Uit beeld (deel 14)

‘Misschien wel, misschien niet.’
‘Waar ligt het aan denk je?’
Stijn lachte. ‘Aan jou.’
‘Alleen aan mij?’
Stijn draaide wat. ‘Ja. Het is jouw keus wat je doet.’
‘Da’s waar.’
‘Ik wil dit eigenlijk helemaal niet zeggen maar je vraagt erom. Aan mij zal het niet liggen. Maar zolang jij iets met Wijnand hebt ga ik geen pogingen wagen. Ten eerste omdat ik mezelf geen pijn wil doen, ten tweede omdat ik vind dat ik het niet kan maken. Maar als je zo bij me blijft kruipen zoals in deze hangmat… Ik ben niet van beton. Om eerlijk te zijn, als jij het jezelf kunt verantwoorden een relatie met Wijnand te hebben terwijl je af en toe seks met mij hebt, ik ga geen nee zeggen.’
Ik liet het even inzinken wat hij zei.
‘Ik voel me gewoon op mijn gemak bij je,’ zei ik zacht.
Stijn zei niets meer. Hij streelde zachtjes onnadenkend over mijn rug. Ik tilde mijn hoofd iets op en kuste zijn wang. Stijn pakte me wat steviger vast. Het waaide, ik hoorde de bomen ruisen.
‘Net als vroeger,’ grinnikte ik.
Stijn zuchtte en hield me vast. Ik kuste hem weer, zocht zijn mond. Stijn hield me niet tegen. We zoenden.
‘Deze twee dagen,’ zei Stijn, ‘daarna gaan we weer nadenken.’
‘Deal,’ zei ik nog snel voordat ik mezelf verloor in een lange zoen.
Ik trok aan zijn shirt. Stijn grinnikte en trok hem mee uit.
‘Ik wil alles,’ hijgde ik.
‘Kun je hebben,’ zei Stijn balorig.
Het was een heel gedoe, met een hoop gegiechel trokken we kleren uit. Ik kroop naakt tegen hem aan en ontspande.
‘Erg,’ zei ik. ‘Ik heb past rust als ik je naakt naast me heb.’
Stijn lachte. Ik legde mijn hoofd op zijn borst en keek over zijn buik heen.
‘Je bent ook gewoon mooi om naar te kijken.’
Ik voelde zijn hand achter op mijn hoofd. Zijn vingers speelden met mijn haar.
‘Jij ook Jarno.’
Ik glimlachte, kuste zijn borst en keek hem weer aan. Ik draaide wat, trok mijn been op en legde mijn bovenbeen op zijn kruis. Ik kreeg een kus, zoende kort.
Stijn duwde me van zich af. ‘We moeten echt gaan slapen, Jarno. Over vijf uur gaat de wekker weer.’
Hij bewoog, waardoor we bijna uit de hangmat vielen. We konden nog net ons evenwicht houden. Lachend ging ik van hem af en stapte eruit. Hij ging zitten, hing zijn benen over de rand en sprong eruit. Meteen had ik hem vast. Zijn warme lichaam dicht tegen me aan, de frisse lucht om ons heen. Mijn handen knepen in zijn billen.
‘Ik wil je,’ hijgde ik zachtjes terwijl ik mijn stijve tegen hem aandrukte. Stijn pakte me vast en trok me langzaam af.

‘Nog laat geworden?’ vroeg Jurre grijnzend toen ik nog half slapend rechtop in mijn bed ging zitten.
‘Beetje.’
‘Beetje? Het was na tweeën.’
‘Was je wakker?’
‘Onmogelijk om niet wakker van je te worden. Dat stapelbed piept en wiebelt.’
‘Ik heb geen schoen gezien.’
Jurre lachte. Ik sloeg mijn dekbed weg en rekte me uit.
‘Nog gezellig geweest vannacht?’
‘Gaat wel.’
Jurre grijnsde. ‘Maak dat iemand anders wijs. Je hebt je boxer binnenstebuiten aan. En je hebt over hem liggen dromen geloof ik.’
Ik trok mijn dekbed weer wat omhoog, over mijn boxer met mijn ochtenderectie heen.
‘Ik ga douchen,’ mompelde ik.

