Terence (deel 5)

Terence ging een weekend naar zijn moeder. De psycholoog vond het een goed idee dat hij voor twee dagen naar huis ging, vooral om te kijken hoe dat zou gaan. Hij vond dat Terence zoveel vorderingen had gemaakt dat het tijd werd om het contact weer voorzichtig op te bouwen. Voor Terence kwam het wel goed uit. Hij kon zo niet mee naar de uitwedstrijd. Hij was wel weer gaan kijken bij de training. De jongens hadden hem gevraagd waar hij na de wedstrijd was gebleven en hij had zich er onderuit geluld dat hij zich niet zo lekker voelde. Luc had het me schamper verteld. Erik had teleurgesteld gereageerd op het nieuws dat hij niet mee kon doen, maar begreep het wel. Hij wenste hem veel plezier en succes bij het bezoek aan zijn moeder. Ik was allang blij dat het geen nieuw conflict zou geven, ik geloofde niet dat hij mee had gedaan met de wedstrijd. Wat was dat toch?

Hij vertok zaterdagochtend, ik had hem aangeboden om hem te brengen, maar hij wilde alleen gaan. Met de bus. Daar wilde Marieke niets van weten. Ze kwam hem op halen en bracht hem weg. Ik had er een raar gevoel over. Luc was al weg toen hij ging, daarna zat ik alleen in huis. Ik was blij dat hij zijn moeder weer eens zou zien, nieuwsgierig ook naar hoe het zou gaan. Maar aan de andere kant wist ik dat, als het goed zou gaan, het einde van zijn tijd bij ons wel eens in zicht zou kunnen gaan komen. Ik zat stil op de bank voor me uit te staren. We waren toe aan weer eens een weekend voor onszelf, maar ik voelde me vreselijk alleen. Met een zucht stond ik op uit de bank en ging naar zijn kamer. Ik haalde zijn bed af, deed er nieuwe lakens op. Ik ruimde nog wat op en keek nog een keer rond. Hij had er in de loop van de tijd helemaal zijn eigen kamer van gemaakt. Ik dacht er aan dat hij vanavond weer in zijn eigen bed zou slapen, in zijn echte eigen kamer. Ik voelde iets warms langs mijn wang lopen en draaide me met een ruk om. Nuchter nadenken. Er moesten nog boodschappen gedaan worden.

Luc kwam na de wedstrijd thuis en zag mijn gezicht. Hij pakte me vast, kuste me en ik zag aan hem dat hij zich precies hetzelfde voelde. We zoenden, knepen onze armen om elkaar heen.
‘Ik mis hem nou al,’ zuchtte Luc zacht in mijn oor.
‘Morgen is hij er weer.’
‘Stom. Ik keek echt uit naar een weekendje voor ons tweeën, maar nu het zover is kan het me niet snel genoeg gaan tot hij weer terug is.’
Ik glimlachte naar hem, half achterover hangend in zijn armen. Ik streek een keer door zijn haar.
‘Vind jij het erg als ik voor morgen heb afgesproken met Esther en Erik om een dagje naar het strand te gaan?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Erik zou Marieke en Ed nog bellen.’
‘We moeten wel op tijd weer terug zijn, Terence komt rond 8 uur weer thuis.’
‘Zorgen we voor.’
Ik kuste hem weer. Ik had er zin in. Gewoon met de rest een dagje uitwaaien. Ik was er ook wel aan toe.

Marieke en Ed kwamen ons ophalen. Met zijn vieren reden we naar Esther en Erik. Marleen had haar schoenen al aan. Ze lachte naar ons toen we binnen kwamen. Even keek ze rond en trok toen aan mijn mouw.
‘Waar is Terrens?’
‘Die is een weekendje naar huis,’ zei ik.
‘Gaat hij niet mee?’ Ze klonk teleurgesteld.
‘Heb ik je toch al verteld?’ zei Esther terwijl ze kort over haar hoofd aaide.
‘Jawel,’ zei Marleen aarzelend. Ze was het er nog niet mee eens.
‘Volgende keer is hij er weer,’ zei ik.
Het deed me zeer. Ze had gelijk. Terence had hier gewoon bij moeten zijn. Esther keek me even aan en knipoogde. Erik zette wat spullen achter in de auto. We waren klaar om te gaan. Ed reed achter Erik aan. Half in gedachten zat ik achter in de auto. Luc zat naast me, staarde langs me af naar buiten. Hij dacht waarschijnlijk hetzelfde. Zijn hand zocht die van mij, speelde met de ring om mijn vinger. Ik glimlachte. Ik wist waar we naar toe gingen, op die plek hadden Luc en ik besloten om samen een huis te gaan kopen. Vanaf dat moment heb ik die ring nooit meer afgedaan. Luc ook niet, trouwens. Ondanks het lege gevoel, diep van binnen, voelde ik me gelukkig. Ik keek even naar hem. Alsof hij het voelde draaide zijn blik van buiten naar mijn gezicht. Glimlach. We voelden weer hetzelfde.

