Op zoek (deel 7)

In de Mazzo had ik je willen zeggen
Wat jij betekent

Julian keek over zijn schouder naar mij, ik stond achter hem, keek mee.
‘Tim, ze was gewoon in de Mazzo vrijdag!’
‘Jezus,’ zei ik, ‘dit wordt nu echt weird.’
‘Nogal.’
‘Wie waren er allemaal?’ vroeg ik.
‘Ehh…” Julian grijnsde. ‘Ik heb niet echt opgelet vrijdag.’
Ik grinnikte. ‘Joh, nee?’
Hij lachte. ‘Bijna de hele klas was er.’
‘Julian,’ zei ik nadenkend, ‘ik vind dit niet leuk meer. Dit moet een grap zijn. Ik heb echt het gevoel dat ik gruwelijk voor de gek word gehouden.’
Julian keek weer naar de kaarten en schudde zijn hoofd. Hij pakte alle enveloppen en bekeek ze van binnen en van buiten. Niets bijzonders. Daarna de kaarten weer. Hij hield ze tegen het licht.
‘Raar dit.’
‘Zeg dat wel,’ zuchtte ik.
‘Welke was de eerste?’
‘Deze. Daarna die.’
Ik legde ze op volgorde.
‘Beertjes. Allemaal beertjes.’
‘Ja,’ zei ik.
Ik zuchtte, pakte zijn lege glas. ‘Jij nog een?’
‘Ja, lekker.’
Ik liep naar beneden, schonk ze vol en ging weer de trap op. In mijn kamer zag ik Julian zitten, starend naar de kaarten.
‘Het slaat ook nergens op, die gedichten. Hier, kijk.’
Hij begon ze op te lezen.

Je weet niet wie ik ben
Maar jij bent het voor mij.

Uiteindelijk durf ik
Jou te zeggen wat ik voor je voel

Rode rozen, blauwe lucht
Samen met jou, wil ik op de vlucht

Niets anders kan mij raken
Naar jou kijk ik het liefst

‘En dan komt dat hartje.’
‘Ja, ik ging er van uit dat dat de laatste zou zijn eigenlijk.’
‘Inspiratie op.’
Ik lachte. ‘Zoiets ja.’
‘Maar dan krijgen we dit.’

Trillende handen
Knikkende knieën.
Toch wil ik het je zeggen
Ooit

‘En dan dit.’