‘Goedemorgen,’ zei Lisanne. ‘Even ontbijten en dan gaan we ze eens wakker maken.’
Jurre glimlachte.
‘Je ziet er wakker uit, Jarno. Laat geworden?’
‘Zoiets. Dat laatste biertje he?’
Ze keek me spottend aan maar zei er verder niets van. Na het ontbijt gingen we de jongens uit bed halen. Jeroen was al wakker, die lag op zijn rug naar het plafond te kijken en probeerde iets te pakken met zijn handen. Ruben was nog in diepe rust. Om ons heen werden meer mensen wakker gemaakt.
‘Dierentuin vandaag,’ zei ik vrolijk.
‘Ja!’
Ik lachte en tilde hem in zijn stoel. Stijn was in de eetzaal en glimlachte toen ik binnenkwam. Ik knipoogde terug. Het liefst had ik hem een kus gegeven, maar dat konden we beter niet doen nu. Ruben zag hem ook en kraaide. Stijn kwam naar ons toen en gaf Ruben een aai over zijn hoofd.
‘Goedemorgen Ruben, lekker geslapen?’
‘Ja!’
Stijn lachte, wreef over mijn rug voordat hij verder liep. En kneep even snel in mijn kont. Ruben lachte al kon hij het niet zien. Hij had de spanning tussen mij en Stijn wel door, leek het. Hij was vrolijk, werkte goed mee met het ontbijt. Nadat hij gegeten had greep hij naar me. Ik leunde tegen hem aan en liet me vasthouden. Ik hoorde zijn rustige ademhaling in mijn oor, een natte kus op mijn wang.
‘Lief,’ zei ik.
‘Ja.’
Jurre keek en grinnikte. ‘Hij zegt overal ja op, is het niet?’
‘Ja,’ zei ik net zoals Ruben en lachte. ‘Als je je opmerkingen en vragen er op aan past kun je best een eind komen met hem.’
Jurre grijnsde. ‘Werkt bij Jeroen ook wel denk ik. Hè, Jeroen?’
Jeroen stootte een klank uit.
‘Dat zie ik maar als een ja,’ zei Jurre. ‘Nou, nog één hapje. Kom op.’
Lisanne bekeek het en glimlachte. Ze keek naar me en knipoogde.