Marleen vond het meteen te gek. Schoenen uit, schep met emmer en rotzooien maar. Ik keek er grijnzend naar. Erik en Luc schopten meteen een bal een eind het strand op, Ed en Marieke gingen zich er op hun gemak mee bemoeien. Esther keek er lachend naar en hield met een schuin oog in de gaten waar Marleen heen liep. Ik plofte naast haar neer.
‘Lang geleden,’ zei ze.
‘Veel te lang geleden,’ lachte ik.
‘Marleen was boos dat Terence niet meeging.’
Ik glimlachte en keek naar de voetballende rest.
‘Ik hoop voor hem dat het goed gaat dit weekend.’
‘Dat hoop ik ook,’ zei ik. ‘Ik ben echt benieuwd hoe hij terug komt.’
‘Niemand kan het zeggen.’
‘Hijzelf nog niet eens.’
‘Je hebt echt met hem te doen hè?’
Ik knikte. ‘Is toch ook niet gek?’
Esther lachte. ‘Ik had van jou ook niet anders verwacht.’
We keken weer naar de rest. Erik stootte met zijn schouder tegen die van Luc terwijl ze achter de bal aan renden. Luc struikelde en viel.
‘Hé!’ riep ik. ‘Doe een beetje voorzichtig met hem. Hij moet weer heel mee naar huis hoor.’
Erik lachte, Luc klopte het zand een beetje van zich af.
‘Worden die ooit nog volwassen?’ Esther zuchtte lachend.
‘Nooit. Die van jou zeker niet.’
We lachten nog toen Marieke er bij kwam zitten. Marleen zat voor ons in het zand. Lieke sliep.
‘Neem jij het even van mij over? Ze zijn gemeen.’ Marieke keek gespeeld verontwaardigd.
‘Watje,’ grinnikte ik en stond op.
Erik stond ons uit te dagen, één voet op de bal. Ik liep langzaam op hem af, grijns op mijn gezicht. Ik wist ook wel dat ik geen schijn van kans had. Toen ik vlak bij hem was tikte hij de bal naar Luc. Hun favoriete ding bij dit soort gelegenheden. Zij altijd tegen mij. Oude vrienden van vroeger. Voetbalmaatjes. Ik lachte, had het verwacht. Erik liep bij me weg, in de richting waar Luc de bal heen trapte. Ik liet me niet kennen, trok aan zijn arm. Erik kon wel tegen een stootje. Voor ik er erg in had, had hij ook die van mij vast en lag ik in het zand. Ik hoorde hem achter me lachen. Korte plof van zijn voet tegen de bal.
‘Je wordt ouder papa,’ lachte hij toen hij me omhoog trok.
Ik glimlachte. Het deed me wat, die opmerking. Was ik het ook? Op een of andere manier wel.Luc en Ed waren aan het over trappen, Erik en ik stonden er naar te kijken.
‘Hoe gaat het met papa?’ hoorde ik naast me.
‘Goed,’ zei ik eerlijk.
‘Het is een aparte jongen.’
‘Diepe wateren…’
Erik lachte kort. ‘Inderdaad. Ben benieuwd hoe het weekendje thuis gaat.’
‘Wij ook, Erik, wij ook.’
Hij knikte begripvol. ‘Ik heb respect voor hoe jullie het doen.’
‘Wat?’
‘Het in huis nemen van Terence. Het is toch een jongen met een geschiedenis. Je wist dat het niet makkelijk kon worden.’
‘Je krijgt er een hoop voor terug.’
‘Ik begreep dat hij nogal wat afstand hield.’
‘Dat wel, maar nu hij een weekend weg is besef ik me pas hoeveel hij betekent in huis.’
Hij glimlachte. ‘Had ik het toch goed gezien.’
Ik haalde verontschuldigend mijn schouders op.
‘Heb ik het goed gezien of heb je een zwak voor hem?’
‘Heb je helemaal goed gezien. Het is echt een goeie jongen. Er zit hem alleen van alles dwars, waarvan ik me afvraag of hij dat zelf wel doorheeft.’
‘Vast wel. Maar hij vertrouwt niemand. Jullie een beetje, mij ondertussen een heel klein beetje. Als trainer dan. Maar de jongens van het team bijvoorbeeld dringen niet tot hem door.’
‘Voetbal is toch samenspel?’
‘Jawel, en hij weet waar ze staan op het veld en wat ze kunnen. Hij heeft overzicht als geen ander. Maar… hoe zeg ik dit? Hij ziet rugnummers, Lau, geen namen.’
Ik knikte glimlachend. Erik raakte de spijker op zijn kop.
‘Je weet hoe dat gaat in een team, het worden maatjes, groepjes af en toe. Hij staat er buiten. Nee, dat zeg ik niet goed. Hij staat er bóven.’
‘Maar ik vraag me af of hij daar gelukkig mee is.’
‘Hij doet erg zijn best om iedereen te laten denken van wel.’
‘Beetje teveel, als je het mij vraagt.’
Erik lachte. ‘Valt het jou toch ook op.’
‘Luc kan zich er wel eens aan ergeren.’
Erik lachte nog harder. ‘Moet hij zeggen. Wie was dat ook alweer, die ineens geen contact meer zocht met zijn vrienden, die ineens naar Oostenrijk vluchtte zonder te praten?’
‘Misschien is hij juist wel degene die zichzelf nog het meest herkent in Terence.’
‘En uit ervaring weet dat Terence zich moet openen om eindelijk rust in zijn kop te vinden?’
‘Inderdaad.’
‘Op zich wel begrijpelijk dan dat juist hij zich er zo druk om maakt. Hij weet wat het is. Hij weet waar de oplossing voor Terence ligt.’
Ik knikte. Erik had het helemaal door. We hadden het ook wel tegen Terence gezegd, hem een uitgestrekte arm geboden, maar hij wilde er niet aan. Luc probeerde het vaker dan ik, wat een averechts effect had. Hij sloeg er alleen maar van dicht, maakte de muur om hem heen alleen maar hoger.
‘Maar als je het zo tegen hem zegt maak je de afstand alleen maar groter. Hij voelt dat je hem in de kern raakt als je dat zegt,’ ging Erik verder.
Typisch Erik. Waarom heeft die jongen toch ooit een technisch beroep gekozen vroeger?

