij en at gewoon door.
Hugo kwam er bij zitten.
‘Gaat het nog?’ vroeg ik.
‘Jawel,’ zei hij, ‘hoe later het wordt, hoe wakkerder.’
‘Druk?’ vroeg Phil.
‘Best wel. We zijn een koelcel aan het loshalen bij jullie. Die gaat er morgen uit en er komt meteen een nieuwe aan boord.’
‘Die is al een tijdje buiten bedrijf toch?’
Hugo knikte. ‘En is zo ook niet meer te maken. Mogen ze aan de wal doen. De nieuwe staat al klaar. Wordt nog een leuke klus morgen, we kunnen pas beginnen als alle gasten van boord zijn, en de andere moet binnen zijn voor iedereen weer aan boord komt. We hebben 5 uur en dan moet alles weg zijn.’
‘Lekkere haastklus,’ zei ik.
‘Hm, het zal wel gaan. Overmorgen gaan we hem verder aansluiten, dan kunnen jullie hem de dag daarna weer gebruiken.’
‘Zou mooi zijn,’ zei Phil. ‘We missen ruimte.’
Hugo nam een hap en glimlachte. ‘We doen ons best.’
Na het eten maakte ik een rondje aan boord en merkte dat de sfeer aan boord veranderde. Dat had je wel vaker aan het eind van een reis. Mensen zijn in de winkels de laatste dingen aan het inkopen voor ze van boord gaan, de meeste zie je ook balen dat het alweer bijna voorbij is. Vanavond nog een uitgebreid diner met live muziek, en dat was het dan weer. Morgenmiddag sloeg dan de sfeer weer helemaal om met enthousiasme van de nieuwe gasten die twee weken voor de boeg hadden, letterlijk en figuurlijk. Ikzelf keek er ook wel naar uit. We hadden de Atlantische oceaan weer gehad en gingen weer twee weken langs tropische eilanden. Altijd mooi weer, gegarandeerd. Nou ja, in dit seizoen dan. Ik had er zin in. We hadden de laatste paar dagen slecht weer gehad en dat betekende dat iedereen binnen zat in plaats van op de verschillende decks. Niet echt gezellig, maar het was niet anders. Over een paar dagen was het weer vergeten en zouden we zelfs binnen blijven voor wat verkoeling. Morgen eerst maar de haven. Drukke dag, door dat gedoe met die koelcel had ik ook wat logistieke probleempjes. Niets vergeleken met de klus waar Hugo voor stond, maar ook ik zou blij zijn als het allemaal weer werkte. Tussendoor eerst Marcel maar eens bellen. Eens kijken hoe het daar mee ging. Ik hoopte maar dat het allemaal een beetje tot rust gekomen was.

Ik zocht een kamer met een telefoon in de terminal waar ik even ongestoord zou kunnen bellen. Phil had me de opdracht te geven hem de groeten te doen en om hem sterkte te wensen. Ik draaide zijn nummer en wachtte. Ik hoopte maar dat ik hem niet wakker zou bellen. Hij nam vrij snel op.
‘Met Marcel.’
‘Hey, maatje.’
‘Kevin! Wat leuk dat je belt. Ik zat vandaag nog aan je te denken.’
‘Positief hoop ik?’
‘Tuurlijk,’ lachte hij, ‘wat dacht je dan.’
‘Hoe gaat het?’
‘Gaat wel.’
‘Gaat wel?’ vroeg ik onderzoekend.
‘Nee, het gaat wel. Echt.’
‘En met Jonas?’
‘Niet meer gezien of gesproken. Hij heeft me nog een paar keer gebeld maar ik heb er geen zin in.’
‘Je zult het toch een keer met hem uit moeten praten.’
‘Voor mij hoeft het niet.’
‘En jouw spullen dan en die van hem? Dat zul je toch een keer moeten regelen.’
‘Ik zie wel. Komt wel een keer. Zo belangrijk is het niet wat ik daar nog heb liggen.’
Hij klonk kortaf.
‘Heb je wel zin om er over te praten?’