‘Gaan jullie mee?’ vroeg ik toen ik Stijn bij de busjes zag staan.
‘Natuurlijk,’ zei Lisanne. ‘Onder begeleiding kan dat best.’
Stijn lachte en pakte haar vast. Ze stoeiden. Ze bood nog genoeg weerstand. Voor Stijn er erg in had pakte ze zijn nek vast en trok hem krom.
‘Wou je nog wat zeggen?’ vroeg ze uitdagend.
Stijn stond voorover, zijn broek spande om zijn billen, zijn boxer stak er een stuk bovenuit. Ik wilde hem meteen vastpakken, tegen me aan houden, voelen, bij me hebben. Een jongen die ik vaak op de dagopvang had gezien ging zich er mee bemoeien toen Stijn zich herpakt had en Lisanne in een houdgreep hield. De jongen protesteerde en trok aan Stijn. Hard, gemeend.
‘Hé, hé,’ zei Lisanne, ‘het is goed jongen. Stijn en ik waren maar aan het spelen.’
Stijn had haar meteen losgelaten toen hij merkte wat er gebeurde.
‘Goedmaken?’ vroeg hij met gestrekte armen.
‘Meteen,’ lachte Lisanne en pakte hem vast.
De jongen keek en lachte. Het was goed zo. Ik rolde ondertussen Ruben de bus in, Jeroen er achteraan.
‘Blijf je er bij?’
Jurre haalde zijn schouders op. ‘Is goed.’
Lisanne stapte in en trok de deur dicht. De karavaan kwam langzaam in beweging. Ik zag dat Stijn in een ander busje stapte.
‘Had die hier ook niet bij gemoeten?’ vroeg Jurre.
Ik grijnsde. ‘Hadden we kunnen doen.’
Jurre glimlachte en keek me onderzoekend aan.
‘Wat kijk je?’
‘Weet je best.’
Ik lachte. Jurre keek naar Lisanne voorin, hij praatte niet verder.
‘Je wil zeker weten wat er gisteren nog gebeurd is nadat jij ging slapen.’
Hij keek nog een keer naar Lisanne. ‘Mwoh,’ lachte hij onderdrukt.
‘Biertje gedronken, hangmatje gelegen.’
Jurre grijnsde.
‘Kan best, met z’n tweeën in één hangmat.’
‘Ze zijn groot genoeg.’
‘Knus.’
Ik zag Lisanne een keer omkijken. Ik ging geen details geven, wat ik misschien wel gedaan had als ze er niet bij was geweest. Maar dat er iets gebeurd was dat mocht ze van mij wel horen.
‘Beetje fris zonder shirt,’ zei ik er nuchter achteraan.
Jurre grijnsde. ‘Ik heb een beeld, zeker na vanmorgen.’
Ik lachte.
‘Maar…’ Hij keek me vragend aan, keek of ik hem begreep.
‘Weet ik niet,’ zei ik, ‘dat zien we hierna wel weer.’
Hij knikte.
‘Sorry, ik ben slecht, ik weet het.’
‘Ik veroordeel niet,’ zei hij. ‘Jouw keus. Ik snap het wel, denk ik.’
Hij maakte nu een opmerking waar ik op door wilde vragen maar dat wilde ik niet doen waar Lisanne bij was.

Die dierentuin kon merken dat we er waren. Met de begeleiders erbij was het nog een flinke groep. We bleven met zijn allen bij elkaar, soms met redelijk kabaal. Ik vond het heerlijk, zelf zou ik nooit zo snel naar een dierentuin gaan. Viel me zeker niet tegen. Ruben beleefde het met wisselend succes. Vaak had hij alleen maar oog voor mij en Stijn, die bij ons bleef. Een paar minuten later zat hij weer gebiologeerd naar de dieren te kijken, draaide zich zelfs om als we verder reden. We gingen er langzaam doorheen. Voor de lunch was een deel van het restaurant afgezet en gereserveerd. Dat werd een zootje, kon niet missen. Stijn kwam bij mij zitten en hielp Ruben met eten. Dat was een succes. Met Jeroen wilde het minder lukken. Stijn keek en gaf de vork van Ruben aan mij.
‘Hé, Jeroen,’ zei hij, ‘kom op jongen.’
Jeroen worstelde, duwde de hand van Jurre weg. Stijn keek hem aan en lachte. Daar keek Jeroen verbaasd van, alsof hij zich afvroeg wat er in godsnaam nou zo grappig was. Stijn lachte nu nog meer. Hij aaide over zijn wang, ging even met zijn hand door zijn nek. Met zijn andere hand tikte hij tegen het been van Jurre. Die prikte weer wat op de vork. Jeroen zag het en bleef de vork in de gaten houden.
‘Hé,’ zei Stijn tegen hem, ‘we gaan eten.’ Hij lachte. ‘Jawel.’
Jeroen keek hem aan en voelde het stukje brood tegen zijn lippen. Stijn deed zijn mond wagenwijd open, lachte. Jeroen deed hem na. De hap was binnen. Jurre en Stijn keken elkaar glimlachend aan. Stijn knipoogde.
‘Volgende hap,’ grijnsde hij.
Ruben vond het maar niets, dat Stijn zijn aandacht ergens anders aan gaf.
‘Ruben, Stijn is even druk bezig,’ zei ik om zijn aandacht te trekken.
Stijn draaide zich naar hem toe en lachte. Hij sloeg zijn arm om me heen.
‘Jaloers, dat ben je,’ lachte hij naar Ruben.
‘Ja!’
Stijn glimlachte en gaf me een kus op mijn wang. Ruben kraaide.