Ed en Luc riepen ons. We liepen terug naar Marieke en Esther. Ed trok een fles wijn open, die snel rond ging. Nergens smaakt zoiets beter dan zittend in het zand, met een zee voor je. Luc zat naast me, zijn hand op mijn been. Er werd gelachen. In het midden van ons lag een stokbrood, met kaasjes en vlees. Mes ernaast waar Marleen meteen grote interesse in had. Esther hield haar er van weg waar ze het niet mee eens was. Ed knipoogde naar haar en trok de aandacht van het mes weg. Ik bekeek het even. Hij zou een goede vader zijn. Ik glimlachte. Waarom dacht ik dat nou weer? Ik merkte al snel dat de wijn ging werken. Rustig aan nu. De dag was nog lang. Straks weer terug met de auto, ergens gaan eten en op tijd thuis voor Terence.

Hij keek strak, toen hij thuiskwam. Zeg maar gerust absoluut niet vrolijk. Hij liet zijn tas op de grond vallen bij de deur, gooide zijn jas van een afstandje op de kapstok.
‘Hé, jongen,’ zei Luc. ‘Hoe was het?’
‘Hm,’ haalde hij zijn schouders op.
Ik stond op en liep richting de keuken. ‘Pak je zelf ook even wat te drinken?’
Terence knikte en volgde me. In de keuken stond hij naast me, bedrukt gezicht. Was het niet goed gegaan, of baalde hij dat hij weer terug bij ons was?
‘Was het niet gezellig?’ vroeg ik.
Weer die schouders. Ik legde even mijn hand op zijn schouder.
‘Ik ben in ieder geval blij dat je weer terug bent.’ Ik kon het niet laten om dat te zeggen.
Hij keek me even aan, hele kleine glimlach. Ik kneep een keer kort in zijn schouder en liet hem toen los. Ineens zette hij een stap naar me toe en sloeg zijn armen om me heen. Geen geluid, alleen zijn armen strak om me heen, zijn gezicht verborgen in mijn shirt.
‘Hé, jongen,’ fluisterde ik.
Ik hield hem even vast, aaide over zijn rug met één hand. Hij zei niets, deed niets, ik voelde alleen maar zijn armen om mijn middel, zijn vingers drukten diep in mijn rug.
‘Was het zo erg?’ vroeg ik voorzichtig.
Hij mompelde wat. Zijn opgehaalde schouders zeiden me genoeg.
‘Jongen toch.’
Ik kuste zijn kruin, streelde nog over zijn rug. Ik zag Luc in de deuropening staan, hij keek verbaasd, ontroerd ook. Hij keek naar me en schudde begripvol zijn hoofd. Hij kwam naar ons toe, aaide een keer door zijn haar. Terence begreep dat het niet mijn hand kon zijn en keek even op. Hij keek naar Luc, zijn ogen dof. Verontschuldigend schokkende schouders. Luc streek Terence een keer door zijn haar, net boven zijn oor naar achteren en liet zijn hand in zijn nek liggen.
‘Het is goed, jongen,’ zei hij zacht.
Terence legde zijn hoofd weer tegen me aan, de arm van Luc klem tussen ons in. Hij zuchtte.
‘Ik weet wel dat je het niet wilt,’ zei Luc spottend en zacht, ‘maar als je wilt praten dan zijn wij er altijd voor je.’
‘Hm.’ Het klonk niet afwijzend, alleen maar op een toon dat hij het wist.
‘Ik zou het fijn vinden, maar het moet niet. Ik wil alleen dat je het weet.’
Luc kneep een keer zacht in zijn nek en trok toen zijn arm terug. Hij pakte de twee mokken koffie met één hand en het glas van Terence in zijn andere. Toen Luc bij de deur was keek Terence even om.
‘Dankjewel.’
Luc knipoogde een keer en verdween. Langzaam liet Terence me los en keek me verontschuldigend aan. Om het ijs te breken lachte ik een keer en gooide zijn haar in de war. Korte kus op zijn voorhoofd.
‘Kom,’ zei ik, ‘anders wordt mijn koffie koud.’