‘Nee, niet echt. Hij zoekt het maar uit.’
‘Hoe is het met Bart en Marion,’ probeerde ik een ander onderwerp.
‘Goed. De verbouwing is klaar. Mooi geworden hoor.’
‘Weet ik,’ zei ik. ‘Bart heeft me trots een paar foto’s gemaild.’
Marcel lachte. ‘Had ik kunnen weten.’
‘Verder nog nieuws?’
‘Nee, niet echt eigenlijk. Hoe gaat het met jullie daar?’
‘Goed hoor. Alles zijn gangetje.’
‘Gelukkig maar. Hou het zo.’
‘Doen we,’ zei ik.
Ik hoorde aan zijn stem dat het niet goed ging met hem. Moest ik nou doorvragen of niet? Het gesprek viel stil. Marcel zuchtte een keer.
‘Zeg nou eens eerlijk, Mars, hoe gaat het nou met je?’
‘Kut,’ zei hij kort.
‘Lucht je hart eens.’
‘Nee, laat maar. Wil je niet weten.’
‘Marcel, daar zijn we toch voor? Kom op.’
‘Als je het dan echt wilt weten, ik mis je Kevin. Diep van binnen zou ik willen dat je terugkomt, bij me blijft en nooit meer weg gaat. Zo, dat is er uit.’
Ik was even stil.
‘Ik heb je gewaarschuwd, je wilt het niet weten. Maar als je dan toch doorvraagt.’
‘Het is oké, Marcel. Maar maak je het jezelf niet onnodig moeilijk zo?’
‘Misschien wel, maar dat is wat ik voel.’
Ik zweeg weer. Ik wist ook echt niet wat ik moest zeggen. Ik had medelijden met hem.
‘Sorry, ik had het niet moeten zeggen, is niet eerlijk. Ik weet ook wel dat het er niet in zit, en ik kan het ook niet van je vragen om alles daar achter te laten en om bij Phil weg te gaan. Dat wil ik ook helemaal niet. Het laatste wat ik wil is dat ik jullie relatie verknal door er tussen te gaan zitten. Sorry. Vergeet maar wat ik heb gezegd.’
‘Geeft niet. Tegen mij kun je alles zeggen.’
‘Kan ik niet maken. Sorry.’
‘Je komt vanzelf weer iemand tegen, vast. Geloof me.’
‘Ik weet niet of ik daar de komende tijd wel zin in heb.’
‘Misschien komt Jonas wel terug, veranderd en wel,’ grapte ik.
Hij lachte weer, gelukkig. ‘Geloof je het zelf?’
‘Je weet maar nooit.’
‘Daar is teveel voor gebeurd, Kevin, dat komt nooit meer goed.’
‘Als je dat zeker weet, doe me dan één lol.’
‘Wat?’
‘Spreek een keer met hem af en regel het voor altijd goed. Haal je spullen op en zorg dat hij die van hem heeft. Sluit het af, Marcel, voor hem maar vooral voor jezelf.’
‘Je hebt gelijk. Maar ik wil hem eigenlijk niet meer zien.’
‘Nog één keer, dan ben je er van af. Kun je eindelijk verder, dit schiet niet op.’
‘Dank je wel, Kevin.’
‘Had je zelf ook kunnen bedenken hoor.’
‘Nee, gewoon, dat je belt, en dat je vraagt hoe het gaat. Betekent veel voor me.’
‘Ook namens Phil dit hoor.’
‘Weet ik. Daarom ook bedankt.’
‘Mars, ik moet zo ophangen, heb nog een hoop te doen. Ik mail je binnenkort.’
‘Is goed, spreek je later.’
Hij gaf me nog een kus en ik gaf er een terug.
‘Ik hou van je, Kevin,’ zei hij zacht.
‘Wij ook van jou, jongen.’
We hingen op en ik liep in gedachten terug naar de boot. In de lobby zag ik Phil. Hij liep naar me toe en vroeg hoe het met hem was.
‘Die is er nog lang niet,’ zuchtte ik.
© 2005 Oliver Kjelsson