‘Morgen alweer terug,’ zei ik ’s avonds.
‘Na de lunch,’ zei Stijn. ‘Jullie dan. Als jullie terugrijden ruimen wij hier nog verder op.’
‘Heb je hulp nodig?’
Stijn lachte. ‘En jij denkt dat Ruben zonder jou die bus in gaat?’
‘Niet zonder protest in ieder geval.’
Jurre lachte. ‘Zeker weten van niet.’
Ik keek naar Stijn.
‘We gaan morgenavond nog ergens eten met alle medewerkers,’ raadde hij mijn gedachten.
Ik nam een slok van mijn bier. Ik had nog helemaal geen zin om alweer weg te gaan. Wilde ik nog niet aan denken.
‘Hangmatje?’
Ik schudde mijn hoofd en keek naar de rest, op het terras.
‘Straks,’ zei Stijn.
Ik zette mijn flesje op tafel. ‘Ik ga douchen.’
Jurre en Stijn keken me half verbaasd na. Ik wilde even weg, alleen zijn, nadenken. Ik zat goed in mijn vel, had het naar mijn zin. Teveel zelfs. Als ik er aan dacht weer naar huis te gaan dan voelde ik weerstand. Geen zin in. Dit mocht van mij nog wel wat langer duren. Ik kon mezelf wel voor de gek gaan houden, maar het kwam niet door Ruben. Natuurlijk, ik vond het heerlijk om drie dagen met hem bezig te zijn, samen leuke dingen te doen, maar de hoofdreden was Stijn. Dat wist ik ook wel. Ik trok mijn kleren uit en ging onder de waterstraal staan. Ik probeerde alles uit mijn hoofd te spoelen, maar dat lukte maar half. De deur van de doucheruimte piepte.
‘Jarno?’
Ik kon nu wel net doen of ik er niet was, maar dat sloeg nergens op. Er stroomde water en er was één deur op slot.
‘Ik ben er zo, Stijn. Laat me maar even.’
‘Ik had al door dat je even alleen wilde zijn.’
‘Wat doe je dan hier,’ glimlachte ik.
Zijn stem was nu bij de deur van mijn douche. ‘Jurre stuurde me.’
Ik deed het haakje los en ging weer onder de douche staan. Stijn duwde hem open en bleef in de deuropening hangen.
‘Wat is er?’
‘Wat denk je?’
Stijn keek naar de vloer. ‘We hadden het niet moeten doen hè?’
Hij keek weer op. Ik ging met mijn schouder tegen de muur hangen. Het water stroomde gewoon door.
‘Misschien niet. Ik heb er geen spijt van.’
‘Niet?’
‘Nee. Ik zie alleen op tegen de gevolgen.’
Stijn keek me aan. ‘Sorry.’
‘Het is jouw schuld niet, Stijn. Hoewel, eigenlijk wel.’
Stijn wilde wat zeggen maar ik praatte door.
‘Maar daar kun jij niets aan doen.’
Ik kreeg een vragende blik.
‘Je ziet er gewoon te goed uit,’ grijnsde ik.
Stijn glimlachte. Ik strekte mijn arm.
‘Kom hier, schiet op.’
Stijn deed de deur achter zich dicht, trok langzaam zijn kleren uit. Toen hij niets meer aan had trok ik hem onder de douche en hield hem vast.
‘Jij blijft speciaal, Stijn, altijd. Dat laat me nooit meer los. Ik weet dat ik een relatie heb, waar ik nog zuinig op ben ook. Ik woon samen zelfs. Maar gisteren zei je iets dat me aan het denken heeft gezet.’
‘Wat?’
‘Je zei dat je het niet erg zou vinden als ik gewoon een relatie met Wijnand zou hebben en af en toe seks met jou.’
Hij grijnsde.
‘Klonk heel aantrekkelijk. Maar dat kan niet.’
‘Kan wel, maar dat kun je niet maken.’
‘Nee.’
‘Dus die optie schrappen we.’
‘Ja,’ zei ik beslist en kuste hem.
‘Met alleen een Ruben-antwoord red je het niet.’
Ik zuchtte. ‘Ik hou van je Stijn. Altijd gedaan.’ Ik hield hem tegen toen hij wat wilde zeggen. ‘Die keuze… Tegelijk gaat niet, maar als ik moest kiezen… Het heeft me aan het denken gezet. En…’
‘Ho, ho…’ onderbrak hij me.
Ik keek hem aan en kuste.
‘Morgen gaan we naar huis en laten we het even bezinken.’
Ik knikte. Ik streek zijn natte haren naar achteren, ik lachte omdat het piekte.
‘Jarno weer een beetje rust in zijn kop?’
Ik knikte nog een keer. Kuste hem, zoende. Kuste zijn nek, zijn borst, zijn buik en zoog hem traag mijn mond in.