De tv stond aan, voetbalsamenvattingen. Ik ging verder onderuit zitten, legde mijn hoofd op Luc’s schoot. Luc liet zijn vingers met mijn haar spelen. Terence keek even en keek toen weer naar de tv.
‘Maarten heeft een beetje teveel wijn op hè? Ja.’ Luc zei het zoals je tegen een kind praat.
Ik grinnikte. Ik zag Terence lachend kijken.
‘We zijn naar het strand geweest,’ zei ik.
‘Jullie twee?’
‘Nee, Marieke en Ed, Esther en Erik en de kinderen.’
‘En Maarten heeft toen een beetje teveel gedronken hè?’ Weer diezelfde toon van Luc.
‘Het valt wel mee hoor,’ zei ik.
Luc grinnikte en aaide een keer over mijn hoofd.Ik lachte, Terence lachte mee.
‘Waarom noemt Erik jou eigenlijk Lau?’ Terence vroeg het zomaar ineens.
‘Bwoh,’ zei ik, ‘heel verhaal. Dat doen ze allemaal. Zo noemden ze me al op de middelbare school. Er was toen nog een jongen die Maarten heette, vandaar. Hele goede vriend van mij in die tijd.’
‘Nog steeds,’ zei Luc.
‘Nog steeds, heb je gelijk in. Hij woont in Australië, al jaren. Dus we zien hem niet zo vaak meer. We mailen regelmatig.’
‘Nou je het zegt, het is al weer een tijdje geleden,’ bedacht Luc zich ineens.
‘Erik ook niets van hem gehoord?’
‘Geen idee. Gouden tijden waren dat.’
Ik lachte.
‘Esther en Erik, Marieke en Maarten.’
‘Wij,’ zei ik er achteraan.
‘Kennen jullie elkaar al zo lang?’ Terence keek verbaasd.
Ik knikte. ‘Ik was nog net geen 15.’
‘Wow, da’s lang.’
‘Het ging bijna vanzelf,’ zei ik spottend.
‘Bijna,’ zei Luc.
‘Was dat niet lastig dan, toen op school?’
‘Vooral geheim houden,’ zei Luc, ‘zeker in het begin.’
‘Hoe wisten jullie het dan van elkaar?’
Ik lachte. ‘Esther heeft zich er mee bemoeid. Hij zat bij haar in de klas.’
‘Esther wist het toen van jou?’
‘Ja, er zijn maar weinig dingen die je voor haar geheim kunt houden.’
‘Vooral als je na het schoolfeest met haar hebt staan zoenen,’ lachte Luc.
We kregen er lol in om het hem te vertellen. Hij reageerde er nieuwsgierig maar vooral vrolijk op.
‘Wie? Jij?’ Terence keek vol ongeloof naar Luc.
Luc schudde zijn hoofd. ‘Meneer hier.’
Ik lachte. ‘Maarten was een goede vriend van mij, en die had iets met Marieke. Esther was al jaren een goede vriendin van haar. Dus hebben ze ons proberen te koppelen tijdens een schoolfeest. Het was eenmalig, maar sindsdien is het wel een hele goede vriendin van mij. Haar heb ik het op een gegeven moment verteld, en zij heeft me in de buurt van Luc gebracht. De rest hebben we zelf gedaan.’
‘Met een hoop omwegen.’
‘Met een hoop omwegen, dat wel.’
Luc lachte, Terence lachte mee. Zijn blik dwaalde weer af naar het voetbal op de tv. Maar zag ik het nou verkeerd of zat hij na te denken? Hij dronk nog wat en ging daarna op tijd naar bed. Hij zag er moe uit.
‘Welterusten,’ zeiden Luc en ik tegelijk.
‘Welterusten,’ zei Terence.
Hij was al bijna de deur uit toen Luc hem terug riep.
‘Terence?’
Hij keek weer om de hoek van de deur.
‘Onthoud wat ik je net in de keuken gezegd heb hè? Ik meen het. We zijn er voor je.’
‘Ja,’ reageerde hij verlegen.
‘Geloof me, ik heb het ook een tijdje geprobeerd om alles alleen op te lossen, maar daar werd ik alleen maar gek van.’
Verlegen glimlach, hij trok langzaam zijn gezicht terug achter de deur. We kwamen weer te dichtbij.
‘Welterusten, jongen,’ zei ik.
‘Welterusten,’ hoorden we nog net achter de dichte deur.
Ik tilde mijn hoofd op en keek even verbaasd naar Luc.
‘Als ik hem daarmee over de streep kan trekken, dan mag hij mijn hele verhaal weten.’
Ik leunde op mijn schouder en gaf hem een lange kus.