In de Mazzo had ik je willen zeggen
Wat jij betekent

‘De eerste echte aanwijzing,’ zei ik.
‘Het rijmt allemaal ook voor geen flikker.’
Ik lachte. ‘Nee.’
‘Raar.’
Hij pakte zijn glas en nam een slok, starend naar de kaarten op een rijtje.
‘Misschien moeten we ze strijken, dat er nog een onzichtbare inkt op zit.’
Ik lachte. ‘Doe normaal.’
‘Ja, weet ik veel.’
Hij legde ze boven elkaar en bekeek ze weer. Las af en toe een zin hardop. Hij pakte er eentje en rook er aan.
‘Wat doe je,’ lachte ik.
‘Citroensap,’ grijnsde hij, ‘onzichtbare inkt.’ Hij legde hem weer terug. ‘Maar ik ruik niets.’
‘Julian, jij spoort niet. En zij ook niet.’
Julian rekte zich uit en stond op. Hij keek nog een keer naar mijn bureau.
‘Weet je, ze doet dit niet voor niets. Ze vind je leuk. Dus ze gaat het een keer vertellen.’
‘Wanneer?’
‘Geen idee. Ze begint nu ook over de Mazzo. Volgens mij is ze moed aan het verzamelen en durft ze langzaam steeds meer.’
‘Het zal wel,’ zei ik. ‘Ik ben even pissen.’
Oké, hij had gelijk. Dit moest een keer bekend worden. Maar wanneer? Ik keek verveeld naar de tegels van de badkamer voor me.
‘Tim?’ hoorde ik.
‘Momentje,’ riep ik.
‘Nee, Tim! Kom eens.’
Nu werd ik snel. Had hij wat gevonden? Hij zat weer achter mijn bureau, keek me aan met een grijns, maar ook half verbaasd gezicht.
‘Wat?’
‘Kijk nog eens goed.’
Ik keek even, maar het bleven die kaarten. ‘Wat?’
‘Als ik jou zeg dat de volgende kaart de laatste is?’
‘Huh?’
‘En die begint met een M.’
‘Wat?’
‘Kijk maar, eerste letter van iedere kaart. O, man, dit ga je niet leuk vinden.’
Ik las ze hardop. ‘J U R N -hartje- T I…’
Julian was gaan staan, we keken elkaar met open mond aan. Ik kreeg het warm, wist niet wat ik moest zeggen.
‘Jurn?’ stamelde ik. ‘Nee…’
Julian schudde zijn hoofd. ‘Nee… Dit is toeval.’
‘Dat geloof ik niet. Godverdomme, ik zei je toch dat iemand een geintje aan het uithalen is? Wie doet dit?’
Ik zweette nu. Wie had mij door, dat ik op jongens viel? Wie zat me voor de gek te houden?
‘We moeten Jurn waarschuwen.’
‘Nee,’ zei ik beslist. ‘Die laten we er nog even buiten.’
Het kriebelde. Wat als hij het wel was? Ik kon het me niet voorstellen, maar het kon.
‘Julian, echt, dit heb jij niet gezien.’
‘Wat nou als het echt waar is?’
Alsof dat nog niet door me heen geflitst was. Wat als Jurn nou echt… Ik zag zijn strakke lichaam door het water heen gaan als hij zwom.
‘Ja, wat dan? Ik weet niet,’ stamelde ik. Hij kwam in gedachten net het water uit toen ik dat zei.
‘Hoe bedoel je, ik weet niet?’
Hij keek me vragend aan en ik wist meteen dat ik mezelf verraden had. Ik werd rood.
‘Ik zou het dan wel awkward vinden Tim, als ik wist dat er een jongen verliefd op me zou zijn.’
‘Zou je hem laten vallen?’ vroeg ik voorzichtig.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Weet niet. Ligt er aan.’
Ik zat ondertussen op mijn bed en liet me met een zucht achterover vallen. Ik legde mijn handen achter mijn hoofd en keek half omhoog naar Julian.
‘Julian, even serieus. Jij laat niets merken. Stel dat het Jurn echt is, dan kunnen we het niet maken dat jij dit weet.’
‘Nee,’ grijnsde hij, ‘maar ik weet het wel.’
‘Julian! Serieus.’
‘Hij is het gewoon.’
‘Dat weten we niet.’
‘Met die Lauren deed hij ook niets.’
‘Nou…’
‘Kom op, daar hadden Lotte en Amy het ook nog over vrijdag.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Beloof me dat je niets laat merken.’
‘Promise. Man, ik ben zo niet jaloers op jou.’
Ik glimlachte en haalde mijn schouders op.
‘Het lijkt wel of je het allemaal oké vindt.’
Ik werd weer rood, kuchte een keer. Dit was ongemakkelijk.
‘Tim?’
Ik bleef zwijgen, Jurn in mijn gedachten. Wat als het echt waar was.
‘Tim? Ik heb je nog geen één keer horen zeggen dat je het niks vindt.’
Ik slikte. ‘Nee.’
‘Alsof je zijn acties snapt.’
Ik ging weer recht zitten. ‘Misschien doe ik dat ook wel.’
‘Wow. Wow. Wacht even. Ben jij…?’
Ik slikte nerveus. En knikte.
‘Jeetje….’
‘Had je het van mij verwacht?’
‘Nee.’
‘Hij dus ook niet. Dus ik snap wel dat hij niet zomaar op me af stapt. Als het waar is hè?’
‘Hoop je het?’
‘Weet ik niet, Julian. Ik heb hem nog nooit zo bekeken.’
‘Kom op man. Doe niet zo gek. Jurn is een hele coole gast. Bijna alle meiden van de klas gaan jaloers op je zijn, idioot! Sukkel.’
‘Hij is tof ja.’
Julian lachte me uit. ‘Doe normaal. “Hij is wel tof.” Het is een super gozer.’
‘Dus jij zou het wel oké vinden?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Tuurlijk. Waarom niet?’
‘Dank je.’
‘Jij en Jurn… Lachen man!’
Ik glimlachte.
‘Tim, hier moet je iets mee doen!’
‘Ja,’ zei ik twijfelend. ‘Heel goed nadenken. Dat is wat ik moet doen.’