Een half uur later zaten we weer bij de rest op het terras. Lisanne zat met haar handen in de mouwen van haar trui en keek ons aan toen we samen naar buiten kwamen. Ze knipoogde naar me. Ik zocht Jurre, hij zat achteraan met een stel te kaarten. Ik ging even bij hem staan, hand op zijn schouder. Hij keek om.
‘Lekker gedoucht?’
‘Ja.’
‘Opgefrist?’
‘Zeker.’
Jurre glimlachte naar me. ‘Mooi zo.’
Hij draaide weer om en bemoeide zich met het spel op tafel. Ik kneep nog een keer in zijn schouder en pakte een stoel. Stijn zat onderuit, biertje in zijn hand. Ik ging naast hem zitten. Zwijgend keken we over het grasveld heen.

Ik had geen zin om te slapen. Bijna iedereen was weg, naar bed. Jurre had net nog wat flesjes en glazen mee naar binnen genomen met een lachend “welterusten, maak het niet te laat hè, jongens”. Stijn keek naar me en raakte mijn hand aan tussen onze stoelen. Ik pakte hem vast, ging staan en trok hem uit zijn stoel. Pinken in elkaar gehaakt liepen we naar de hangmatten toe. Ik had de moeite niet genomen om mijn biertje mee te nemen. Eén hangmat was voldoende. Ik kroop meteen tegen hem aan, half op hem. Ik wilde hem vasthouden, zoenen. En meer. Mijn hand zat onder zijn shirt en gleed langs zijn zij. Ik had pas rust als ik hem naakt tegen me aan had.

Het was ver na twee uur deze keer, toen ik de kamer op sloop. Ik probeerde extra stil te doen, maar Jurre had gelijk: het was een krakkemikkig stapelbed.
‘Truste,’ hoorde ik boven me toen ik wilde gaan liggen.
‘Sorry.’
‘Geeft niet.’
Ik draaide me op mijn zij.
‘Het zit het nou tussen jullie?’
‘Stijn en ik?’
‘Wie anders?’
‘Het is raar,’ zei ik. ‘Morgen gaan we naar huis en laten we het even bezinken wat hier gebeurd is. Even nuchter nadenken.’
Jurre grinnikte spottend.
‘Wat lach je?’
‘Het is toch wel duidelijk?’
‘Stijn en ik moeten gewoon niet bij elkaar in de buurt zijn,’ verdedigde ik.
‘Of juist wel.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Laat maar. Kom je nog wel achter.’
‘Jurre!’
‘Nee, ik wil me er niet mee bemoeien. Zeker niet omdat ik Wijnand ook ken.’
Ik duwde met mijn voet onder tegen zijn bed aan.
‘Ugh! Kappen, Jarno.’
Ik duwde nog een keer. Jurre lachte.
‘Wat bedoel je?’ drong ik aan.
‘Het is allemaal zo duidelijk, Jarno. Jij, Stijn… Je gaat me niet vertellen dat je niet doorhebt wat er gebeurt als jullie elkaar zien?’
‘Wat dan?’
‘Ik zal het filmen de volgende keer. Hoe jullie naar elkaar kijken, hoe jullie met elkaar omgaan. Ik wil niet lullig doen, maar dat heb ik bij jou en Wijnand nog nooit gezien.’
‘Zeg, ik hou van Wijnand hoor.’
‘Geloof ik meteen. Blij met je relatie zelfs. Maar… Oké, dit is ook mijn beeld dat ik van Wijnand heb hoor, maar hij is vooral met zijn eigen wereldje bezig. Tuurlijk houden jullie van elkaar, de seks zal ook best prima wezen. Zeker als jullie ook met elkaar doen wat jullie toen bij mij deden.’ Hij lachte zachtjes. ‘Maar verder… Jij moet in zijn wereld passen, anders werkt het niet. Tussen jou en Stijn zie ik echt een klik. Jullie snappen elkaar, voelen elkaar helemaal aan. Hebben een band die ik niet kan uitleggen. Maar die gaat dieper dan een relatie, verliefdheid en seks. De hele buitenwereld kijkt er misschien raar tegenaan, vinden dat jullie eigenlijk helemaal niet bij elkaar horen, maar dat doen jullie juist wel. Vind ik dan hè? Wie ben ik, tenslotte.’
‘Jurre.’
‘Klopt.’
Ik zuchtte.
‘Ik zag je gaan vanavond. Totaal in gedachten, somber. Ik heb tegen Stijn gezegd dat ie naar je toe moest gaan.’
‘Vertelde hij ja.’
‘Dat gezicht van je…’ Jurre lachte. ‘Hij keek net zo trouwens.’