Marieke belde me de volgende avond.
‘Ik heb met de moeder van Terence gesproken, hoe het gegaan was.’
‘En?’ vroeg ik afwachtend.
‘Ik wil eerst van jou weten hoe hij bij jullie thuisgekomen is.’
‘Stil, down. Op een gegeven moment, toen ik zei dat ik blij was dat hij weer terug was, heeft hij me alleen maar stevig vastgehouden.’
‘Vastgehouden?’
‘Hij huilde nog net niet, geloof ik.’
‘Ik ben steeds trotser op jullie.’
Ik glimlachte. ‘Hoe was het bij hem thuis?’
‘Beetje afwachtend in het begin. Aan het eind van de zaterdag ging het al verkeerd. Het had niet veel gescheeld of ze had me gebeld om hem te komen halen.’
‘Zo erg? Wat is er gebeurd dan?’
‘Meningsverschillen om niks. Ze leven totaal langs elkaar af. Andere belevingswereld.’
‘Het blijft een rare situatie.’
‘Morgen gaat hij met de psycholoog praten. Maar het volgende vind je waarschijnlijk wel interessant.’
‘En dat is?’
‘Zo’n weekend wordt vaak ook gebruikt om wat dingen aan te schaffen, dat blijft toch een beetje de verantwoording van de ouders. Dingen voor school, wat kleren die vervangen moeten worden of zo. Terence heeft nieuwe voetbalschoenen, mocht je het nog niet gezien hebben.’
‘Dat hadden we nog niet gezien. En ik ga mijn mond tegen Luc houden.’
Marieke lachte. ‘Mooi zo. Zijn moeder was verbaasd dat hij weer voetbalde.’