Dat deed ik zeker. Pas toen hij weg was besefte ik me één heel belangrijk ding: Julian vond het oké. Alsof het vanzelfsprekend was. Goed, ik had hem niet verteld dat ik lang verliefd op hem was geweest, maar dat deed er niet toe. Hij vond het oké. Leuk zelfs. En dan Jurn… Julian had misschien wel gelijk, dit was geen toeval, dit was geen grap. Waarschijnlijk. Wilde ik dit? Ik had hem nooit zo bekeken. Jurn was gewoon Jurn. Vrolijke gast, rustig. Mooi lichaam, dat zeker. Sterk. Veel sportiever dan ik. Wat zag hij in mij? Blijkbaar genoeg. Ik keek weer naar de kaarten en glimlachte. Die beertje waren zo “niet Jurn”. Ik schudde mijn hoofd. Dit was raar allemaal. Kon niet waar zijn.

Ik was nerveus. Liep anders de school binnen. Ze waren er al, ik zag Jurn staan en kreeg het meteen warm. Julian probeerde gewoon neutraal te kijken maar ik zag de verborgen grijns op zijn gezicht. Dit ging een lastige dag worden.
‘Hey,’ zei ik zo gewoon mogelijk.
‘Goeiemorgen.’ Dat was Julian, half lachend.
‘Hey Tim.’ Jurn, neutrale blik.
Het viel even stil, ik wist ook even niets te zeggen. Ik bleef wel naar hem kijken, zo onopvallend mogelijk. Vond ik hem leuker dan Thor? Rare vraag, ik kende Jurn al veel langer. Nooit over nagedacht. Ik dacht aan Julian. Jurn was een leuke gast. Ik zag hem lachen, naar Niek. Mooie lach. Oh-oh… Dat moest ik niet gaan denken. Eerst zeker weten of hij het echt was. Maar hoe kwam ik daar achter? Ik ging het hem niet vragen. Echt niet. Dat durfde ik echt niet. Ik zag Julian kijken naar me. Ineens stond hij vlak naast me.
‘Wat ben je stil?’ vroeg hij, uitdagend, spottend.
‘Julian, kappen, ik word gek.’
‘Eropaf dan.’
‘Julian, nee.’
‘Moet ik het doen?’
‘Nee, gek. We weten het niet. En Lauren dan? Kom op, dat was iets, dat kon je zo zien.’
Julian keek veelbetekenend. ‘O ja?’
‘Niet dan?’
‘Als ik Lotte zo hoor… Die twee hebben niets. Gewoon leuke soort vriendschap met dat zwemmen, meer niet. Tenminste, dat is wat Lotte zegt. Volgens haar wil Lauren ook verder niets.’
‘Ik weet het niet Julian.’
‘Wat houdt je tegen?’
Ik zuchtte. ‘Een andere jongen misschien,’ zei ik twijfelend.
‘Wat?’
‘Je hoorde me.’
‘Vertel.’ Hij glimlachte. ‘Wie?’
‘Ken je niet. Leren kennen via internet.’
‘En dat is wat?’
‘Paar keer mee afgesproken.’ Ik keek hem aan en grijnsde. ‘Gezoend.’
Julian’s mond viel open. ‘En dat was voor die kaarten?’
‘Tijdens.’
‘Hij is vast niet zo leuk als Jurn.’
Ik lachte. ‘Misschien.’
‘Maar daar heb je iets mee?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Niet echt. Hij reageert ook niet meer op mijn appjes.’
‘Nou dan.’
‘Julian…’ Ik zuchtte. ‘Jurn is gewoon Jurn. “One of the guys.” Ik moet even aan het idee wennen.’
‘Zelf weten.’
Ik keek hem na, met een strakke blik. Ik zag Jurn kijken. Hij keek naar me, bezorgd. Toen hij me terug zag kijken glimlachte hij. Ik kreeg het warm. Lekker warm, dat wel.