Puinhoop. Tassen, losse kleren… Iedereen zocht spullen bij elkaar. Bewoners werden er onrustig van. We hadden met de hele groep nog een wandeling door het bos gemaakt en de lunch was net op. Stijn bekeek het lachend terwijl hij de tafels afruimde. Ik had mijn spullen en die van Ruben ingepakt en buiten bij de bus staan. Ik ging even bij hem zitten. Hij staarde naar de bomen, kneep in mijn hand toen ik die vastpakte.
‘We gaan zo naar huis,’ zei ik.
‘Ja.’
‘Lekker met de auto. Vanavond gewoon in je eigen bed.’
‘Ja.’
Ik glimlachte. Stijn ging aan de andere kant van de stoel zitten op zijn hurken.
‘Is hij er helemaal klaar voor, voor de reis terug?’
Ruben lachte toen hij hem zag.
‘Ja!’
Stijn stond op en kuste zijn wang.
‘Ik wou dat ik overal zo snel een antwoord op had, Ruben.’ Hij lachte, keek naar me en knipoogde. ‘Zie je straks. We zijn een uurtje of twee later.’
‘Is goed.’
‘Ah!’ zei Ruben, alsof Stijn wat vergat.
‘O ja, natuurlijk Ruben,’ lachte Stijn en gaf me een kus op mijn wang.

Ruben zat uitgelaten in de bus. Hij lachte, keek naar buiten en wilde af en toe en knuffel. Jurre zat achterin, naast Jeroen. Ze sliepen. Lisanne knikte naar ze.
‘Uitgeput.’
‘Allebei.’
Ruben lachte.
‘Het heeft hem goed gedaan,’ zei Lisanne tevreden.
‘Zeker.’
‘Jou ook?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Gevoel dat je een keuze moet maken?’
‘Niet alleen het gevoel, ik zal het ook moeten.’
Ze knikte.
‘Wist jij dat Stijn er zou zijn?’
‘Nee. Anders had ik je dat wel verteld van tevoren. Ik was net zo verbaasd als jij.’
Ik keek naar de hand van Ruben in die van mij.
‘Vond je het erg?’
‘Nee,’ zei ik.
‘En nu?’
‘Weet ik niet. Ik moet nadenken. Van mezelf, maar ook van Stijn.’