Luc had niets in de gaten. Totdat Terence zei dat hij mee naar de training wilde en beneden kwam met zijn nieuwe schoenen. Ik grijnsde. Luc bekeek ze verbaasd.
‘Mooie schoenen,’ maakte hij een compliment. ‘Zaten die van mij niet lekker?’
Terence begreep de grap en lachte.
Ze kwamen allebei uitgelaten terug. Terence ging douchen, Luc pakte me meteen vast.
‘Wat kan die jongen voetballen.’
‘Je meent het.’
‘Ze hebben hem bezig gezien en ze willen hem in een team hoger hebben.’
Ik keek verschrikt.
‘Erik heeft ze meteen duidelijk gemaakt dat daar niets van in kwam. Heeft ze een beetje uitgelegd hoe de situatie was, en dat Terence vooral gewoon bij ons zou blijven.’
‘Gelukkig,’ zei ik. ‘Dank je wel Erik.’
‘Dat heb ik hem ook al gezegd. Ik ben allang blij dat Terence het niet meegekregen heeft, die discussie.’
‘Dus hij is nu officieel lid van jullie team?’
‘Ik wou dat het waar was. Ik vind van wel, Erik vindt het, alle jongens vinden het. Nu alleen hij nog. Hij blijft de boot af houden.’
‘Die nieuwe schoenen zeggen me dat hij zaterdag gewoon in het veld staat.’

Hij stond er. Natuurlijk. Meteen vanaf het begin van de wedstrijd stond hij in het veld. En hoe. Erik keek tevreden. Terence was een andere jongen in het veld. Vrolijk, ogenschijnlijk zonder zorgen. Gedreven ook, riep af en toe wat, wees geërgerd een kant op als het hem niet naar zijn zin ging. Dus ook Luc keek tevreden. In de rust was er al twee keer gescoord. Ik zag aan zijn houding dat hij overmoedig begon te worden. De roes van de overwinnaar. Hij lachte, maakte grapjes met zijn teamgenoten. Eén jongen stoeide met hem, hij stoeide vrolijk terug. Op een afstandje zag ik een groep meisjes staan. Ik glimlachte. Dat was in al die jaren ook niet veranderd. Ik zag ze kijken, ook naar Terence. Gegiechel. Had hij het in de gaten? Niet echt geloof ik. Typisch jongens van die leeftijd. Sommigen hadden niets in de gaten, anderen probeerden daardoor juist goed voor de dag te komen. Er vooral nonchalant bij lopen, stoer. Je zag het meteen aan de houdingen op het veld. Dingen kopiëren van de grote spelers uit het profvoetbal. De wedstrijd ging weer verder. Terence nam nog snel een slok uit een drinkfles en gooide die terug naar Luc. Korte blik van verstandhouding naar elkaar. Ze waren naar elkaar toegegroeid de afgelopen paar dagen. Daarna keek hij even naar mij. Brede glimlach. Dat gaf me een warm gevoel. Hij draaide zich om en zocht zijn positie in het veld. De concentratie was weer terug op zijn gezicht. Het ging feller die tweede helft. De peptalk van de trainer bij de tegenstander had duidelijk gewerkt. Na een paar minuten viel het tegendoelpunt. Erik schreeuwde wat. Terence keek teleurgesteld, maar dat duurde niet lang. Hij maakte een gebaar naar een andere jongen; “rustig blijven”. Ik werd steeds trotser op hem. Desondanks werken zijn opbouwplannen niet. Er werd tot twee keer toe schandelijk naast geschoten. Terence werd nu echt fel. Zijn gezicht begon wat strakker te staan. Fanatiek. Hij drong weer naar voren. Speelde de bal weer door, zette die jongen op de goede plek. Die twijfelde, te lang.
‘Terug dan!’ hoorde ik hem roepen.
De jongen speelde de bal terug, Terence ving hem op en tikte langs de tegenstander. Met een snoeihard schot schoot hij op doel, als een wanhoopsdaad. Maar hij scoorde wel, een beetje tot zijn eigen verbazing. Met een glunderend gezicht rende hij terug naar het midden van het veld, onderweg aangeraakt door zijn teamgenoten. Eén jongen pakte hem even helemaal vast. Het maakte hem niets uit. Hij genoot. Glunderend keek hij even naar Luc en Erik. Die staken hun duim omhoog, klapten. Ik zag wat extra opwinding bij de meisjes een eindje verderop. Ik lachte. Terence maakte indruk. Ook bij de tegenstander. Zijn doelpunt besliste de eindstand. Bij het laatste fluitsignaal liepen alle jongens nog een keer naar hem toe, en raakten hem even aan. Je zag hem niet meer staan tussen de vierende groep. Terug bij Erik en Luc liet hij zich gelaten tegen de rug slaan door Erik, met een aai van Luc achter op zijn hoofd. Hij keek blij. Ik knipoogde een keer toen onze blikken even kruisten. Langzaam droop de ploeg naar de kleedkamers. Ik zag ze voorbij lopen, in een flits zag ik Terence. Strak gezicht.