We gingen niet naar het winkelcentrum, Julian en Mats hadden in de stad afgesproken. Nee, ik ging niet mee. Jurn ook niet. “Geen zin.” Thuis bekeek ik die kaarten weer. De eerste letters bleven naar me schreeuwen. JURN. Ik zuchtte. Eigenlijk wilde ik het er met Thor over hebben. Gewoon erom kunnen lachen. Ik pakte mijn telefoon en stuurde hem een berichtje.
“Ik ben er waarschijnlijk achter van wie de kaarten zijn.”
Ik zat aan mijn bureau en trok mijn rugzak naar me toe. Ik kon beter maar wat aan mijn huiswerk gaan doen. Toets morgen. Ik kon er maar moeilijk mijn gedachten bij houden. Ik keek weer naar mijn telefoon.
“Heb je zaterdag tijd?” stuurde ik er achteraan.
Ik wilde het gewoon weten. Hoe het zat. Wat hij dacht. Wat hij wilde.
Ik dook weer in mijn boek en begon te lezen. Niet veel later schrok ik op van mijn telefoon.
“Weinig tijd.”
Oké, lekker kort.
Toch kwam er niet veel later nog wat. “Eindelijk, ze heeft zich bekend gemaakt? Wie ga je teleurstellen?”
“Het is een jongen uit mijn klas.”
Ik dacht even na. Typte weer.
“En ik weet niet of ik hem ga teleurstellen.”
Verzenden.

Het bleef stil. Eigenlijk had ik dat wel verwacht. Jammer. Ik had me toch vergist in hem. Ik keek nog een keer naar wat ik als laatste verstuurd had. Ik wist het echt niet. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat Jurn… Ik had ook nooit op die manier naar hem gekeken, vooral vanwege Julian. Die had toch wel heel lang in mijn systeem gezeten. Dat was al een tijdje voorbij. Sluimerend op de achtergrond. Eigenlijk alleen nog maar “als hij zo zou zijn zou ik geen nee zeggen”. Maar geen must meer. Allang niet meer eigenlijk. Ik dacht al een tijdje niet meer aan hem als ik in bed lag of onder de douche stond. Ik las het laatste stukje en klapte mijn boek dicht. Dat was wel genoeg. Voldoende morgen.

‘Ik zie het dus echt niet zitten hè?’
Ik lachte naar Julian. ‘Die toets?’
‘Uhu.’
‘Niet geleerd of zo? De stad in geweest zeker?’ Ik grijnsde.
‘Lach maar. ‘
‘Eitje man, echt.’
Niek grinnikte. ‘Eitje.’
‘Ja toch?’ zocht ik ter bevestiging.
‘Zeker.’
‘Aan jullie heb ik ook niets.’
Jurn lachte. ‘Eitje Julian, echt. Ik heb wat hoofdpunten opgeschreven, dat nog een keer doorgelezen en klaar.’
Julian zuchtte. ‘Heb je die bij je?’
Jurn pakte zijn rugzak en zocht. Niet veel later trok hij een blaadje uit zijn schrijfblok. ‘Hier.’
‘Mag ik dat even lenen?’
‘Tuurlijk,’ zei Jurn spottend. ‘Ik heb het niet meer nodig. Eitje.’
‘Lul.’
Julian liep bij ons weg en ging aan een tafel zitten, half bezorgde blik. Hij zat te lezen, pakte nog even zijn boek er bij. Ik stond er lachend naar te kijken. Ik kon het niet laten, ik ging even naar hem toe. Even treiteren.
‘Hulp nodig?’ vroeg ik spottend.
‘Bek dicht, Tim.’
Ik lachte. Keek naast hem met hem mee.
‘Als je die dingen van Jurn onthoudt, dan weet je genoeg.’ Ik slikte. ‘En ik weet nu ook genoeg.’
‘Jij?’
Ik knikte. Dat handschrift. Ik herkende het meteen. Jurn.