Ik had er moeite mee om Ruben achter te laten op de afdeling. Hij protesteerde ook, toen hij merkte dat ik wegging. Ook Jurre kreeg een knuffel van hem. We zouden verzamelen bij de ingang, en van daaruit zouden we naar een restaurantje in de buurt gaan. Daar zag ik Stijn weer. Hij keek moe.
‘Twee korte nachten, sjouwen… Op tijd naar bed vanavond,’ lachte hij.
Natuurlijk zorgden we ervoor dat we bij elkaar aan een tafel zaten, met Jurre. Er waren er nog meer en dat was misschien maar goed ook. Geen serieuze gesprekken. Lachen om wat we meegemaakt hadden de afgelopen dagen. Stijn ging mee naar het station. Op het perron stonden we wat onwennig naar elkaar te kijken. Jurre hield een beetje afstand.
‘Ik bel je,’ zei ik.
‘Is goed.’
‘Zo snel mogelijk.’
‘Graag.’
Ik glimlachte.
‘Daar is jouw trein.’
Ik knikte, gaf hem snel een kus.
‘Dank je,’ zei ik.
‘Waarvoor?’
‘Dat je er was.’

Jurre keek spottend.
‘Geen vragen,’ zei ik, ‘heb ik geen antwoord op.’
‘Jammer.’
‘Goed, oké, wat wou je vragen?’
‘Of ik bij jullie kon blijven slapen. Het is al laat genoeg. En ik ben kapot.’
Ik grinnikte. ‘Tuurlijk.’
‘Mooi,’ zei Jurre.
Hij deed zijn ogen dicht, vlak voordat we er uit moesten schudde ik hem wakker. Hij rekte zich uit en gaapte.
‘Weet je zeker dat je niet naar huis wil? Je denkt toch niet dat Wijnand je naar bed laat gaan zonder eerst nog wat te drinken?’
Jurre lachte. ‘Ik lust nog wel wat.’

‘Hey,’ zei Karlijn bovenaan de trap toen ik de deur open deed.
‘Hoi.’
‘Hoe was het?’
‘Gaaf en vermoeiend.’
Het gezicht van Wijnand kwam er naast. Ik sleepte mijn tas de trap op.
‘Hebben jullie een beetje goed voor elkaar gezorgd?’
‘Tuurlijk,’ zei Karlijn met een arm om zijn nek, ‘hè Wijnand?’
Bovenaan de trap kuste ik hem. ‘Jurre blijft nog een nachtje.’
‘Gezellig. Biertje?’
Ik hoorde Jurre achter me goedkeurend lachen. Op mijn kamer pakte Wijnand me nog even keer goed vast.
‘Vertel, hoe was het?’
‘Vermoeiend. En leuk. Veel gelachen. Ruben had ook de tijd van zijn leven.’
Wijnand keek naar Jurre. ‘En jij?’
‘Aanpassen in het begin. Ik wist echt niet wat ik er van moest verwachten. Maar het ging prima.’
‘Prima?’ zei ik. ‘Lisanne vind je een natuurtalent. Wijnand, echt. Hij deed het goed. Hij heeft zo’n beetje de hele tijd voor Jeroen gezorgd.’
‘Jeroen?’
‘Ongeveer hetzelfde als Ruben. Maar deed ie goed.’
Jurre glimlachte.

We zaten nog een tijdje na te praten, dronken nog twee biertjes. Bij de laatste zat Jurre al flink te gapen.
‘Jongens, ik ga echt slapen.’
‘Morgen weer op tijd op.’
‘Vergeet het Jarno. Dagje extra skippen kan geen kwaad.’
Ik lachte en gaapte ook.
‘Blijf lekker uitslapen jullie,’ zei Wijnand toen Jurre de kamer uit ging.
‘Misschien wel een goed idee ja,’ zei ik.
Wijnand kuste me. ‘Meteen slapen kun je toch niet,’ zei hij tegen me terwijl hij me even vastpakte. ‘Ik heb je gemist.’
Wijnand liet me los en liep naar het bed. Ik keek nog een keer naar Jurre. Die grijnsde en knipoogde voordat hij de deur achter zich dichttrok.
© 2012 Oliver Kjelsson