Ik haalde wat te drinken en ging op het terras zitten. De deur van de kleedkamer liet ik de hele tijd niet los met mijn ogen. Terence kwam als eerste naar buiten. Hij liep langzaam, stak zijn hand op naar mij. Hij kwam bij me staan. Ik feliciteerde hem met zijn mooie doelpunt en vroeg of hij wat te drinken wilde. Hij knikte en nam mijn geld in ontvangst. Toen hij weer naar buiten kwam waren er al wat meer ploeggenoten.
‘Hé, Terence, wacht even,’ riep één van hen.
Ik zag de jongen naar binnen gaan om wat te drinken te gaan halen, samen liepen ze naar het veld waar al weer een nieuwe wedstrijd bezig was. Hij keek even naar me, ik knikte om te zeggen dat ik het prima vond. Ik zag ze in de verte staan. Een paar jongens die met een flesje in de hand half naar de wedstrijd stonden te kijken en verder met elkaar stonden te praten. Er kwamen wat meisjes bij staan, eentje gaf één van de jongens een kus. Terence keek maar er was geen uitdrukking op zijn gezicht te zien. Eén meisje begon tegen hem te praten, waarschijnlijk over zijn doelpunt. Tot mijn verbazing praatte hij terug, al keek hij verlegen. Ik herkende haar als één van de meisjes die tijdens de wedstrijd wel erg enthousiast reageerden op zijn doelpunt. Luc haalde me uit mijn gedachten.
‘Mooi doelpunt van hem, of niet?’
Ik knikte. ‘We zijn trots.’
Luc lachte en haalde nog wat te drinken voor ons en Erik.
‘Onze sterspeler heeft aandacht van de dames,’ lachte Erik even later.
‘Ik zag het, ja,’ zei ik grijnzend. ‘Maar daar gaan we geen grappen over maken.’
Luc lachte. ‘Natuurlijk niet. Maar in de gaten houden mag toch wel?’

Terence zei er niets over. Uiteraard niet, ik had ook niet anders verwacht. Van Luc wist ik dat ze vaste klant was bij de trainingen, samen met nog wat andere meisjes. Terence liet niets merken, was weer de oude Terence die we zo goed kenden, inclusief de afstand. De roes van de wedstrijd was allang weer weg. Van Marieke hoorde ik dat ze met de psycholoog had gesproken. Veel nieuws was er niet. Terence liet niet veel los. “Hou het maar op botsende karakters”, had de psycholoog gezegd. Daar werden we ook niets wijzer van. Van mij mochten die praatsessies ophouden. Terence werd er alleen maar meer gesloten van. Tegen ons, tegen iedereen. Luc vertelde me dat hij het gepresteerd had dat meisje na de training straal voorbij te lopen, zonder ook maar iets te zeggen. Ze had erg verbaasd en teleurgesteld gekeken. Beledigd zelfs.