Ik moest nu iets doen. Geen idee wat. Vanmiddag zouden we naar het winkelcentrum gaan, en daar was ik nu al nerveus over. Ik liep naast Julian het lokaal in, hij gaf het blaadje terug aan Jurn voordat hij ging zitten.
‘En, eitje?’
‘Als Jurn gelijk heeft wel.’
Ik lachte.
‘Wat keek jij net raar?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Niets bijzonders.’
‘Je hebt een rood gezicht, Tim. Wat?’ Ineens glimlachte hij. ‘Die aantekeningen van Jurn!’
Ik knikte. ‘Hij is het. Honderd procent.’
‘Dus? Tim gaat een move maken?’
‘Nog even geen idee hoe.’
‘Gewoon doen. Eitje.’
Ik lachte. ‘Lul.’

Twee blikjes Red Bull. Bordje. Twee blikjes Red Bull. Bordje. Elske achter de kassa. Julian hield zich rustig, Niek grijnsde toen hij aan de beurt was. Jurn stond achter mij maar ik durfde niet om te kijken. Julian zat als eerste op het bankje, Mats naast hem.
‘Komen die twee meiden nog?’ vroeg Niek.
‘Nee, denk het niet,’ zei Julian. ‘We zien ze vrijdag weer.’
‘Mooi, Elske gaat ook mee.’
‘Gezellig.’
‘Is het eigenlijk nog gelukt?’ vroeg Jurn aan Julian.
‘Wat? De toets? Ging wel. Dank je nog.’
‘Je zat anders flink te zuchten naast me,’ lachte ik.
‘Ja, Tim.’
‘Eitje.’
Niek en Jurn grinnikten.
Julian stond op en sloeg zijn arm om mijn nek. Stoeien. Uitgelaten. Ik stond voorover gebogen, lachte, maar kwam niet los. We stootten tegen Jurn aan.
‘Jurn, help,’ lachte ik.
Jurn lachte, ging aan de kant. Daarna nam hij Julian in een nekklem en trok hem half bij me weg, lachend. Julian liet me weer los en grijnsde. Ik wist waarom. Jurn klopte me bemoedigend op mijn rug. Lekker. Maar ik wist niet wat ik moest zeggen. Hij ook niet. Na het tweede blikje ging Jurn naar huis. Nerveus leek het.
‘Zie jullie morgen jongens.’
‘Ja,’ zei ik.
Meer niet. Ik had mee moeten gaan, hem vragen stellen. Maar ik bleef staan. Versteend bijna. Ik kon niet mee. Geen idee wat ik moest zeggen.

Ik baalde van mezelf. Ik wilde wel, maar durfde niet. En waarom? De kaarten waren duidelijk van hem. Ik had hem nu sinds de ontdekking de hele tijd in de gaten gehouden en vond het zeker niet vervelend om te kijken. Julian had gelijk, hij was leuk. Erg leuk zelfs. Het liet me niet meer los. Onder de douche en in bed ook niet. Echt slapen wilde niet lukken. Ik dacht aan vrijdag, dan zouden we weer gaan zwemmen. Ik wist niet hoe ik me daar zou moeten gedragen. Moest ik iets zeggen? Moest ik iets doen? Waar Lauren waarschijnlijk bij was? Ik kon hem moeilijk achterna gaan zwemmen, die hield ik nooit bij. Niet gaan was geen optie. Dat kreeg ik nooit uitgelegd. Ik kon maar één ding doen. Hem zeggen dat ik het wist. Voordat we gingen zwemmen. Anders bleven we elkaar ontwijken. Nee, niet gaan zwemmen was geen optie. Bovendien wilde ik ook gewoon gaan. Ik wilde hem zien. In zwembroek, nat van het water. Ik wilde met hem het diepe in.

En ik wist hoe.

© 2018 Oliver

 

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!