Halverwege de week was het weer raak. Marieke belde me of ik Terence had gezien. Hij was niet op komen dagen bij het gesprek met de psycholoog. Ik wist van niets, maar kort nadat ze me gebeld had kwam hij binnen. Op de tijd die hij binnen zou komen, als hij naar dat gesprek was geweest.
‘Hallo,’ zei hij heel gewoon.
Ik besloot het mee te spelen. ‘Hallo, hoe was het vandaag?’
‘Gewoon, net zoals anders.’
Zonder ook maar iets van een teken op zijn gezicht pakte hij wat te drinken in de keuken.
‘Marieke heeft net gebeld,’ zei ik droog toen hij weer uit de keuken kwam.
Hij keek betrapt, schrok ook een beetje.
‘Waarom ben je niet gegaan?’
‘Het heeft toch geen zin. Ik wil gewoon met rust gelaten worden.’ Hij zei het fel.
‘Je kunt niet zomaar weg blijven, Terence.’
Hij haalde zijn schouders weer op. ‘Ik had er gewoon geen zin in.’
‘Waar ben je in die tussentijd geweest?’
‘Beetje in de stad gehangen.’
‘Waar ik nog het meeste van baal is dat je in de stad blijft hangen tot het tijd is, zodat wij niet merken dat je niet gegaan bent.’
Terence zette de tv aan, plofte verveeld in een stoel, afstandsbediening in zijn hand.
‘Ik praat tegen je,’ zei ik geërgerd.
‘Ik had gewoon geen zin. Die vent werkt op mijn zenuwen.’
Ik had het gehad met dat onverschillige gedoe. ‘Misschien moet je dan eens meewerken, misschien helpt dat.’
‘Niemand kan mij helpen,’ zei hij fel terug.
‘Je laat ook niemand helpen.’
‘Ik kan het goed alleen.’
Ik lachte schamper. ‘Dat merken we.’
Hij dronk zijn glas leeg, zette het met een klap op tafel en stond op.
‘Ik wou dat iedereen mij eens gewoon met rust liet,’ schreeuwde hij terwijl hij de kamer uitliep.
Zware voetstappen op de trap, klap van zijn kamerdeur. Daar liet ik het niet bij zitten. Ik ging achter hem aan en bleef op de eerste tree van de trap staan. In mijn ooghoek zag ik zijn jas hangen. Ik haalde hem van het haakje en merkte dat ik het goed gezien had. Er zat een grote scheur in. Schaafplekken op de armen. Ik nam de jas mee naar boven en deed zijn deur open.
‘Mag ik vragen wat hier mee gebeurd is?’ vroeg ik zo gewoon mogelijk.
Hij keek even en zuchtte.
‘Gevochten?’ vroeg ik.
Terence staarde naar de grond.
‘Ben je daarom niet gegaan? Was je gewoon te laat?’
Hij knikte bijna onzichtbaar. Ik ging naast hem op bed zitten en sloeg een arm om zijn schouders.
‘Wat is er gebeurd dan?’
Hij sloeg mijn arm weg. ‘Ik stond gewoon bij de bushalte, verder niks.’
‘Wie waren het?’
‘Dezelfde als altijd. Ze moeten altijd mij hebben.’
Ik trok hem even tegen me aan.
‘Ik ga met school praten,’ zei ik. ‘Dit heeft lang genoeg geduurd.’
‘Nee,’ zei hij, ‘ik los het zelf wel op.’

Dat kon hij nou wel zeggen, maar ik ging toch maar eens mijn eigen plan trekken. Straks maar eens met Luc overleggen. Ik wist even geen antwoord te bedenken. Luc was meteen voor. We besloten dat ik een afspraak zou maken, gewoon om eens over Terence te praten, niet meteen over die vechtpartij beginnen. Dat kon tijdens dat gesprek zelf wel. De afspraak was snel gemaakt. Wel pas voor volgende week, helaas. Dat moest dan maar. Ondertussen deed Terence alsof het al weer vergeten was. Luc werd er gek van. Altijd die muur om hem heen. Nooit vrienden. Hij liet ze gewoon niet toe. “Als hij toch eens één vriend had die hij een beetje kon vertrouwen”, zuchtte hij wel eens.

Vrijdagmiddag kwam ik thuis. Geen Terence. Van binnen vloekte ik. Waar hing hij nou weer uit? Ineens zag ik het briefje op tafel liggen. Ik voelde me schuldig. Ik was er meteen vanuit gegaan dat hij zich weer in de problemen aan het werken was. Ik pakte het van tafel en las het.

Ik ben buiten voetballen op het veldje.

Terence

Ik keek even naar buiten en zag op de hoek van de straat twee jongens een balletje trappen. Ik herkende hem. Ik glimlachte. Hij verbaasde me. Snel zocht ik wat spullen bij elkaar om boodschappen te gaan doen. Genoeg tijd nog voor Luc thuis zou komen. Ik keek nog even naar het briefje en pakte een pen.

En ik ben even naar de supermarkt.

Maarten

Ik glimlachte een keer en vertrok. Toen ik terugkwam zag ik twee jassen in de gang, met twee paar modderschoenen. Boven hoorde ik eerst een jongen lachen, daarna Terence.
‘Ik ben weer thuis,’ riep ik onder aan de trap.
‘Hoi,’ hoorde ik terug.
Hij klonk vrolijk. Even later hoorde ik ze van de trap af stormen. Terence schaterde. Met een vrolijk gezicht kwam hij als eerste de kamer binnen, met na hem een jongen. Ik herkende zijn gezicht van het voetbalteam.
‘Dit is Maarten,’ zei Terence.
‘Hallo,’ zei ik vanuit de bank.
‘Hallo,’ zei hij terug.
Ik zag aan hem dat hij me herkende. Ik stond op om hem een hand te geven. Nog voor de jongen wat kon zeggen was Terence hem al voor.
‘Dit is Yannick,’ zei hij vrolijk, ‘hij zit bij mij op voetbal.’
© 2006 Oliver Kjelsson